Schriftelijke vragen verordening kleine vrachtschepen
In 2006 is de havenverordening voor binnenwaterschepen aangepast. In de nieuwe havenverordening worden binnenvaarschepen omschreven als zijnde schepen die hoofdzakelijk voor binnenvaart dienen. Alle schepen die volgens het binnenwaterbeheer Amsterdam niet onder dit criterium passen, worden aangemeld als zijnde woonschepen.
In het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde willen wij u de volgende vragen voorleggen.
1. Klopt het bovenstaande?
2. Zo nee, hoe zit het dan?
3. Zo ja, waarom is deze (hoofdzakelijk tegenover niet hoofdzakelijk) onderscheiding gemaakt?
4. Is vooraf, voordat de verordening werd aangepast, overleg geweest met vertegenwoordigers van schippersbonden/bedrijfsleven?
5. Zo nee, waarom niet?
6. Zo ja, was genoemde vereniging het eens met deze verandering; wat was hun reactie?
7. Als hetgeen in de inleiding staat klopt, kunt u mij uitleggen hoe de gemeente bepaalt wat hoofdzakelijk is en wat niet; welke grenzen hanteert u: wanneer is volgens de gemeente iemand een varend ondernemer en wanneer niet?
8. Is een en ander zwart op wit te lezen in bijvoorbeeld werkvoorschriften richting behandelend ambtenaar?
9. Zo nee, kunt u dat uitleggen?
10. Zo ja, kunnen wij daar een kopie van krijgen?
11. Bij ons meldde zich een binnenwaterschipper die overal in Europa en overal in Nederland zijn beroep mag uitoefenen, namelijk laden, varen en lossen, behalve in Amsterdam omdat Amsterdam bepaalde dat zijn schip niet hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de binnenvaart. Met name kleinere schepen moeten vaak wachten op vracht, ze hebben een soort reservebankfunctie, in de waternota 1990 werd door Amsterdam rekening gehouden met de omstandigheid dat deze schepen over het algemeen langer in de haven liggen dan grote vrachtschepen. Anno 2006 noemt Amsterdam deze schepen woonschepen met alle gevolgen van dien in tegenstelling tot elders in Nederland en Europa. Kennelijk wordt elders in Europa en elders in Nederland niet gewerkt met een dergelijk aangescherpt criterium. Klopt dat?
12. Zo ja, bent u het mij eens dat een en ander niet bevorderlijk is voor het vrije verkeer en de vrije vracht over water?
13. Als u het met hetgeen wij in vraag 12 stellen eens bent, wat gaat u doen om dit op te lossen?
14. Als u het niet met ons eens bent, kunt u dat uitleggen?
Meta Meijer, Hans Bakker
gemeenteraadsleden SP