Amsterdam

Notitie kinderopvang

Inleiding

Kinderopvang
Kinderen kunnen, ongeacht het inkomen van de ouders, door de Wet Kinderopvang, gebruik maken van kinderopvang. Ouders ontvangen hiervoor een kinderopvangtoeslag afhankelijk van hun inkomen

Onder kinderopvang vallen kinderdagverblijven (van 0 t/m 4 jaar) en buitenschoolse opvang (van 4 t/m 12 jaar).

Met ingang van 1 januari 2007 is de Wet Dagarrangementen, ook wel de BSO-wet genoemd, van kracht geworden. Die wet houdt onder andere in dat basisscholen na de zomervakantie 2007 een resultaatsverplichting hebben voor de buitenschoolse opvang. Dit betekent dat basisscholen verplicht zijn om kinderopvang aan te bieden tussen 7.30 uur en 18.30 uur, zowel op reguliere schooldagen (voor- en naschoolse opvang) als op dagen dat de basisschool gesloten is, zoals dat het geval is bij verlofdagen en tijdens schoolvakanties.

Kinderopvangtoeslag
De Wet Kinderopvang regelt de financiering van de opvangkosten. In de wet sluiten de ouders zelf een overeenkomst met het kindercentrum. De rijksoverheid deelt in de kosten voor de kinderopvang. Ouders vragen deze tegemoetkoming zelf aan. De Belastingdienst voert de regeling uit en stort de bijdrage in maandelijkse termijnen op rekening van de ouders of van de instelling van de kinderopvang.

Het wettelijk maximumtarief voor kinderdagverblijven is vanaf 1 januari 2010 6,25 en voor buitenschoolse opvang 5,82.

Onderzoek
SP Amsterdam-Centrum heeft een onderzoek gedaan naar de tarieven voor kinderdagverblijven (KDV) en buitenschoolse opvang (BSO) in stadsdeel Centrum. Doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de tarieven voor KDV en BSO in stadsdeel centrum in verhouding tot het wettelijk maximumtarief voor kinderopvangtoeslag.

Bevindingen
Binnen eenzelfde instelling in stadsdeel Centrum zien we dat er verschillende uurtarieven worden berekend voor KDV en BSO op verschillende locaties.

Kinderdagverblijf (KDV)
IJsterk rekent voor het kinderdagverblijf op de locaties Jor & Daan, De Kraai, De Kleine Prins, Bambi en Plancius een uurtarief van 6,68.
Voor de locaties Prinses Irene, De Pyramide, De Regenboog en 't Kwetternest is het uurtarief 6,59.
Voor de locatie De Platanen geldt een uurtarief van 7,02 en voor de Kleine Plantage 6, 95.
De tarieven variren dan ook van 6,59 tot 7,02 per uur.
Een andere instelling, Partou, hanteert voor het kinderdagverblijf tarieven tussen 6,25 en
6,62 per uur.

Buitenschoolse opvang (BSO)
IJsterk rekent voor de buitenschoolse opvang op de locaties Unit Oostelijke Eilanden, Nieuwmarkt en Weteringbuurt, Noord-Jordaan en Westelijke Eilanden en Zuid-Jordaan een uurtarief van 6, 46.
Partou hanteert voor de buitenschoolse opvang tarieven tussen 6, 20 en 6,50 per uur.
Al deze tarieven zijn in alle gevallen hoger dan het wettelijk maximumtarief voor KDV en BSO.

Voor de kinderopvangtoeslag geldt het maximumuurtarief.
Het wettelijk maximumuurtarief voor kinderdagverblijven is, zoals reeds vermeld, 6,25. Dit betekent dat de kinderopvangtoeslag wordt berekend over maximaal 6,25. Is het kinder-dagverblijf duurder dan krijgen ouders over het deel boven het wettelijk maximumuurtarief geen kinderopvangtoeslag. Dit geldt ook voor de buitenschoolse opvang.

Voorbeeld
- Het kinderdagverblijf kost 7 per uur. De kinderopvangtoeslag wordt berekend over 6,25. Over de resterende 0,75 krijgt men geen toeslag.
- De dagopvang kost 5,75 per uur. De ouders krijgen over dit volledige uurtarief kinderopvangtoeslag.

Overweging
De relatief hoge tarieven in stadsdeel Centrum mogen geen belemmering zijn om gebruik te maken van de kinderopvang.

Voorstel
De SP vindt het belangrijk om de kinderopvang en de naschoolse activiteiten voor iedereen toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom stellen wij voor om

I
aan huishoudens met een inkomen onder de voormalige ziekenfondsgrens en met kinderen die gebruikmaken van kinderopvang een suppletie te betalen ter grootte van het verschil tussen het feitelijk te betalen uurtarief voor kinderopvang en de kinderopvangtoeslag per uur;

II
voor het eerste jaar de kosten van de suppletie te betalen uit het overschot van de algemene reserve, en na een jaar, als blijkt dat de regeling succesvol is, de kosten structureel in de begroting op te nemen.