h

Ontruiming kraakpanden

26 maart 2007

Ontruiming kraakpanden

Ontruiming kraakpanden

Nr. 27
Schriftelijke vragen van het raadslid mevr. Alberts (SP) inzake ontruiming kraakpanden.

Amsterdam, 23 maart 2007.

Aan het college van burgemeester en wethouders.

In de vergadering van de commissie voor Algemene Zaken c.a. van 22 maart 2007 is gesproken over de ontruiming van het pand Bilderdijkstraat 82. Burgemeester Cohen vertelde dat de politie twee jerrycans met ontvlambare stoffen had gevonden. Die mededeling deed de suggestie ontstaan dat krakers een boobytrap hadden gemaakt.
De fractie van de SP herinnert zich eerdere invallen van de politie bij kraakpanden. Bij die invallen werd door de politie tegen de media gezegd dat het inzetten van groot materieel, namelijk de zogenaamde bratraeenheid nodig was omdat de krakers hevig verzet pleegden. Het gebruik van pepperspray om de toegang te verkrijgen kreeg die aandacht niet. Een ander voorbeeld: bij een inval aan de Van Ostadestraat ontwrichtte de politie een hoofdleiding gas, waardoor direct ontploffingsgevaar ontstond. De politie ontkende dit tegen journalisten die opheldering kwamen vragen, terwijl er urenlang een wagen van Nuon in de straat had gestaan. Laatste voorbeeld: bij de inval in het Pakhuis Afrika zaagde de politie moedwillig dwars door een asbestdeur, waardoor wederom gevaar ontstond, dat niet door de krakers teweeg was gebracht.

In het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de SP, de volgende vragen te stellen:

1. Waarom is de vondst van twee jerrycans met ontvlambare stoffen als bericht naar buiten gebracht: immers de jerrycans waren niet gebruikt. Nu ontstond de indruk dat de krakers een bom voorbereid hadden. De vraag rijst dan: waarom hebben de krakers de jerrycans niet gebruikt als het werkelijk zo bedoeld was. Kortom: is hier sprake van het scheppen van een sfeer a la: de krakers worden steeds gewelddadiger en dus zet de gemeente zwaar geschut in als ze panden van de kraakbeweging ontruimt?

2. Kan het college het antwoord op vraag 1 toelichten?

3. De indruk die volgens ondergetekende gewekt wordt is: de krakers zijn hier schuld aan. Echter, gelet op de door ondergetekende hiervoren aangedragen voorbeelden neigt ondergetekende meer naar: handelt de politie wel ten allen tijde bekwaam? Is het college bereid te onderzoeken hoe het kan dat het de afgelopen tijd vaak is voorgekomen dat er bij ontruimingen gevaarlijke situaties ontstaan; wie of wat is hier schuldig aan?

4. Zo ja, wanneer kunnen de resultaten van dat onderzoek tegemoet worden gezien?

5. Zo nee, kan het college dat uitleggen?

6. Bestaat er een standaardverslaglegging na een ontruiming? Zo ja, kunnen raadsleden die inzien? Zo nee, is het college van plan een dergelijke verslaglegging in het leven te roepen? Kan het college het antwoord toelichten?

Het lid van de gemeenteraad,

Remine Alberts.

U bent hier