h

Notitie

2 maart 2010

Notitie

De kracht van blauw benutten, niet beknotten

De Amsterdamse agent in elke Amsterdamse wijk

De Amsterdamse politieagent zit in het nauw. Op straat is weinig respect voor hem of haar. Dat wordt vooral pijnlijk duidelijk uit het groeiend aantal gevallen van verbale, maar ook fysieke agressie tegen agenten. En de klappen komen niet alleen van die kant. Voormalig PvdA-minister Ter Horst heeft als baas van de politie bezuinigingen aangekondigd terwijl de politie juist al kampt met grote tekorten. Door die tekorten, maar ook de nog steeds bestaande bonnenquota en de enorme bureaucratie in het politiewerk hebben agenten nauwelijks tijd over om in buurten op straat aanwezig te zijn.

De SP wil deze slechte ontwikkeling stoppen en pleit voor een nieuwe koers in Amsterdam. Schrap de bonnenquota, snijd in de bureaucratie, investeer in agenten en laat hen zo veel mogelijk weer echt hun werk doen op straat in de buurt tussen de mensen.

De SP heeft een groot onderzoek gedaan waaraan 720 Amsterdamse agenten hebben meegewerkt. Aan de hand van de antwoorden die zij hebben gegeven, kan een goede analyse worden gemaakt van de problemen waar de Amsterdamse agent tegenaan loopt. Een grote stad als Amsterdam vraagt immers extra aandacht op het gebied van veiligheid en ordehandhaving. Alleen met maatwerk en een structurele doeltreffende aanpak kan de agent zijn werk goed doen zodat Amsterdam een veilige plek is voor al haar inwoners en bezoekers.

Onvoldoende respect voor de agent

Waardering voor eigen werk
De Amsterdamse agent werkt gemiddeld al meer dan 20 jaar bij het korps en meer dan 70 procent is nog altijd positief over het werk. Maar 55 procent van deze agenten geeft wel duidelijk aan dat ze de laatste jaren minder plezier hebben gekregen in hun werk. Slechts 57 procent van de Amsterdamse agenten geeft dan ook aan van plan te zijn nog lang bij te politie te blijven werken. Dit kan leiden tot zeer grote problemen, vooral omdat er afgelopen jaar is besloten om te stoppen met het opleiden van nieuwe agenten.

Publieke waardering
De agent krijgt onvoldoende respect en waardering van burgers. Uit het onderzoek van de SP blijkt dat meer dan driekwart van de Amsterdamse agenten vindt dat er onvoldoende waardering is onder mensen voor de politie. Dat is nog hoger dan het landelijke gemiddelde. Agenten zijn ook zeer kritisch over de aanpak van de agressie tegen agenten en andere hulpverleners. Ruim 80 procent van de Amsterdamse agenten geeft aan dat die aanpak tekort schiet. Veel agenten geven aan dat het gedwongen uitschrijven van een minimaal aantal bekeuringen (bonnenquota) absoluut niet helpt om waardering en respect terug te verdienen. Desondanks geeft maar liefst 80 procent van de Amsterdamse agenten aan dat zij nog altijd een bonnenquotum hebben terwijl dit formeel al lang niet meer zou bestaan.

Waardering vanuit de leidinggevenden
Minstens net zo vervelend voor de Amsterdamse agenten is het feit dat ze bijzonder weinig steun vanuit hun eigen organisatie krijgen. De pijn zit vooral in het salaris en de betrokkenheid en kennis bij de korpsleiding en verantwoordelijke politici over hoe het er werkelijk aan toe gaat op de werkvloer. Maar ook de mate van bureaucratie zorgt voor veel frustratie onder agenten.

Kennis van de werkvloer
Slechts iets meer dan een kwart (27 procent) van de Amsterdamse agenten vindt dat de korpsleiding echt weet wat er speelt op de werkvloer. En dat terwijl deze mensen juist de koers moeten uitzetten voor de agenten en beslissingen moeten nemen over de taken en prioriteiten van agenten. Politici scoren nog slechter dan de korpsleiding. Nog geen 3 procent van de agenten denkt dat politici een goed beeld hebben van de problemen waar agenten tegenaan lopen. Met name de minster komt er erg slecht van af met een 4 als gemiddeld rapportcijfer.

Tekort aan vertrouwen leidt tot bureaucratie
Agenten vinden ook dat er veel te weinig vertrouwen is in de manier waarop zij hun werk doen. Dat wordt vooral duidelijk doordat agenten voor praktisch alles wel een formulier moeten invullen of een verslag moeten maken. Deze overdreven controle leidt tot veel papierwerk en is voor veel agenten een grote frustratie. Meer dan acht van de tien agenten geeft aan dat ze in hun werk veel te maken hebben met registratiedrukte en bureaucratie. De Amsterdamse agent is meer dan de helft van de werktijd bezig met registratie (52 procent van de tijd). Die tijd kan de agent dus sowieso al niet op straat zijn.

Arbeidvoorwaarden
Ook het salaris blijkt een groot probleem te zijn voor agenten. Elf procent van de Amsterdamse agenten is tevreden met zijn salaris. Daartegenover staat 89 procent van de agenten die vindt dat het salaris onvoldoende (60 procent) tot ruim onvoldoende is (29 procent). Bovendien blijken de arbeidsvoorwaarden ook nog eens sterk achteruit te gaan. Minder dan 10 procent geeft aan dat er geen sprake is van een verslechtering van de arbeidsomstandigheden. Als belangrijkste redenen waarom de arbeidsomstandigheden achteruit gaan, noemen agenten de verslechterde reiskostenvergoeding, het tekort aan tijd voor opleiding en training en het feit dat zieke of afwezige collega's onvoldoende kunnen worden vervangen.

Te hoge werkdruk
De waardering en de beloning staan niet in verhouding met de hoge werkdruk waar agenten vaak aan worden blootgesteld. Dat de aard van het politiewerk impact heeft op de mentale en fysieke gesteldheid van agenten, is niet verrassend. Omgaan met geweld en ongevallen waarbij agenten adequaat moeten handelen in situaties met gewonden en zelfs doden; dat gaat niemand in de koude kleren zitten. Maar los van deze zware werkdruk spelen ook nog vele andere factoren een rol. Zo geeft slechts 15 procent van de agenten aan dat zij geen hoge werkdruk of roosterdruk hebben. Veel agenten (bijna 40 procent) geven ook aan dat zij door de hoge werkdruk niet meer de kwaliteit kunnen bieden die zij moeten bieden.

Met een lagere werkdruk zouden zij bijvoorbeeld ook meer tijd hebben om problemen op straat te voorkomen. De hoge werkdruk komt met name door het feit dat agenten te veel nooddiensten moeten draaien (16 procent) en doordat de productiedruk (onder andere door het bonnen schrijven) te hoog is (40 procent). Ook worden de moeizame werving van nieuwe agenten (21 procent) de hoge uitval van collega’s (24 procent) en de forse uitbreiding van het takenpakket (42 procent) genoemd als redenen van de toegenomen werkdruk. De meest genoemde redenen zijn echter de verlaagde capaciteit door de bezuinigingen (44 procent) en de toegenomen bureaucratie (50 procent). De hoge werkdruk en het tekort aan tijd voor het uitvoeren van al het werk beperkt zich niet alleen tot de agent die op straat de orde moet handhaven. Ook bij de recherche zou er een capaciteitstekort zijn van 50 procent. Hierdoor zou veel belangrijk werk blijven liggen of niet de aandacht krijgen die het verdient. Dit blijkt uit cijfers van de ondernemersraad.

Agenten in de buurt
Veel Amsterdamse agenten vinden dat wijkagenten onvoldoende tijd hebben om in de buurt aanwezig te zijn. Terwijl ze dit wel heel erg belangrijk vinden. Twee derde van de agenten geeft aan dat juist kleinschalige politieposten en de daarbij horende wijkagent de veiligheid in buurten kan vergroten.

Geen goede uitrusting
Maar ook als agenten al echt aan hun werk toe komen, dan zijn er vaak nog obstakels. Zo blijkt dat 43 procent van de agenten vindt dat het materiaal waar ze mee moeten werken niet op orde is. Zelfs 56 procent van de agenten is ontevreden met de informatiesystemen waar ze mee moeten werken.

De oplossing; de agent in elke Amsterdamse wijk

De conclusie is hard maar duidelijk. Ondanks het feit dat een ruime meerderheid van de Amsterdamse agenten nog steeds vindt dat zij een prachtig beroep hebben, heeft de agent het zwaar te verduren. De publieke waardering voor hun werk is veel te laag en agenten komen veel in aanraking met geweld dat specifiek tegen hen of tegen andere hulpverleners is gericht. Maar ook de waardering vanuit hun leidinggevenden binnen het korps en de verantwoordelijken in de politiek schiet tekort. Dat vertaalt zich vooral in de enorme controle waar agenten aan blootstaan. Alle handelingen moeten worden bijgehouden wat leidt tot veel bureaucratie en frustratie. Agenten komen daarom veel te weinig aan hun echte werk toe en zijn daarom volgens hun eigen woorden 'te weinig op straat'.

De agent weer de wijk in
Agenten zijn de belangrijkste hoeders van de maatschappij. Niet alleen helpen zij misdrijven oplossen, maar ook voorkomen zij er heel veel. Dat kunnen ze uiteraard alleen als ze midden in de maatschappij staan. Vaak op straat aanwezig zijn, het liefst in een vaste buurt of wijk. Op die manier zien mensen de agent niet alleen als degene die komt opdagen als het kwaad al is geschied, maar ook als een bondgenoot in een veilige en fijne wijk. Een agent op straat kent de mensen en kan met een aanpak op maat komen. Hij of zij weet welke kleine groep raddraaiers er extra aandacht moeten krijgen en kent deze mensen ook bij naam. Op die manier dwingt de agent respect af en wordt de buurt weer een plek waar mensen vertrouwen hebben.

Genoeg capaciteit en goed materiaal
De wijkagent is gelukkig al op een aantal plekken in Amsterdam veel op straat te vinden, maar nog veel te weinig. Daar kan de agent vaak niet veel aan doen, dat wordt van bovenaf opgelegd. Niet alleen vanuit het korps maar ook via de minister worden veel van de dagelijkse taken van de agent aangestuurd. Maar agenten geven massaal aan dat zij niet aan hun echte werk toekomen. Dat zit voor een gedeelte in het feit dat er sprake is van onderbezetting. Dit zal waarschijnlijk de komende jaren alleen nog maar erger worden doordat voormalig minister Ter Horst al heeft aangekondigd dat er nog verder bezuinigd zal worden op de politie. De enige manier om dit te bestrijden is om te komen tot massaal protest tegen het beleid van bezuinigen. De luide politieke roep om meer veiligheid gaat simpelweg niet samen met de politieke beslissing om te snijden op juist die mensen die moeten zorgen voor de veiligheid. Een groot en belangrijk korps als Amsterdam kan hierin een belangrijke rol spelen. Geef samen met andere korpsen een duidelijk signaal af aan Den Haag dat de politie geen post is waar nog langer op bezuinigd kan worden en laat ook de nieuwe minister met zijn of haar poten van de politie afblijven.

Maar vooral ook op lokaal gebied moet het roer om. Het Amsterdamse politiekorps heeft sinds vorig jaar wederom besloten tot een opleidingsstop. Dat betekent dat er geen nieuwe agenten bijkomen. Vooral met de schrikbarende huidige cijfers van onderbezetting maar ook met de wetenschap dat veel agenten aangeven te willen stoppen met hun werk, is dit natuurlijk een slechte ontwikkeling. Zonder nieuwe agenten bloedt de politie langzaam dood. Bovendien worden veel problemen de komende jaren alleen maar heftiger. Het zal leiden tot veel ondergekwalificeerde agenten die volgens hun papieren nog niet alleen de straat op kunnen. Hierdoor moeten er altijd agenten mee die veel meer ervaring hebben, terwijl die juist ook al omkomen in het werk. Stop dus nu de opleidingsstop. Zorg voor een goede aanwas van gekwalificeerde en gemotiveerde agenten.

Maar niet alleen onderbezetting is het probleem. Veel zit ook in effectieve tijdsbesteding van de agent. De Amsterdamse agent geeft aan maar liefst 52,5 procent van zijn tijd kwijt te zijn aan papierwerk en bureaucratie. Dat is een onwaarschijnlijk hoog percentage dat ervoor zorgt dat de agent nog maar minder dan de helft van de tijd over heeft voor het echte werk. Prioriteit nummer n is dan ook om de agent meer te ontlasten van alle controle en al het papierwerk. Het zou uiteraard naef zijn om te denken dat de bureaucratie kan worden afgeschaft. Een deel van het werk zit nu eenmaal in papierwerk. Mensen moeten namelijk ook gewoon aangifte kunnen doen en daarbij een agent vinden die goed naar hun luistert. Maar het kan veel en veel minder. Meer vertrouwen in de agent en minder vertrouwen in de papieren werkelijkheid. Op die manier kunnen agenten veel meer de straat op en met hun beide benen in de maatschappij staan. Dat kost niets extra en levert veel meer op dan uit te drukken is in geld.

Net zo min als bonnenquota helpen om de agent effectief te laten werken, zijn er ook grote vraagtekens te plaatsen bij het preventief fouilleren. Nog los van de vraag of het wel te verdedigen is om iedereen zonder enige vorm van verdenking te kunnen doorzoeken, is het twijfelachtig of het effectief is. Vaak worden bij een fouilleeractie tientallen agenten ingezet en worden er vervolgens een aantal schroevendraaiers en messen gevonden. Dit soort wapens kunnen een half uur later weer legaal worden gekocht. Uit recente cijfers in Amsterdam blijkt dat er bij een groot aantal fouilleeracties in de binnenstad en in Zuidoost in negen maanden tijd zes vuurwapens zijn gevonden. Maar hiervoor zijn wel ruim 3.000 arbeidsuren van politieagenten ingezet. Dat betekent dat er per gevonden vuurwapen ruim 500 politie-diensturen worden ingezet. Kan al die capaciteit niet beter worden ingezet op het bestrijden van de zware criminaliteit en de echte wapenhandel? Dat is het aanpakken van problemen bij de bron.

Ordehandhaving is een publieke taak. Daarom moet de agent ook duidelijk degene zijn die verantwoordelijk is voor de ordehandhaving. In Amsterdam worden echter ook allerlei particuliere beveiligers ingehuurd die worden ingezet als surrogaat agenten. Dit gebeurt met als argument dat deze goedkoper zijn, eigenlijk dus een vorm van bezuiniging. Maar het is een verschraling van de veiligheid. Een agent is veel beter opgeleid en voorbereid en heeft ook veel meer mogelijkheden om op te treden. Voorkom dan ook dat veiligheid wordt overgelaten aan particuliere beveiligers en investeer gewoon in echte agenten.

Uiteraard heeft de agent niet alleen tijd en vertrouwen nodig. Om hun werk goed uit oefenen moeten zij ook beschikken over goed materiaal en over goede systemen. Hieraan zitten uiteraard kosten verbonden maar die worden over de jaren al snel terug verdiend doordat de agent zijn werk beter en efficinter kan doen. Bij goed werk hoort ook een goede beloning. Veel agenten zijn ontevreden over hun salaris en over hun arbeidsvoorwaarden. Zorg er dus voor dat de agent niet verder achteruit gaat qua arbeidsvoorwaarden en zorg ervoor dat het salaris en de arbeidsvoorwaarden niet langer een grote bron van ergernis is. Dit is deels ook onderdeel van landelijk beleid, maar daar waar het mogelijk is, mag ook Amsterdam niet beknibbelen op de politie.

Publieke waardering voor de agent
Publieke waardering verdien je niet in n dag. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Maar daarom is dus iedere dag die we wachten een verloren dag die dubbel moet worden terugbetaald. Laat de agent weer onderdeel zijn van de wijk door aanwezig te zijn, door mensen te spreken en door onrust of ongein in de kiem te smoren. Daar ligt de kern van het probleem en dus ook de ultieme oplossing. In iedere Amsterdamse wijk weer een wijkagent. Niet alleen beter voorkomen dan genezen, maar beter voorkomen en beter genezen.

Agressie tegen de politie en tegen hulpverleners is altijd onacceptabel. De agent zet zich in voor de maatschappij en moet dan ook beschermd worden door de maatschappij. Agressie tegen de agent is dan ook een regelrechte aanval op de maatschappij en moet dan ook hard worden bevochten. Dat moet op twee manieren. Stel een duidelijke norm; agressie tegen agenten kan nooit! Deze boodschap moet duidelijk worden gemaakt aan iedere Amsterdammer en iedereen die te gast is in Amsterdam. Maar pak vooral ook iedereen die het nog in zijn hoofd haalt om een vinger uit te steken naar een agent of hulpverlener aan. Maak geen uitzondering en duik niet weg. Dit accepteren we niet. Niet als agent en niet als maatschappij.

Samengevat
Uit het onderzoek van de SP blijkt dat er te veel misgaat bij de politie en dat de agent moet werken onder een veel te hoge werkdruk. Zowel in de landelijk en gemeentelijke politiek als bij de top van de politie worden er verkeerde beslissingen genomen wat leidt tot veel overbodige bureaucratie voor agenten en daarmee tot een nog hogere werkdruk. Een nieuwe golf bezuinigingen zou dan ook funest zijn voor politie en daarmee voor de veiligheid en leefbaarheid van Amsterdam.

De SP wil dan ook dat er weer wordt ingezien hoe belangrijk de rol is die de agent speelt. Om te zorgen dat Amsterdam een veilige en fijne stad is om te leven en te werken en om te zorgen dat de agent weer de waardering krijgt van zowel de mensen op straat als van hun leidinggevenden. Daarom moeten we nu ingrijpen en dat moet volgens de SP met een breed scala aan maatregelen.

- Snijdt in de papierberg en laat de agent weer het werk doen waar de maatschappij het meest bij gebaat is. Door de toegenomen bureaucratie zit een agent gemiddeld meer dan de helft van zijn werktijd papieren in te vullen. Dring deze overbodige regelzucht terug zodat de agent weer aan zijn of haar echte werk toekomt.
- Zorg dat de agent alleen met goed materiaal en goede technische systemen werkt. Dat zorgt ervoor dat de agent veiliger en effectiever kan werken.
- Zorg voor genoeg nieuwe agenten. Afgelopen jaar is besloten dat er geen nieuwe agenten worden opgeleid. Daardoor stokt de instroom van nieuwe en gemotiveerde agenten terwijl de uitstroom van agenten juist erg hoog is. Dat staat dwars op de doelstelling dat we een sterk, gebalanceerd en gemotiveerd politiekorps hebben. Stop daarom de opleidingsstop en zorg voor goede nieuwe gekwalificeerde agenten.
- Stop ook met het uitbesteden van politiewerk. De veiligheid van de Amsterdam is een publieke taak en hoort dan ook in publieke handen. Stop daarom met het overhevelen van politietaken naar particuliere beveiligers. Die zijn minder gekwalificeerd en hebben minder mogelijkheden om echt op te treden als dat nodig is. Dat is politiewerk.
- Bij goed werk hoort een goede beloning. Veel agenten klagen over hun lage salaris en over de verschraling van hun arbeidsvoorwaarden. Investeer in veiligheid en investeer in de agent.
- Stop de bonnenquota. Een agent die een minimaal aantal bonnen moet voorschrijven komt niet toe aan zijn echte werk en zal alleen maar minder respect krijgen van de mensen op straat. Respect verdien je niet met verplicht bonnen uitdelen.
- Ban agressie tegen agenten (en tegen andere hulpverleners) uit. Geef een duidelijk signaal af dat iedereen met zijn tengels van de politie moet afblijven. Mensen die wel aan onze agenten komen, worden zonder uitzondering aangepakt.
- Stop het grootschalige willekeurige fouilleren van onschuldige mensen. Dit kost duizenden uren werk van agenten en levert relatief erg weinig op. Zet liever al deze uren in om de georganiseerde misdaad en wapenhandel bij de bron te bestrijden. Preventief fouilleren mag alleen als er echt sprake is van een noodsituatie.
- De agent weer in elke Amsterdamse wijk op straat. Mede door alle voorgaande maatregelen heeft de agent weer tijd om echt in de maatschappij aan de slag te gaan. Geen papieren realiteit maar een wijkagent die de mensen in de buurt kent en weet wat er speelt. Niet alleen beter voorkomen dan genezen, maar beter voorkomen n genezen dankzij de wijkagent.

U bent hier

De SP gebruikt cookies om het bezoek aan onze sites te meten. Deze gebruiken geen persoonsgegevens. Alleen als je toestemming geeft gebruiken we daarnaast cookies en scripts om advertenties af te stemmen op jouw interesses. Dan verwerken we wel persoonlijke gegevens over je bezoek. Meer informatie vind je op onze privacy pagina.