Amsterdam

Verzakking woningen Vijzelgracht

Schriftelijke vragen aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum
van de raadsleden Bruggeman en Duijndam (SP) over verzakking van woningen door lekkages in de bouwput van metrostation Vijzelgracht

1. Wie is in de (ruime) omgeving van het bouwtrac van de Noord/Zuidlijn belast met het toezicht als bedoeld in artikel 100a van de Woningwet op het verbod een bestaand gebouw in een staat te laten komen die niet voldoet aan de voorschriften?

2. Wordt het stadsdeel altijd genformeerd over calamiteiten bij de bouw van de Noord/Zuidlijn die gevolgen zouden kunnen hebben voor de bouwkundige staat en veiligheid van gebouwen in de (ruime) omgeving van het bouwtrac?

3. Is het dagelijks bestuur bereid burgemeester en wethouders te verzoeken in de toekomst ook de raad van Stadsdeel Centrum terstond te voorzien van openbare informatie, telkens wanneer zich onverhoopt opnieuw calamiteiten voordoen bij de bouw van de Noord/Zuidlijn, ook als daarvoor geen verplichting zou bestaan?

4. Deelt het dagelijks bestuur de ongerustheid van de bewoners over het falen van het monitorsysteem dat moet waarschuwen voor verzakkingen? Is het dagelijks bestuur bereid aan burgemeester en wethouders hierover opheldering te vragen?

5. Klopt het bericht in Het Parool van 20 juni 2008 dat de directie van de Noord/Zuidlijn al sinds december weet dat de wanden van de bouwputten konden lekken?

6. Is het niet wrang dat de woningen aan de Vijzelgracht begonnen te verzakken, pal nadat dezelfde bewoners ter zitting van de voorzieningenrechter hadden geist dat de gemeente beperkingen stelt aan de bouwoverlast?

7. Wil het dagelijks bestuur de complimenten van de SP aanvaarden voor de wijze waarop het dagelijks bestuur zijn medeleven heeft betoond met de bewoners die zijn getroffen door de verzakking van de woningen aan de Vijzelgracht?

8. Is het dagelijks bestuur vervolgens bereid al datgene te doen wat kan bijdragen aan verlichting en compensatie van het leed van alle bewoners en ondernemers aan de Vijzelgracht ten gevolge van de metrobouw?

J.M. Bruggeman
P.J.M. Duijndam