h

Subsidies veiligheidsfonds

15 april 2010

Subsidies veiligheidsfonds

Subsidies veiligheidsfonds

Aanvullende schriftelijke vragen van Remine Alberts over de brief van de Rekenkamer Amsterdam van 8 april 2010 over subsidies veiligheidsfonds c.a.

Amsterdam, 14 april 2010.

Inleiding

Op 7 december 2009 diende de fractie van de SP schriftelijke vragen in over het vooronderzoek subsidies veiligheidsfonds. Nu, ruim vier maanden later, heeft het college van burgemeester en wethouders deze vragen nog steeds niet beantwoord. De termijn voor beantwoording van schriftelijke vragen is n maand. Het college van burgemeester en wethouders overschrijdt deze termijn dus met ruim drie maanden.

Op 8 april 2010 heeft de Rekenkamer Amsterdam een brief aan de gemeenteraad gestuurd over onder andere het onderzoek van de directie bestuurs- en managementondersteuning (BMO) van de bestuursdienst naar de subsidieverstrekking uit het veiligheidsfonds, de reactie van de gemeentesecretaris op het vooronderzoek van de Rekenkamer d.d. 4 maart 2010 en de brief van de waarnemend burgemeester d.d. 6 april 2010.

Vragen

1. Waarom heeft het college de schriftelijke vragen van de SP, ingediend op 7 december 2009, nog steeds niet beantwoord?

2. De indruk kan ontstaan dat burgemeester en wethouders, door de vragen van de SP niet op tijd te beantwoorden, iets te verbergen hebben. Is dit aan de orde? Zo nee, waarom niet en hoe denkt u deze indruk weg te kunnen nemen?

3. De gemeentesecretaris geeft in zijn brief van 4 maart 2010 aan dat "het beleid" gewijzigd is en waar de schoonmaakkosten die Pro Gay over 2008 wel in rekening mocht brengen ten laste van het veiligheidsfonds, dit nu niet meer kan. Kan het college aantonen op welke datum en op welke wijze het beleid gewijzigd is en waar deze beleidswijziging objectief waarneembaar is; in welke verordening of besluit is het gewijzigde beleid vastgelegd?

4. Hoe kan het dat het college toestaat dat in strijd met de verordening het vaststellen van de subsidie Gay Pride over 2008 veel langer duurt dan is toegestaan?

5. Waarom maakt de gemeente met betrekking tot het vaststellen van de subsidie een onderscheid tussen de subsidie Gay Pride 2008 en de "overige vier evenementensubsidies voor 2008, met een totaal subsidiebedrag van 170.000"?

6. De waarnemend burgemeester schrijft op 6 april 2010 dat de subsidies niet vastgesteld zijn. Hij geeft toe dat dit "procedureel niet geheel correct" is. Ook is hij niet van plan de subsidies alsnog vast te stellen.
a. Wat bedoelt u precies met "procedureel niet geheel correct"?
b. Wanneer zou de gang van zaken wl geheel procedureel correct zijn?
c. Waarom zou, zoals de waarnemend burgemeester schrijft, het alsnog vaststellen van de subsidies geen toegevoegde waarde hebben voor de rechtzekerheid? Met het niet vaststellen van een subsidie maakt u bezwaar en beroep conform de Algemene Wet Bestuursrecht onmogelijk. Kunt u uw antwoord toelichten?

Remine Alberts.

U bent hier