Bijdrage
Bijdrage
Brede school
Er is veel onduidelijkheid over brede scholen. Vreemd; over het algemeen is men positief erover. Want je kunt je volop ontwikkelen, denkt iedereen. En ook na schooltijd kan je kind terecht.
Helaas: ouders, maar ook stadsdelen, schoolbesturen en ook scholen zelf weten niet wat een brede school is. Er is namelijk geen definitie. Geen criteria waaraan men moet voldoen. Het ligt eraan wie je spreekt of een school breed genoemd wordt of niet. Toch wel raar, zeker gezien de hoeveelheden geld die er in brede scholen gestoken worden.
Dat geld, daar wil ik het nog even met u over hebben. Want de uitkomsten van het onderzoek van de rekenkamer logen er niet om.
Tabel 4.21 - Financile middelen (cordinatie/activiteiten) 2008 voor brede scholen
per stadsdeel
Stadsdeel Aantal brede scholen Cordinatie Activiteiten Totaal
Bos en Lommer 10 15.000 220.000 235.000
De Baarsjes 10 25.000 251.300 276.300
Geuzenveld-Slotermeer 9 0 300.000 300.000
Oost-Watergraafsmeer 7 399.608 330.000 729.608
Oud-West 6 95.000 150.000 245.000
Slotervaart 6 172.263 272.757 445.020
Westerpark 7 103.317 205.851 309.168
Zeeburg 13 75.000 250.000 325.000
Zuideramstel 14 80.000 90.000 170.000
Totaal 82 965.188 2.069.908 3.035.096
Bron: notities stadsdelen, begrotingen, schoolgidsen, activiteitenprogramma’s, jaar- en werkplannen en websites scholen en welzijnsorganisaties
In stadsdeel Oost WGM werd in 2008 bijna 730.000 euro uitgegeven aan brede scholen. Heel mooi, zou je zeggen, daar wordt tenminste in geinvesteerd. Helaas was 4 ton bestemd voor coordinatie. Wt? Ja, het staat er echt. Graag hoor ik van het db hoe dit zit. Wat is dat voor coordinatie, hoe is dit bedrag opgebouwd, etc.
Een kleiner bedrag, maar toch nog het meeste van alle stadsdelen, 330.000 euro, was bestemd voor activiteiten. En Zeeburg besteedde daar ook nog een respectabele 250.000 euro aan. Lang niet het minste van allemaal. Hoe is het dan mogelijk dat Zeeburg en Oost WGM onderaan de lijst bungelen als je kijkt naar het aanbod? Ik vraag me af hoe jaarlijkse afrekeningen van kosten en activiteiten altijd zijn beoordeeld. Kunt u daar iets meer over vertellen?
Dan het activiteitenaanbod. Het blijkt dat er vooral veel wordt gedaan met Kunst en Cultuur, en ook met Sport. 80% van de activiteiten gaat hierover. We doen niks met sociale vaardigheden en ook techniek, ICT en natuur komen er slecht vanaf.
Dat steekt mager tegen elkaar af, zeker als je ziet dat scholen worden gestimuleerd mee te doen met programma's over respect hebben voor elkaar, tolerantie en dergelijke. Nu zouden in Zeeburg de scholen zich ieder op een ander aspect specialiseren zodat ieder kind, met welk talent dan ook, zich in Zeebrug verder zou kunnen ontplooien. Is het dan niet veel handiger dit dan ook door te laten werken in de brede school, en hen afspraken te laten maken wie sport doet, wie kunst, maar wie ook bezig is met techniek of natuur?
Voorzitter, ik rond af. Ik wil het db vragen de aanbevelingen van de rekenkamer niet alleen over te nemen, maar er ook als een haas mee aan de gang te gaan. Een paar wil ik er nog even extra benadrukken:
Aanbevelingen stadsdelen
1. Pak als stadsdeel actief de regierol op en vul deze concreet in.
2. Maak inzichtelijk welke financiëe en personele middelen er ingezet worden voor de brede scholen.
3. Controleer of de uitvoering bij de brede scholen overeenkomt met het beleid.
4. Nieuwbouw brede scholen: ga bij het ontwikkelen van een brede school al in een
vroeg stadium met de (toekomstige) partners om de tafel zitten.
5. Zorg voor continuteit in het beleid en de financiëe middelen die ingezet worden
vanuit het stadsdeel.
En wat mij betreft maakt u werk van het in het rapport genoemde kwalliteitskeurmerk, stelt u minimumeisen vast waaraan men moet voldoen, in ieder geval: schep duidelijkheid!
Tenslotte nog een paar opmerkingen:
De rekenkamer beveelt aan te definieren wat een brede school is. Ik weet dat procesesen waarbij andere stadsdelen en centrale stad met elkaar om tafel moeten, nogal eens traag gaan. Daarom wil ik u vragen in ieder geval voor Oost voor afstemming te zorgen. Dit omdat er nogal verschillen te vinden zijn tussen de twee voormalige stadsdelen.
Kijkend naar de veranderde gewichtenregeling moeten we constateren dat scholen het er niet bepaald makkelijker op krijgen. Ze krijgen minder geld, terwijl aangenomen mag worden dat achterstanden niet plotseling verdwenen zijn, constateert ook de rekenkamer. Hoe gaan we hiermee om? Is de wethouder bereid bij de scholen na te vragen wat hiervan de consequenties zijn, welke problemen er eventueel te verwachten zijn en met hen na te denken over oplossingen?
Centrale stad streeft in haar beleid aan naschoolse activiteiten bereikbaar voor iedereen, minstens een, maar liefst twee keer per week. Hoe gaan we dit bewerkstelligen voor alle kinderen, ook hen die niet op een brede school zitten?