h

Voorstel tijdelijk gebruik braakliggende terreinen

31 maart 2011

Voorstel tijdelijk gebruik braakliggende terreinen

Initiatiefvoorstel inzake Ruimte voor tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen

INLEIDING
Ruimte is schaars in Amsterdam. Voor een paar vierkante meter moet flink betaald worden. Veel bewoners prijzen zich gelukkig met een appartementje met een Frans balkon. Voor groen zoeken ze een stadspark op. Soms dichtbij, soms verder weg. Speelplaatsen voor kinderen en hangplekken voor jongeren in de buurt zijn er vaak onvoldoende. Ook klein groen is schaars in de stad, terwijl het juist de leefbaarheid en de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.

Tegelijk gebeurt er ruimtelijk van alles in Amsterdam. Grootschalig zoals op de Zuidas en aan de IJ-oevers, maar ook zijn er talrijke kleinschalige projecten gepland, gestart of in uitvoering. Helaas is de golf aan plannen van voor de crisis ingehaald door de tijd en worden veel plannen gewijzigd of flink vertraagd door de veranderde omstandigheden. Dit zorgt voor een aanzienlijk aantal braakliggende terreinen in Amsterdam en het is niet duidelijk hoe lang al deze ruimte braak zal blijven liggen.

Door braakliggende terreinen aan de buurtbewoners te geven en hen zelf te laten kiezen voor de invulling en voor het onderhoud, wordt het ook de plek van de buurt waar bewoners samen komen en samen voor hun eigen leefomgeving zorgen. Er zijn in Amsterdam al mooie voorbeelden te vinden van kleine stukjes grond waar de buurt zich over heeft ontfermt. Interessant is bijvoorbeeld het terrein dat op 11 juli 2008 werd gekraakt door kraakgroep de Pijp en Groenfront! Amsterdam.

Op het braakliggende terrein in de Amsterdamse Pijp dat Vrijstaat S.W.O.M.P. ooit was, bevindt zich nu een experimenteertuin voor iedereen. In de Rustenburgerstraat, waar een schoolgebouw versneld gesloopt is, kan nu iedere enthousiaste tuinier meewerken in de tuin. Na twee jaar leegstand en braakliggen, is het terrein ‘gekraakt’. De buurt is blij met de experimenteertuin. In de tuin worden onder meer groenten verbouwd, er is een groente- en fruittuin en trekt een takkenwal kleine dieren zoals egels aan. De groente- en fruittoren laat zien dat ook met weinig oppervlak een tuin gemaakt kan worden waarin ruimte is voor zowel zon- als schaduwplanten. Bovenin kan groenteafval gestopt worden, waardoor de aarde binnenin vruchtbaar blijft. De takkenwal versnelt het composteerproces in de tuin. Daarnaast zijn er zonnecellen waarmee elektriciteit opgewekt wordt om de radio aan te zetten en waarvan ’s avonds een lamp kan branden. Er is een waterpomp, waarmee de tuinierende buurtbewoners de planten water kunnen geven.
Bron: http://swomp.wordpress.com/
DE CRISIS BIEDT KANSEN VOOR MEER GROEN IN DE STAD
Het valt te verwachten dat door de crisis in de bouwmarkt de terreinen die tijdelijk braak liggen, langer leeg zullen blijven. Mooie plekken in buurten waar een hek om heen staat en niets mee gebeurt. Af en toe zien we losse initiatieven vanuit de gemeente of het stadsdeel. Zo zijn er op grotere braakliggende terreinen tijdelijke studentencomplexen verrezen. Meestal gebeurt er niets. Denk aan het Jan Schaffelaarplantsoen of de Baarsjesweg nr 200 in West of de Katrijpstraat in Nieuwendam-Noord of de sportdriehoek.

De fracties van GroenLinks en de SP vinden dat zonde. Ook op tijdelijk lege plekken kan een heleboel gebeuren. Een buurtparkje, een moestuin, een speelplek voor kinderen, noem het maar op. En er is niet veel voor nodig om een braakliggend stuk grond om te toveren tot een plek waar alle buurtbewoners plezier van hebben.
Het probleem is dat voor veel terreinen niet duidelijk is hoe lang ze braak zullen liggen, waardoor gemeente en ontwikkelaars huiverig zijn om tijdelijk gebruik toe te staan. Ook bestaat er de angst dat het adagium gaat gelden 'niets is zo langdurend als tijdelijk' en dat buurtbewoners zich gaan verzetten als uiteindelijk hun stukje groen toch bebouwd gaat worden. Die problemen zijn reel maar niet onoplosbaar. Bovendien is Amsterdam te mooi om braak te liggen. In het kader van ‘never waste a good crisis’ biedt de bouwcrisis met een beetje creativiteit, volop kansen om op veel plekken tijdelijk klein groen te realiseren, voor en door de buurtbewoners.

In dit initiatiefvoorstel formuleren de fracties van GroenLinks en de SP enkele concrete uitgangspunten en maatregelen om tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen mogelijk te maken.

STRUCTURELE AANPAK
Er is van alles mogelijk op braakliggende terreinen. Het is niet het doel van deze notitie om al een invulling te geven. Stedelijke en/of buurbehoeftes moeten leidend zijn en daar kunnen natuurlijk veel betere initiatieven tussen zitten dan die hier genoemd worden. Het doel van de notitie is om structureel aan de slag te gaan met braakliggende gebieden in de stad.
De rol van de gemeente daarbij is faciliterend. We moeten als overheid vooral het niet allemaal zelf willen bedenken, invullen en onderhouden, maar er voor zorgen dat mensen en groepen die iets willen realiseren op braakliggende terreinen, dit ook kunnen doen.

De taken van de overheid zijn samengevat:
1. Inventariseren: Het overzicht maken van alle braakliggende terreinen in de stad onderverdeeld in drie categorien
2. Onderhandelen: Met de ontwikkelaars van de terreinen afspraken maken over tijdelijk gebruik
3. Makelen:
a. Het bij elkaar brengen van terreinen en initiatiefnemers
b. Aanstellen van een terreinenloods voor de grotere braakliggende terreinen
4. Communiceren: Afspraken maken met de bewoners/initiatiefnemers over de voorwaarden van het tijdelijk gebruik
5. Gebruiksklaar maken van de grond (in samenwerking met de ontwikkelaar)

1. Inventarisatie ( centrale stad)
De gemeente maakt een inventarisatie van alle braakliggende terreinen in de stad en onderzoekt, samen met de ontwikkelaar, hoelang het terrein minimaal braak zal liggen. Deze inventarisatie wordt gedaan aan de hand van drie categorien.

Categorie 1
Kleine terreinen, in woonbuurten die ten minste een half jaar braak zullen liggen. Deze terreinen zouden benut moeten worden voor de omgeving. Bewoners dienen bij de invulling van dergelijke terreinen vanaf het eerste moment betrokken te worden. Het is in de eerste plaats aan hen om te bepalen wat er komt en om het terrein te onderhouden. Afhankelijk van de behoefte, het oppervlak en de verwachte periode dat een terrein braak zal liggen kan er bepaald worden wat een goede invulling van het terrein is. Als het zeer kortdurend is biedt Guerilla Gardening een uitkomst; Gooi het hek open en laat de buurtbewoners er gewoon zaaien en planten en er gebruik van maken als speelveld of buurtparkje.
Uitgangspunten zijn dat het terrein door de hele buurt gebruikt kan worden en dat buurtbewoners in principe alles zelf aanleggen en beheren.

Groene voorbeelden uit andere steden

De natuurSUPERmarkt is een unieke zaai- en oogstsupermarkt in de Iriswijk en de Oude Haven in Eindhoven. Iedere enthousiasteling kan meedoen door zich voor n seizoen in te schrijven en zich te committeren om drie bakken met groente, kruiden en fruit te verzorgen. Deze supermarkt heeft een paar huisregels, zoals het scheiden van afval en afsluiten als je de laatste bent die weggaat, maar reguleert zich verder vanzelf met de deelnemers en drie cordinatoren uit de buurt. Buurtbewoners kunnen meedoen door zich in te schrijven. Zij krijgen dan drie bakken met bemeste grond, planten en zaden in bruikleen om hun eigen minituin te vullen. In de natuurSUPERmarkt zijn aanbiedingen, recepten en acties te vinden. Dit initiatief laat buurtbewoners zien hoe makkelijk het is om op een paar vierkante meter dicht bij huis je zelf iets te laten groeien. De buurtbewoners hebben invloed op wat ze 'kopen' door zelf te oogsten wat ze gezaaid hebben. Deelnemers worden bewust van gezonde voeding en realiseren zich waar groente, fruit en kruiden vandaan komen. De natuurSUPERmarkt draagt bij aan een veerkrachtige buurt of duurzame stad door mensen via dit initiatief te verbinden met groen in de stad.
Bron: http://natuursupermarkt.nl/info/wat/

Categorie 2
Grotere stukken in woonbuurten waar wel plannen voor zijn maar waar van bekend is dat er voorlopig niet gebouwd gaat worden. Deze terreinen zijn bij uitstek geschikt voor initiatieven van die leven in de stad. Milieueducatiegroepen zijn op zoek naar plekken in de stad om groen te realiseren waarbij de buurt meedenkt, meewerkt aan de uitvoering en mee beheert. Bewonersgroepen die een natuurspeeltuin willen aanleggen, of plannen hebben voor een parkje of trapveld. Uitgangspunt is dat het terrein gebruikt kan worden door meer mensen dan alleen de directe buurtbewoners, uitnodigt tot buurtparticipatie en zoveel mogelijk zelfbeheer. Bij grotere terreinen kan eventueel opbouwwerk of andere beheersconstructies een rol hebben bij het op poten zetten van het initiatief en het beheer.

Groene voorbeelden uit andere steden:

Vrij Groen is de tijdelijke biodiversiteitstuin naast de toren van Naturalis in Leiden. Vrij Groen is een lokaal project, voor en door Leidenaren, maar met landelijke uitstraling, o.a. door samenwerking met Naturalis. De tuin levert een bijdrage aan de vergroening van de stad totdat het terrein verkocht wordt. Daarnaast werken scholieren mee aan de ontwikkeling van Vrij Groen. Ter begeleiding van hen en andere projecten biedt Vrij Groen maatschappelijke stages aan.
Vrij Groen wil de Leidse bevolking en bedrijven laten genieten en eten van een stadstuin, waarin ze genformeerd worden over, en betrokken worden bij, het belang van biodiversiteit. Aan de stad biedt Vrij Groen een proef- en inspiratietuin voor lekker groene inrichting van terreinen elders in Leiden. De tuin is tijdelijk, de beproefde ideen blijven, en kunnen elders toegepast worden.
Op het terrein van Vrij Groen bevinden zich een hutspottuin, een speelveld, een moeras, thematuinen, een insectenhotel, een natuurtuin, bloemen, water, een terras en een uitkijktoren. Door aan Vrij Groen mee te doen, al is het maar een uurtje, leren deelnemers, jong en oud, wat over onder andere gewassen verbouwen, insecten herkennen en het bereiden van maaltijden van wat er in de biodiversiteitstuin groeit en bloeit voor de buurt.
Bron: www.vrijgroen.info

Creatief Beheer in Rotterdam ontwikkelt op verschillende plekken in de stad nieuwe praktijken voor onderhoud en interactie en bouwt aan groene, kindvriendelijke wijken. Creatief Beheer richt zich daarmee op drie domeinen: fysiek, participatie en educatie. Groen is het basismateriaal waar Creatief Beheer mee werkt. De mensen in de wijk werken er aan mee. Bij een geschikt terrein ontwerpen de landschapsarchitecten van Creatief Beheer een eindbeeld en een gefaseerd traject daarheen. Vanaf het begin worden steeds meer mensen uit de buurt bij het project betrokken. Centraal in de aanpak van Creatief Beheer staat de 'sociale wijkwerf', dit is een multifunctioneel parkje/tuin, dat dient als ontmoetingsplek en uitvalsbasis voor de vergroening van de wijk. Hieraan worden deelprojecten (modules) gekoppeld, zoals een tuinclub met buurtbewoners om de straten groen te maken, groene lesprogramma's en groene schoolpleinen voor scholen in de buurt, werkgelegenheidsprojecten of participatieve groene buitenschoolse kinderopvang. Deze modules worden in samenwerking met diensten, wijkorganisaties en participanten uitgevoerd, steeds wordt gezocht naar win-win situaties, waar bij gelijkblijvend budget een betere output wordt gerealiseerd. De uiteindelijke gebruikers worden zo al in een vroeg stadium door middel van nieuwe participatiemethoden bij het project betrokken. Iedereen die langs het terrein komt, mag binnen lopen en meedenken over wat er met het braakliggend stuk grond zou kunnen gebeuren of hoe het eruit kan komen te zien.
Bron: http://www.creatiefbeheer.nl

Categorie 3
Grote terreinen die zich meer aan de 'rafelranden' van de stad bevinden en mogelijk ook echt grote terreinen in bewoonde gebieden, moeten een functie hebben met belang voor de hele stad of een groot deel daarvan. Denk aan tijdelijke huisvesting, tijdelijke bebouwing of parken en gebruik als festivalterrein of andere creatieve doeleinden.

Groene voorbeelden uit andere steden

Gezonde Gronden is een initiatief in Den Haag dat betrokken burgers, ondernemers en boeren uit de regio bij elkaar brengt ten behoeve van een gezonde regio. Gezonde Gronden legt de nadruk op permacultuur. Gezonde Gronden heeft permacultuur omarmd als een efficinte methode om natuur terug te brengen in de stad. Permacultuur is een ontwerp- en onderhoudssysteem voor klein- en grootschalige projecten, zoals boerderijen, (moes)tuinen en balkons. Hierbij wordt in samenwerking met de natuur een biodivers, natuurlijk-veerkrachtig en duurzaam ecosysteem tot stand gebracht, gericht op voedsel- en energievoorziening. Gezonde Gronden en maakt mogelijk dat burgers uit de zuidwesthoek van de Randstad in de nabije toekomst uit hun eigen stad en regio kunnen eten van gezonde grond. Gezonde Gronden verbindt stad en platteland, geeft voorlichting, instructie en advies hoe:
- gezond voedsel te produceren en te consumeren in Den Haag en omstreken;
- boeren te behouden voor de Randstad;
- boeren te steunen die met hun bedrijf willen omschakelen naar een gezonde bodem;
- voedselzekerheid en zelfredzaamheid te bevorderen;
- het Groene Hart te behouden voor ons en onze kinderen.
Gezonde Gronden ontwikkelt daarom moestuinen in de stad en faciliteert tuinclubs. Daarnaast ontwikkelt Gezonde Gronden een programma van cursussen en themadagen, gericht op een eetbaar, ecologisch, leerzaam en plezierig samenzijn met de buurt.
Bron: http://www.gezondegronden.nl/index.html

2. Onderhandelen (centrale stad en stadsdeel)
Ontwikkelaars zijn nogal huivering voor het tijdelijk ter gebruik stellen van de terreinen waar zij ontwikkelrecht hebben. Vaak is het, ook voor hen nog niet duidelijk wanneer de bouw kan starten. Ook is men bevreesd dat wanneer er wel gebouwd kan worden, bewoners 'hun groen' niet meer kwijt willen. Zij zullen daarom niet snel genegen zijn om met initiatiefnemers of buurtbewoners afspraken te maken over tijdelijk gebruik. De gemeente kan hierbij een bemiddelende rol spelen en voorwaarden vast stellen waardoor de ontwikkelaar garanties heeft dat het terrein ook weer wordt 'teruggegeven' als de bouw kan starten. Indien nodig kan de gemeente met de ontwikkelaar afspreken welke vormen van tijdelijk gebruik wel of niet mogelijk zijn op diens terrein. Zo kan bijvoorbeeld voor terreinen waarvan de duur van braak nog onduidelijk is, worden gekozen voor gemakkelijk verplaatsbare functies (zie het voorbeeld van de natuurSUPERmarkt of denk aan verplaatsbare speeltoestellen of een jeu de boulebaan).
De gemeente kan hierbij de ontwikkelaar aanspreken op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voor een ontwikkelaar, zeker als het een corporatie betreft kan het interessant zijn als zijn naam verbonden wordt aan het buurtinitiatief. 'Ymere/ Rochdale/Stadsgenoot stelt haar terrein tijdelijk beschikbaar voor deze buurttuin'

3. Makelen (stadsdeel en centrale stad)
a. Het bij elkaar brengen van terreinen en initiatiefnemers
Na de inventarisatie worden de braakliggende terreinen actief 'aan de man gebracht'. Het stadsdeel gebruikt haar eigen communicatiekanalen zoals de website en de buurtkrant om buurtbewoners te informeren over het feit dat zij inrichtingsplannen kunnen indienen voor het terreintje om de hoek. Of zet een makelaarsbord op het terrein "beschikbaar voor tijdelijk gebruik". Daarnaast benadert het stadsdeel actief milieu educatie groepen en andere initiatiefnemers en geeft aan wat de mogelijkheden zijn voor het terrein.

b. Aanstellen van een terreinenloods voor de grotere braakliggende terreinen
In de stad zullen de komende jaren (in ieder geval tot 2020) enkele grote terreinen niet worden bebouwd. Denk aan Zeeburgereiland, delen van de Zuidas, Buiksloterham, delen 2e fase IJburg en gebieden in de Westelijke Tuinsteden. In die gebieden zijn er mogelijkheden voor grootschaliger en langduriger tijdelijk gebruik. Er kunnen studentencontainers komen, broedplaatsen, evenemententerreinen, tijdelijke sportvoorzieningen en er is ruimte voor grootschalige kunstenaarsinitiatieven. Gevaar dreigt dat iedereen op hetzelfde programma tijdelijk gebruik mikt. Dit vraagt om een nieuwe vorm van stedelijke planning en om stedelijke cordinatie (n loket voor tijdelijk gebruik).

4. Communicatie met buurtbewoners (stadsdeel)
Het is van groot belang dat bewoners bewust worden gemaakt van de mogelijkheden maar ook van de beperkingen van tijdelijk gebruik van een braakliggend terrein. Door de tijdelijke beschikbaarheid zal de functie naar verloop van de tijd verdwijnen. Hierover moeten bewoners goed genformeerd worden. Misschien onder andere met een groot bord bij de toegang tot het terrein met 'dit is een tijdelijke tuin'.
Het stadsdeel blijft goed op de hoogte van de bouwplannen van de ontwikkelaar en laat de gebruikers in zo'n vroeg mogelijk stadium weten wanneer het tijdelijk gebruik afloopt. Bij eventuele conflicten tussen gebruikers van het terrein treedt het stadsdeel op als bemiddelaar.
Bij grotere terreinen kan ook het opbouwwerk worden betrokken en kunnen kleine subsidies worden verstrekt voor de realisatie van particulier initiatief.

5. Gebruiksklaar maken van de grond (stadsdeel)
Voor sommige terreinen kan gelden dat ze niet meteen gebruiksklaar zijn, bijvoorbeeld door oppervlakkige verontreiniging maar ook door kleine ongemakken als grote hopen zand of diepe kuilen. De gemeente maakt het terrein dan zo klaar dat buurtbewoners er ook daadwerkelijk aan de slag kunnen. De ontwikkelaar kan hier uiteraard ook een taak in hebben.
Voor grotere langduriger braakliggende terreinen kan het nodig zijn om minimale voorzieningen aanleggen (zoals water) aan te leggen.

De gemeenteraad van Amsterdam, gezien het voorstel van de raadsleden Van Doorninck, Alberts en Combrink

Besluit:

Het college van B&W op te dragen een beleid te ontwikkelen voor het tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen waarbij als uitgangspunt geldt dat de gemeente (stad en stadsdelen) niet zelf uitvoert maar initiatieven van buurtbewoners en maatschappelijke organisaties voor tijdelijk gebruik faciliteert.

Het college van B&W heeft hierbij de volgende taken:
1. Inventariseren: Het overzicht maken van alle braakliggende terreinen in de stad naar drie categorien
2. Onderhandeling: Met de ontwikkelaars van de terreinen afspraken maken over tijdelijk gebruik
3. Makelen:
a. Het bij elkaar brengen van terreinen en initiatiefnemers
b. Aanstellen van een terreinenloods voor de grotere braakliggende terreinen
4. Communiceren: Afspraken maken met de bewoners/initiatiefnemers over de voorwaarden van het tijdelijk gebruik
5. Gebruiksklaar maken van de grond

U bent hier