Amsterdam

Amendement betreffende de Amstelcampus -1.

De stadsdeelraad Oost/Watergraafsmeer, in vergadering bijeen op 2 juli 2007

stelt vast:
- dat op 12 mei 2004 het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer (OWGM) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een intentieovereenkomst zijn aangegaan inzake het plan Wibauthuis en Kohnstammhuis-lokatie waarin over de ontwikkeling van een ruimtelijk plan het volgende is opgenomen:
Artikel 3 Ontwerp
3.1.In het SPvE zal uitwerking worden gegeven aan de ruimtelijke en planningtechnische relatie tussen de diverse deelgebieden binnen het plangebied
3.2 In het SPvE zal uitwerking worden gegeven aan de ruimtelijke relatie tussen het plangebied en de directe omgeving gelegen binnen het plangebied.

- dat bij de besluitvorming op over het ontwikkelde SPvE op 26 september 2005 met een overwegende meerderheid van de raad bij amendement werd uitgesproken dat de ruimtelijke relatie tussen de diverse deelgebieden binnen het plangebied en die tussen het plangebied en de directe omgeving nog nadere uitwerking behoefde.
- dat daarvoor de verder uitwerking van een ruimtelijk plan zou moeten worden opgedragen aan een onafhankelijke stedenbouwkundige supervisor waarbij speciaal aandacht gevraagd werd voor de stedenbouwkundige aansluiting van de HvA-gebouwen op de omliggende woonbuurten, eenheid van architectuur, ontwikkeling van de openbare ruimten met daarbij ook aandacht voor de sociale veiligheid. Deze ontwikkeling van een ruimtelijk plan moest in goede samenspraak met de bewoners tot stand komen.
- dat uit een voordacht van 3 kandidaten als supervisor is aangesteld de heer Ir. H, Davidson.

overwegende,
- dat het advies van de supervisor d.d. maart 2007 beschouwd mag worden als een goede nadere stedenbouwkundige uitwerking van het SPvE waarin naast de goede uitwerking van de stedenbouwkundige opgave een goed evenwicht is gevonden tussen de diverse belangen in het plangebied,
- dat het voor de verdere ontwikkeling van het SPvE en de bouwplannen van de HvA op dit moment het goed is om de besluitvorming over de Rhijnspoorlokatie niet op te nemen in het besluit over het SPvE en het ruimtelijk plan omdat er te veel onduidelijkheden over de bestemming en mogelijkheden zijn gerezen.

constaterend,
- dat het ruimtelijk plan van de supervisor d.d. maart 2007 goed past in de uitgangspunten van het SPvE,

besluit:
- de besluitvorming over de Rhijnspoorlokatie op een later tijdstip te nemen
- het ruimtelijk plan met bovengenoemde beperking als onlosmakelijk deel in het SPvE op te nemen

en gaat over tot de orde van de dag.

Karen Wegner, Jeroen Bronswijk, Johanna de Koff, Bert van der Heul