h

Notitie: Voor de kinderen

28 november 2012

Notitie: Voor de kinderen

Notitie: Voor de kinderen

Inleiding

In 2011 groeien er van de 143.769 jongeren tot en met 18 jaar, 35.879 op in armoede. Van alle jongeren in een minimahuishouden groeit 53% op in een noudergezin en 47% in een gezin met twee ouders. Het zijn voornamelijk Surinaamse, Antilliaanse en autochtone jongeren die opgroeien in eenoudergezinnen met een laag inkomen (veelal in Zuidoost), respectievelijk 82%, 79% en 74% van hen. Turkse en Marokkaanse minimajongeren groeien juist veelal op in meerpersoonshuishoudens (meestal in Nieuw-West).De sterke oververtegenwoordiging van allochtone jongeren die in armoede opgroeien is iets gedaald. Het aantal autochtone jongeren dat in armoede opgroeit is iets gestegen.

Het aantal jongeren dat opgroeit in armoede is in de meest recente Armoedemonitor, die van 2011, afgenomen met zo’n 4000. De afname heeft verschillende oorzaken: er zijn gezinnen uit de stad verhuisd, maar ook zijn er gezinnen in Amsterdam die de afgelopen jaren meer zijn gaan verdienen. Laatstgenoemde gezinnen hebben mogelijk baat gehad bij het offensief dat de gemeente in 2007 heeft ingezet en dat tot doel had gezinnen met kinderen die het moeilijk hadden alle mogelijke ondersteuning te bieden bij integratie-, opvoedings- en onderwijsproblemen, om op die wijze eventuele drempels, die de normale ontwikkeling van de kinderen zouden kunnen belemmeren, weg te nemen. Al is oorzaak en gevolg niet 1 op 1 te herleiden tot genoemd offensief, feit is dat in Amsterdam minder kinderen in armoede opgroeien, dan voorheen.

Niettemin is er reden tot zorg: de Armoedemonitor telt namelijk nog altijd ruim 35.000 jongeren, waarvan vele met een migranten achtergrond, die in armoede opgroeien. Bovendien bleek recent uit een publicatie van het SEO dat het werkloosheidspercentage in Amsterdam op dit moment ruim boven het landelijk gemiddelde zit van 6,8 procent en het aantal aangevraagde uitkeringen liep in het afgelopen jaar op met bijna 20 procent. De afgelopen maanden zijn vele duizenden Amsterdammers, ook Amsterdammers met kinderen, werkloos geworden. Het aantal mensen dat van een laag inkomen moet rondkomen neemt dus toe. Daar bovenop komen dan de plannen van het nieuwe kabinet: volgens berekeningen van het Nibud gaan minimahuishoudens met kinderen er zo'n 5% op achteruit in koopkracht, als gevolg van die plannen. Met andere woorden, die 35879 kinderen die het al zwaar hebben, zullen het dus nog zwaarder krijgen.

Volgens de SP moeten alle kinderen gelijke kansen krijgen. Je achtergrond, de buurt waar je woont of je gezinssituatie mogen niet bepalend zijn voor je toekomst. In een sociaal Amsterdam staat het bestrijden van armoede onder kinderen bovenaan. Volgens ons moet de gemeente er een tandje bij zetten. Naast aandacht voor onderwijs en opvoeding, moet er aandacht komen voor de verbetering van de economische situatie van huishoudens. Verder moet de (nog altijd toenemende) segregatie in de stad worden bestreden.

Wonen

Blijven wonen in de eigen buurt

Op dit moment is het zo dat als mensen hun woning moeten verlaten omdat ze hun baan kwijt raken worden of om een andere reden de huur niet meer kunnen betalen, zij niet expliciet geholpen worden door de gemeente om in hun eigen buurt een woning te vinden. Gezinnen verhuizen daarom van het ene deel van de stad naar een heel ander deel, of moeten soms zelfs de stad verlaten. Kinderen moeten naar een andere school moeten en een andere opvang en raken hun vaste vriendjes kwijt.

De SP vindt dat gezinnen met kinderen die moeten verhuizen vanwege hun economische situatie, door de gemeente zoveel mogelijk geholpen moeten worden, als ze een huis in hun eigen buurt willen vinden. De hele situatie is namelijk voor gezinnen en de kinderen al vervelend genoeg. De gemeente moet hierover in overleg treden met woningcorporaties zodat deze gezinnen voorrang krijgen op betaalbare woningen die in hun eigen buurt vrij komen.

Daklozenopvang voor gezinnen

In Amsterdam is een tekort aan opvangmogelijkheden voor dakloze gezinnen. Als er geen opvang in een locatie van HVO-Querido of het Leger des Heils geregeld kan worden, regelt de gemeente voor het betreffende gezin een hotelkamer. Het is goed dat Amsterdam voor gezinnen met kinderen altijd een of ander onderkomen regelt, maar beter is ervoor te zorgen dat de opvangcapaciteit voor gezinnen in Amsterdam wordt uitgebreid.

Betaalbare woonruimte voor gezinnen

Amsterdam kampt met een tekort aan betaalbare woningen voor grote gezinnen. Veel kinderen hebben letterlijk geen ruimte om hun huiswerk te doen, met alle gevolgen van dien. Het feit dat deze gezinnen veelal in te kleine woningen wonen, heeft gevolgen voor de toekomst van hun kinderen. Zij zullen op school minder goed mee kunnen komen, omdat zij thuis niet de rust kunnen vinden hun schoolwerk voor te bereiden. De SP vindt dat Amsterdam ervoor moet zorgen dat er meer grote woningen komen, die dan ook nog betaalbaar zijn. De kluswoningen in leegstaande kantoren bieden nu al uitkomst voor studenten. Mogelijk kunnen dergelijke ruimtes ook een uitkomst bieden aan grote gezinnen. Daarnaast is het nodig om ervoor te zorgen dat overal verspreid over Amsterdam locaties zijn waar kinderen (onder begeleiding) hun huiswerk kunnen maken. Ofwel de gemeente moet onze aangenomen motie voor gratis huiswerkbegeleiding uitvoeren.

Inkomen

Kinderopvang bij sollicitatie

De kinderopvang zou incidenteel gratis te gebruiken moeten zijn voor werkzoekenden die gaan solliciteren of een cursus volgen. Nu ontvangen alleen mensen op bijstandsniveau in een re-integratietraject een bijdrage. Deze regeling moet verruimd worden en meer maatwerk kunnen leveren aan individuele werkzoekende Amsterdammers. Momenteel is er in de kinderopvang sprake van overcapaciteit. Deze ruimte kan gebruikt worden door ouders tijdens hun zoektocht naar werk. Hierover kunnen afspraken gemaakt worden met de opvangorganisaties die actief zijn in Amsterdam. Zo kan deze incidentele opvang onderdeel uit gaan maken van afspraken over social return voorwaarden die de gemeente zou kunnen gaan stellen bij de vergunningverlening. Doordat hiervoor incidenteel lege opvangplekken gebruikt worden hoeft deze maatregel weinig te kosten.

Oprekken vermogenstoets bij kwijtschelding gemeentelijke belasting

In Amsterdam krijgen mensen met een uitkering vrijstelling van het betalen van de gemeentelijke belasting. Onder de voorwaarde dat het spaargeld, als je dat hebt, niet boven een bepaalde grens, de zogenaamde vermogenstoets uitkomt. Het vervelende is dat de vermogenstoets om een bijstandsuitkering te krijgen een andere is dan de vermogenstoets die geldt voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belasting. Voor alleenstaande ouders is het vermogen dat je van de WWB maximaal mag hebben 11.370 euro. Het vermogen dat je mag hebben om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen te krijgen, is veel lager: rond de 2000 euro. Een en ander betekent dat het spaarpotje van alleenstaande ouders met een uitkering langzaam wordt opgemaakt aan het vereffenen van de gemeentelijke belasting. Met alle gevolgen voor de financiëe weerstand van het gezin van dien.

De SP vindt dat de gemeente de vermogenstoets voor kwijtschelding moet oprekken, net zoals bijvoorbeeld gemeente Enschede dat heeft gedaan. Laatstgenoemde gemeente heeft de grenzen van de vermogenstoets van kwijtschelding opgerekt tot het maximum dat geldt om in aanmerking te komen voor een WWB-uitkering.

Financile ondersteuning voor schoolgaande kinderen

Vorig jaar is de scholierenvergoeding, een bedrag voor schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, verlaagd met 50. Dat is volgens de SP geen verstandige maatregel. De scholierenvergoeding is voor ouders met kinderen namelijk erg belangrijk, door deze vergoeding kunnen kinderen participeren en mee doen met hun vriendjes. Hiermee kunnen namelijk schoolreisjes en contributie aan sportverenigingen worden betaald. Op die vergoeding had dus niet bezuinigd moeten worden, zeker niet in een tijd dat de koopkracht er voor vrijwel iedereen flink op achteruit dreigt te gaan. Daarbovenop komt nog het feit dat ook de schoolboeken straks weer door ouders zelf betaald moeten gaan worden. De SP stelt daarom voor de bezuiniging op de scholierenvergoeding ongedaan te maken.

Verder moet de gemeente ervoor zorgen dat de ouderbijdrage aan scholen wordt gemaximeerd op 25 euro. Ook zou de eigen bijdrage voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE), programma's voor kinderen met een achterstand, uitgebannen moeten worden.

Betaalde banen creren

Volgens de gemeente vormt de participatiebaan een opstapje naar (echt) betaald werk. De participatiebaan zou dat kunnen zijn, maar dan zou de gemeente de werkgever wel moeten verplichten de deelnemers aan te nemen als er geen zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. De gemeente zou bijvoorbeeld van de werkgever kunnen eisen de werknemer na een inwerkperiode van een aantal maanden een normaal contract te geven. Amsterdam stelt echter geen enkele eis. Uitkeringsgerechtigden mogen van de gemeente zelfs maximaal 4 jaar met behoud van uitkering aan het werk worden gezet, zonder dat daar iets tegenover staat. Na die vier jaar mag de werkgever je ook nog eens zo wegsturen. De SP is van mening dat werk hoort te lonen. Bovendien zorgt het krijgen van een normaal loon ervoor dat mensen zich kunnen opwerken uit de armoede. Het is ook goed voor hun gevoel van eigenwaarde richting hun collega’s. De SP vindt dat Amsterdam de participatiebanen die er zijn maximaal voor 6 maanden mogen zijn en moeten resulteren in echte banen met ten minste een minimumloon. Verder zou de gemeente de overgebleven gelden van DWI die nu terug gestort moeten worden aan het rijk in een fonds moeten storten van waaruit de vorig jaar wegbezuinigde reis- en trajectvergoeding kan worden betaald.

Onderwijs

Scholen mengen

De kansen van kinderen worden niet optimaal benut in een verdeelde stad. Door kinderen met verschillende achtergronden samen naar school te laten gaan kunnen ze zich optimaal ontwikkelen. De samenleving is divers en de beste manier om daar op voorbereid te worden is als de school een redelijke afspiegeling is van de samenleving. In Amsterdam zijn er 27 scholen die een onvoldoende afspiegeling van de buurt zijn.

De gemeente moet met de basisscholen afspreken welk percentage leerlingen met en zonder achterstand ze zullen aannemen. Daarnaast moet de gemeente haast maken met het uitvoeren van een aangenomen motie van de SP die opdracht geeft om zorgleerlingen te gaan spreiden over scholen. Daarvoor is het nu de hoogste tijd.

En het college moet werk gaan maken van haar eigen collegeakkoord en komen met een voorstel voor een centraal stedelijk aannamebeleid zodat alle Amsterdamse kinderen gelijke kansen en rechten hebben bij de schoolkeuze.

Leerrendement de norm

Met een kwaliteitswijzer informeert de gemeente ouders over de kwaliteit van alle basisscholen in Amsterdam. Leidend hierin zijn de Citoscores. Door de Cito toets te gebruiken als middel om de kwaliteit van scholen te beoordelen stimuleert de gemeente segregatie. Populaire scholen hebben er dan belang bij kinderen aan te nemen waarvan verwacht wordt dat ze hoge scores halen.

De hoogte van de Citoscores zouden niet leidend moeten zijn, maar hetgeen een school een kind meegeeft. Scholen moeten niet beoordeeld worden op basis van de afkomst van hun populatie maar op basis van het leerrendement. Een school met veel kansarme kinderen kan relatief lagere Citoscores behalen terwijl het onderwijs er excellent is. Door het leerrendement te beoordelen wordt de kwaliteit van het onderwijs leidend. Hiermee wordt voor ouders inzichtelijk waar het onderwijs het beste is en niet welke school de meeste VWO-leerlingen aflevert. Ouders zullen hierdoor makkelijker kiezen voor een school die goed presteert in de eigen buurt.

Laagdrempelig taalonderwijs

Om kinderen een goede kans te geven is het van belang dat zij en hun ouders het Nederlands goed beheersen. Het komende jaar echter wordt er flink bezuinigd op taalonderwijs. Zo wordt bijvoorbeeld de vrijwillige inburgering afgeschaft. Deze maatregelen hebben gevolgen voor de mate van participatie van de ouders. De SP vindt dat gemeente meer geld moet uittrekken voor laagdrempelig taalonderwijs en voor cursussen taal- en ouderbetrokkenheid zodat ouders hun kind beter kunnen begeleiden.

Laurens Ivens
Maureen van der Pligt
Remine Alberts

U bent hier