h
10 mei 2006

Schriftelijke vragen Mijn Koffie

Schriftelijke vragen van de raadsleden E. van der Burg (VVD) en J. van Dijk (SP) over het protest tegen het verbod op de verkoop van koffie op de veren.

Amsterdam, 10 mei 2006

Aan het College van Burgemeester en Wethouders

Inleiding
Op dinsdag 9 mei hebben dak- en thuislozen van het herintredersproject 'Mijn Koffie' geprotesteerd tegen het verbod van het GVB om koffie te verkopen op de veren. Het protest bestond uit het uitdelen van gratis koffie. Het GVB wil niet dat daklozen koffie verkopen op de veren, omdat dit rommel zou veroorzaken. Het aanbod van 'Mijn Koffie' om de rommel zelf op te ruimen, werd door het GVB afgewezen.

Op 7 april jl. heeft de VVD vragen gesteld over de afwijzing van het GVB om koffie in de metrostations te verkopen. Net als de VVD, vindt de SP 'Mijn Koffie' een positief initiatief dat steun verdient. Beide partijen zijn van mening dat het College zich moet inspannen om het project Mijn Koffie te laten slagen.

In het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde willen wij u daarover een aantal vragen voorleggen.

1. Wat is het oordeel van het College over het protest van Mijn Koffie tegen het GVB, met het doel om koffie te kunnen verkopen op de veren?

2. Deelt u de mening van SP en VVD, dat de voordelen van het project Mijn Koffie zwaarder wegen dan de bezwaren van het GVB, dat de achtergebleven bekers rommel veroorzaken?

3. Wat vindt u van het feit dat het GVB het aanbod van Mijn Koffie heeft afgewezen, om de achtergebleven bekers zelf op te ruimen?

4. Bent u bereid om zich in te spannen om het GVB aan te sporen om het project Mijn Koffie niet langer te belemmeren? Zo nee, waarom niet?

5. Deelt u in het algemeen het oordeel dat Mijn Koffie een prima initiatief is dat navolging verdient en dat eventueel ook op andere plaatsen mogelijk moet worden gemaakt?

Eric van der Burg
VVD-gemeenteraadslid

Jasper van Dijk
SP-gemeenteraadslid

U bent hier