h

Gebruik stukken Noord-Zuidlijn voor tramverkeer

25 maart 2009

Gebruik stukken Noord-Zuidlijn voor tramverkeer

De stukjes tunnel van de Noord-Zuidlijn die al klaar zijn kunnen beter worden ingepast in het tramnet. Dat schrijft SP-fractievoorzitter Marnix Bruggeman in een opiniestuk in Het Parool van 23 maart. Voor het Stationsplein, bij het Weteringcircuit en bij de RAI hoeven dan alleen nog op- en afritten voor de tram te worden gemaakt. Voor de rest kan het tramverkeer bovengronds blijven rijden, omdat met deze oplossing de grote knelpunten in het tramnet worden opgelost. Groot voordeel is dat het riskante en kostbare boren van de complete metrotunnel achterwege kan blijven, en dat Noord eindelijk een doorgaande aansluiting krijgt op het tramnet.

Lees hieronder het opiniestuk (Parool, 23 maart 2009):


Gebruik stukken Noord/Zuidlijn voor tramverkeer

De stukjes Noord/Zuidlijn die her en der al klaar zijn, kunnen ook worden gebruikt voor de tram. De belangrijkste knelpunten tussen openbaar vervoer en autoverkeer in de stad zijn daarmee ook opgelost. Het riskante boren tussen de stations kan achterwege blijven, en wat nu al is genvesteerd is dan geen weggegooid geld.

Op de route van de Noord/Zuidlijn bestaan nu bovengronds de volgende knelpunten:
- voor het tramverkeer de kruising Prins Hendrikkade en het Stationsplein,
- voor de bussen naar Noord: de tijdrovende omweg via Prins Hendrikkade en IJtunnel,
- voor het tramverkeer verder de kruising met de Stadhouderskade (dit is een van de weinige plekken waar de tram geen voorrang krijgt in de verkeerslichtenregeling, omdat anders het autoverkeer vast zou lopen),
- de omgeving van de RAI.
Het 'toeval' wil dat juist op deze plaatsen stukken van de Noord/Zuidlijn in ruwbouw al liggen. De tunnel vanaf het Damrak onder Stationsplein en Centraal Station is al flink gevorderd. De bakken voor de tunnel onder het IJ liggen klaar om te worden afgezonken. Verder hebben we de betonbakken bij Weteringcircuit, Albert Cuyp en Europaplein in aanbouw.
Deze stukken tunnel zouden we kunnen gebruiken voor het tramverkeer. Tussen Prins Hendrikkade en Vijzelgracht kunnen de trams verder gewoon bovengronds blijven rijden. Alleen in het smalle deel van de Ferdinand Bol zien bewoners en ondernemers de tram misschien liever van straat verdwijnen. Tussen de stations Weteringcircuit en Ceintuurbaan zou daarom nog een stuk tunnel kunnen worden gelegd. Maar dan wel met de conventionele en bewezen techniek die ook onder de Wibautstraat is gebruikt. En Noord krijgt zo eindelijk een doorgaande aansluiting op het tramnet.
De bouwputten voor de Noord/Zuidlijn onder Vijzelgracht en Ferdinand Bol hadden circa 25 meter diep moeten worden. Juist die enorme diepte speelt een rol bij de bouwproblemen. Voor korte tunneltrajecten in het tramnet is een veel geringere diepte nodig, omdat anders de op- en afritten te lang of te steil worden. Het onderste deel van de bouwputten hoeft in een tramoplossing dus niet meer te worden uitgegraven.

Met deze oplossing is er geen kapitaalvernietiging. Bijna alles wat toe nu toe is genvesteerd, zal worden gebruikt. Alleen de bouwput onder het Rokin zullen we ongebruikt dicht moeten gooien. Aan de andere kant zijn nauwelijks nog extra uitgaven nodig. Slechts de bouw van de op- en afritten kost nog wat extra geld. Maar het uiterst kostbare en riskante boren van de eigenlijke Noord/Zuidlijn tussen de stations kan achterwege blijven. In de paniek van de laatste weken is bovendien vergeten dat na aanleg van de Noord/Zuid-lijn ook de Amstelveenlijn nog ondergronds moet. De treinen van de Noord/Zuidlijn kunnen daar namelijk niet op het bestaande bovengrondse trac rijden. De kosten van ombouw van de Amstelveenlijn worden nu al geraamd op 180 393 miljoen. Dit bedrag zit nog niet in de 2,5 miljard voor de Noord/Zuidlijn zelf. Wanneer de tunnels daarvan worden gentegreerd in het tramnet, is die tunnel in Buitenveldert en Amstelveen overbodig, en kan de kapitaalvernietiging van de bestaande bovengrondse - en nog lang niet afgeschreven - Amstelveenlijn daar achterwege blijven.

Eigenlijk heeft deze oplossing maar n nadeel. Op straat in de binnenstad komt iets minder ruimte vrij voor uitbreiding van het autoverkeer, zoals de grootste lobbyst van weleer voor de Noord/Zuidlijn - de Kamer van Koophandel - het zo graag had gewild. Ofschoon inpassing in het tramnet een flexibele oplossing is. Wanneer er later weer geld is, kunnen er altijd nog tunnelstukjes bijgebouwd worden. Als daar dan tenminste nog behoefte aan is.

Marnix Bruggeman, fractievoorzitter SP stadsdeelraad Centrum

U bent hier