Dodenherdenking bij monument voor Keesje Brijde 4 mei 2007
Dodenherdenking bij monument voor Keesje Brijde 4 mei 2007
Vier mei 2007. Ook in Zeeburg staat een herdenkingsmonument. Het monument voor Keesje. Keesje was een twaalfjarige Amsterdamse jongen die op 13 december 1944 door de Duitse bezetter is doodgeschoten. De SP was tijdens dodenherdenking 2007 ook hier vertegenwoordigd. Jeroen Zonneveld (SP-fractielid) was bij deze gelegenheid ceremoniemeester en sprak enkele woorden.
Namens het stadsdeel Zeeburg heet ik u allen hartelijk welkom bij deze dodenherdenking. Vooral de kinderen en jongeren heet ik welkom omdat het bezoeken van een dodenherdenking op 4 mei beslist niet vanzelfsprekend is. Er komen steeds minder mensen die zelf de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt. Daarom is het des te belangrijker met steeds weer nieuwe generaties elk jaar een moment stil te staan bij alle slachtoffers van oorlog, onderdrukking, honger, armoede en geweld. Welkom dus.
Keesje Brijde was een van de miljoenen slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen, in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Wij herdenken vandaag al die slachtoffers van deze oorlog, maar ook van alle andere oorlogen. Wij herdenken niet alleen, maar spreken ook onze hoop uit dat het hier nooit meer oorlog wordt en dat oorlogen elders in de wereld zo snel mogelijk worden gestopt.
Dat wij in vrijheid leven met een parlementaire democratie is helemaal niet vanzelfsprekend. Dat moeten wij ons steeds opnieuw realiseren. Voortdurend moeten wij alert blijven om opkomend racisme, kunstmatig opgeklopte tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen en een wij-zij sentiment te bestrijden. Laten wij onze vrijheid en onze democratie met alle middelen verdedigen. Want, zoals van Randwijk het zo mooi uitdrukte: een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht...
Dan lees ik nu een gedicht voor van schrijfster Anna Enquist, met enkele woorden ter inleiding. Zij sprak deze tekst uit bij een dodenherdenking elf jaar geleden in Amsterdam.
"Het is 4 mei en we herdenken de doden. We zijn vervuld van verdriet om wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is. Ik hoop dat we daarnaast ook verdriet mogen hebben over het opgeven van de grote illusie; dat we, in gesprek met onze ouders, met onze kinderen en vooral in gesprek met onszelf, verdriet mogen hebben over onze ontoereikendheid, verdriet over de noodzaak om iedere dag weer alert te zijn op onze zwarte kant.
Dit verdriet kunnen wij met elkaar delen, in dit verdriet zijn alle generaties met elkaar verbonden op een avond als deze, de avond van de vierde mei.
Vier mei
Niet de doden heb ik herdacht
maar mijzelve, ik dus,
toch ook centrum van veel kwaad.
In het feestelijk park was het
of samenkwam, in mij, in mijn
lichaam, ja, de hartstreek
om precies te zijn, datgene wat
mensen herdenken op vier mei.
Die vlam van boos vuur ziet
men laaien, op brandstapels bijvoorbeeld
of de Waalsdorpervlakte, maar
die avond, om acht uur, was het
wel duidelijk dat ik als potentile
fakkel, als toekomstige explosie,
daar rustig stond te smeulen,
vooralsnog beschermd, te weten
binnen je armen, binnen
een haag van bloed?"
- Zie ook:
- Oost