Dirx vertoont dubieuze foto's
Dirx vertoont dubieuze foto's
Gratis fotoservice bij Dirx drogisterijen
Schriftelijke vragen van Laurens Ivens aan het college van burgemeester en wethouders.
Amsterdam, 3 augustus 2007.
Bij Dirx drogisterijen in de Rijnstraat en op het Heinekenplein hangen foto's van per videocamera betrapte maar niet gesnapte 'winkeldieven'. Er staat op de posters niet dat het gaat om winkeldieven, maar toch is het duidelijk dat hier op gedoeld wordt. Dirx verzoekt de klant die deze mensen herkent te bellen met de veiligheidsdienst van Dirx. Bij navraag bij Dirx zegt deze dat de actie niet is overlegd met de politie en dat de actie is bedoeld om achter naam en adres van de gekiekte mensen te komen zodat Dirx hen kan berichten dat ze in Dirkwinkels niet welkom zijn. Volgens de SP worden deze mensen publiekelijk veroordeeld doordat deze foto's goed zichtbaar in de winkels hangen. Daarmee speelt Dirx voor eigen rechter, wat een ondermijning van de rechtstaat is.
Inmiddels is de politie van De Pijp door ons op de hoogte gesteld. De wijkregisseur is gaan kijken en heeft Dirx gemeld dat de foto's niet gewenst zijn. Als Dirx de foto's laat hangen is dit volgens de politie op hun eigen verantwoording. De Dirx kan namelijk eventueel worden aangeklaagd door de afgebeelde personen. De politie is kennelijk niet van plan verdere actie te ondernemen. Indien de afgebeelde personen juridisch niet strafbaar gehandeld hebben, zijn zij wel degelijk publiekelijk veroordeeld. Indien zij wel strafbare handelingen hebben verricht is het aan de politie de opsporingstaak uit te voeren en niet aan de winkel zelf. De Dirx vervult hiermee dan de opsporingstaak die bij de politie thuis hoort.
Met betrekking tot het bovenstaande heb ik de volgende vragen:
1. Wat is uw mening over deze actie van Dirx Drogisterijen?
2. Deelt u de mening dat deze actie van Dirx een ondermijning van onze rechtstaat is? Kunt u dit toelichten?
3. Wat vindt u ervan dat de politie verder niet optreedt? Kunt u uw antwoord toelichten?
4. Betekent deze actie van Dirx dat de politie haar opsporingstaak niet goed uitvoert? Wat is uw mening hieromtrent?
5. Bestaan er richtlijnen bij de politie voor dit soort zaken? Zo ja, hoe zien deze richtlijnen er uit? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u bereid maatregelen te nemen om te voorkomen dat Amsterdamse winkeliers voor eigen rechter of opsporingsfunctionaris gaan optreden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat voor maatregelen gaat u nemen en hoe gaat u dit aan de winkeliers communiceren?
Laurens Ivens (SP).
Beantwoording van het College.
Antwoord vraag 1:
Twee vestigingen van Dirx-drogisterijen hebben in hun winkels posters op A3-formaat opgehangen van personen die zij van winkeldiefstal verdachten. Deze posters waren voorzien van het verzoek: "Bent of kent u deze persoon, bel dan anoniem naar 025-243090". De directies van de Dirx-vestigingen die de posters hebben laten ophangen deden dit enerzijds met het oogmerk om de vermoedelijke dader een winkelverbod te kunnen sturen en anderzijds vanuit een preventief oogpunt.
Het College begrijpt dat ondernemers, en dus ook de Dirx drogisterijen, iets willen ondernemen tegen diefstal uit hun winkels. Het College is echter geen voorstander van het publiekelijk veroordelen van mensen, alvorens door een rechter is vastgesteld dat zij ook daadwerkelijk een diefstal hebben gepleegd. Bij verdenking van winkeldiefstal heeft een winkelier altijd de mogelijkheid om aangifte te doen. Als een winkelier over beeldmateriaal beschikt, dan kan hij dit beschikbaar aan de politie stellen in belang van het onderzoek. Het College geeft de voorkeur aan deze manier van diefstalbestrijding.
Antwoord vraag 2:
Wettelijk gezien is het toegestaan om een poster op te hangen, mits er geen onaanvaardbare inbreuk op de privacy van een persoon wordt gemaakt. Het ophangen van posters van vermoedelijke winkeldieven is geen strafbaar feit. Een persoon die is afgebeeld op een poster kan wel via een civiele procedure eisen dat de foto wordt verwijderd. Grondslag hiervoor is dan dat in strijd is gehandeld met artikel 21 Auteurswet 1912 en artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Deze laatste wet staat niet toe dat fotos van personen die verdacht worden van winkeldiefstal door winkeliers op winkelruiten of andere voor het publiek zichtbare plaatsen worden gepubliceerd. De rechtbank Amsterdam heeft op basis van deze artikelen in een eerdere, soortgelijke zaak geoordeeld dat een winkelier niet voor eigen rechter mocht spelen en de posters uit zijn winkel diende te verwijderen.
Volgens het College is er geen sprake van ondermijning van de rechtstaat. Er zijn wettelijke kaders voor dergelijke acties, waarbinnen een winkelier moet blijven. Als hij deze overtreedt, dan kan hij daarvoor veroordeeld worden.
Antwoord vraag 3:
Zoals aangegeven, is het ophangen van posters van vermoedelijke dieven geen strafbaar feit. Daarom heeft de politie in dergelijke gevallen geen zelfstandige bevoegdheid om tegen het ophangen van deze posters op te treden.
Tegen overtreding van de Auteurs wet 1912 en de Wet bescherming persoons-gegevens kan de politie niet optreden, dat kan enkel degene wiens privacy geschonden wordt.
Het optreden van de politie was dan ook juist.
Antwoord vraag 4:
De politie heeft bij deze actie geen opsporingstaak, omdat er geen sprake is van een strafbaar feit.
Antwoord vraag 5:
Er bestaan geen richtlijnen voor dit soort zaken, en dat is ook niet nodig. Omdat er geen sprake is van een strafbaar feit, kan de politie niet optreden. Wel kan zij de betreffende winkelier wijzen op de risicos die verbonden zijn aan het ophangen van dergelijke posters, nl. dat zij kunnen worden aangeklaagd door de personen op de poster. Dat is in deze zaak ook gebeurd.
Antwoord vraag 6:
De gemeente zal in haar reguliere overleggen met ondernemers en branche-organisaties in Amsterdam kenbaar maken dat zij geen voorstander is van het ophangen van posters in winkels en er op aandringen dat ondernemers deze methode niet toepassen. Het College is echter niet van plan om maatregelen te treffen. Hierin is reeds voorzien via de genoemde wetten.