Amsterdam

Warmtepomp

Schriftelijke vragen van Carlien Boelhouwer en Laurens Ivens over warmtepomp.

Amsterdam, 20 februari 2009.

Inleiding

Met ingang van dit jaar betaalt men in Nederland voor transportkosten op basis van de capaciteit van de energieaansluiting, onafhankelijk van het verbruik van energie. Particulieren met een aansluiting met een grotere capaciteit, zoals huishoudens met een warmtepomp of lift, zijn daardoor veel duurder uit. De nieuwe wet rekent hen tot 'zakelijke kleinverbruikers'. In Amsterdam gaat het om 5500 huishoudens met een 'zware' aansluiting.

Vorige week meldde Het Parool dat de bewoners van Gibraltar, een complex waar warmte wordt geleverd via een zogenaamde warmtepomp, dit jaar met een forse verhoging van de kosten worden geconfronteerd: 500 euro per jaar. De eigenaar van de woningen (Ymere) verwijst klachten van bewoners door naar Nuon. Volgens Nuon mag het bedrijf deze kosten wettelijk gezien berekenen en verwijst door naar de minister. In de Tweede Kamer zijn hier vragen over gesteld en de minister heeft een overgangsregeling toegezegd. Deze overgangsregeling wordt momenteel opgesteld.

Navraag bij Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) leert dat Amsterdam in het verleden (1994) het project 'energie-opslag Oostelijke Handelskade' heeft genitieerd, omdat het een uitermate milieuvriendelijk systeem was. Dit is nog gebeurd in de periode dat er sprake was van een gemeentelijk energiebedrijf. Volgens DMB was toen nog niet te voorzien dat het netwerkbedrijf en de leveranciers gesplitst zouden worden. Hierdoor beschouwt de DMB het een aangelegenheid van de partijen NUON, Ymere en het rijk en is de DMB niet voornemens om actie te nemen.

Vragen

1. Bent u het met DMB eens dat de gemeente Amsterdam, omdat er geen sprake meer is van een gemeentelijk energiebedrijf, geen partij is in bovenstaande kwestie? Zo nee, wat kunt u doen en bent u van plan om iets te doen?

2. De SP is van mening dat het oneerlijk is dat huishoudens die hun woning milieuvriendelijk verwarmen deze, onvoorziene, extra kosten moeten maken. Deelt het college deze mening?

3. Is het college, met de SP, van mening dat het onterecht is dat de bewoners van het complex Gibraltar gerekend worden tot "zakelijke kleinverbruikers"?

4. De kostenverhoging voor de bewoners van Gibraltar laat zien dat het onderscheid op capaciteit in de energieaansluiting problematisch is. De SP is van mening dat er een onderscheid zou moeten zijn tussen de functie van gebouwen (wonen of bedrijven). Bent u dit met ons eens? Zo ja, bent u bereid dit aan te kaarten bij de minister? Als u dat niet wilt doen, wilt u dit dan toelichten?

5. Is de gemeente, als aandeelhouder van NUON, bereid bij het bedrijf er op aan te dringen te wachten met het doorberekenen van deze kosten tot de overgangsregeling, die de minister opstelt, geldig is? Zo nee, kunt u dat toelichten?

Carlien Boelhouwer en Laurens Ivens.

Reactie van het college van burgemeester en wethouders

Antwoord vraag 1
Technisch en juridisch is de gemeente geen partij in deze kwestie. Gezien de ambities van Amsterdam op het gebied van CO2-reductie is het onderwerp wl zeer relevant voor de gemeente: wij willen het gebruik van warmtepompen juist stimuleren vanwege de positieve milieueffecten. In dat licht is de gemeente voorstander van een snelle oplossing van dit probleem.

Antwoord vraag 2
Het college deelt de mening dat het ongewenst is dat gebruikers van warmtepompen met hogere kosten worden geconfronteerd. De onvoorziene extra kosten zijn het gevolg van een andere systematiek bij het toerekenen van energietransportkosten, het zgn. capaciteitstarief. Deze vloeit voort uit een wijziging van de Elektriciteitswet. De minister van Economische Zaken heeft op aandringen van de Tweede Kamer gezocht naar een oplossing voor de hogere kosten voor gebruikers van een warmtepomp. Inmiddels heeft de minister de Kamer genformeerd over de maatregelen die zij wil nemen om eigenaren van warmtepompen tegemoet te komen. Ik sluit een afschrift van de brief van de minister hierover ter informatie bij.
De voorstellen van de minister met betrekking tot het tegemoet komen van eigenaren van een warmtepompsysteem komen in het kort op het volgende neer:
- Eigenaren van een warmtepompsyteem waar de capaciteit van de aansluiting kan worden verlaagd naar 3*25A maar die thans beschikken over een zwaardere aansluiting kunnen de doorlaatwaarde van de aansluiting laten verlagen tegen een gereduceerd tarief van 50 ex. BTW. Het capaciteitstarief wordt met terugwerkende kracht vanaf 1-1-2009 verlaagd.
- Eigenaren van warmtepompsystemen waar door middel van installatie van een piekregelsysteem de mogelijkheid bestaat om de aansluitwaarde te verlagen, kunnen een subsidie krijgen om een dergelijk piekregelsysteem aan te schaffen.
- Voor warmtepompsystemen waar het niet mogelijk is de aansluitwaarde terug te brengen, zal de minister de meerkosten als gevolg van de invoering van het capaciteitstarief in 2009 en 2010 deels compenseren.

Antwoord vragen 3 en 4
De bewoners van Gibraltar worden op basis van de aansluitwaarde geconfronteerd met een hoger tarief als gevolg een andere systematiek bij het toerekenen van de netwerkkosten, het zgn. capaciteitstarief. Deze vloeit voort uit een wijziging van de Elektriciteitswet die door het parlement is goedgekeurd. Het college heeft geen rol of bevoegdheid in deze. Het probleem is inmiddels door Kamer en minister onderkend en de minister heeft een aantal voortstellen gedaan om de problemen voor de huidige eigenaren van warmtepompen op te lossen dan wel een overgangsregeling aan te bieden. Bij moderne warmtepompsystemen kan worden volstaan met een aansluiting van 3*25 A. Hogere kosten als gevolg van het capaciteitstarief zijn bij de installatie van nieuwe warmtepompen dus niet aan de orde.

Antwoord vraag 5
Nee, het netwerkbedrijf Liander is gehouden het wettelijk vastgelegde capaciteitstarief toe te passen. Een beroep zoals bedoeld door vragensteller op het netwerkbedrijf om de wet niet uit te voeren, is niet aan de orde. Daarbij komt dat de minister inmiddels maatregelen heeft aangekondigd om huishoudens die substantieel nadeel ondervinden van het capaciteitstarief (met terugwerkende kracht) tegemoet te komen.