h

FNV monitor

20 april 2012

FNV monitor

FNV monitor

Elke twee jaar doet de FNV onderzoek naar het sociale beleid van gemeenten. In het meest recente, gisteren, verschenen rapport (Lokale Monitor Werk Inkomen en Zorg 2012) komt de gemeente Heerlen er van alle gemeenten met 75 punten het beste uit. Amsterdam scoort 45 (van de 100 punten), ofwel 30 punten minder dan Heerlen. Het hebben van een goed sociaal vangnet voorkomt dat mensen ontsporen en buiten de samenleving komen te staan. Een goed sociaal beleid is om die reden altijd en onder alle omstandigheden belangrijk, maar van het allergrootste belang in een tijd dat er door het rijk op sociaal gebied enorm wordt bezuinigd. De lage score van Amsterdam baart daarom zorgen.

1. Wat vindt u van de score van Amsterdam? Waar ziet u nog verbeterpunten? En hoe gaat u die verwezenlijken?
2. De FNV doet op het gebied van Werk o.a. deze aanbevelingen:
• Om terugval in de bijstand te voorkomen, is het van belang dat uitstromende clinten na het vinden van werk worden gevolgd. De FNV is voorstander van een nazorgtraject van twaalf maanden.
• Uitkeringsgerechtigden mogen niet worden gedwongen langer dan drie tot zes maanden te werken zonder arbeidscontract, waarbij de beloning op basis van minimumloon of cao dient plaats te vinden. Werken met behoud van uitkering moet een combinatie van werken en leren zijn en leiden tot duurzame arbeid.
• Betrek clintenraden tijdig bij de beleidsvorming door ze samen met de gemeenteraad de agenda op te laten stellen en zorg voor goede voorzieningen voor clintenraadsleden.
• Zet actief in op regionale samenwerking voor een structurele aanpak van het arbeidsmarktbeleid.
• Arrangeer voldoende stageplekken en leerwerkbanen met adequate begeleiding.
Wat vindt u van deze aanbevelingen en kunt u per aanbeveling zeggen, hoe u deze gaat oppakken?

3. Op het gebied van inkomen doet de FNV aanbevelingen. Wat vindt u van deze hieronder beschreven aanbevelingen en kunt u per aanbeveling aangeven hoe u deze gaat oppakken?
• Mensen die een bijstandsuitkering aanvragen, moeten snel uitsluitsel krijgen. Als aanvragers toch langer dan een maand moeten wachten op een beslissing, moet de gemeente ze actief wijzen op het recht op een voorschot.
• Stel de langdurigheidstoeslag open voor iedereen die ten hoogste drie jaar heeft moeten leven van 110 procent van het sociaal minimum. Bezuinig niet op de hoogte van de langdurigheidstoeslag.
• Zorg voor een coulant minimabeleid met een inkomensgrens van 125 procent van het sociaal minimum voor gezinnen met kinderen. Zie erop toe dat inkomensondersteuning niet alleen terechtkomt bij mensen met een bijstandsuitkering, maar ook bij werkenden met een laag inkomen waaronder ook zelfstandigen zonder personeel. Hanteer versnelde procedures om aanvragers van bijzondere bijstand snel een (voorlopige) beschikking te kunnen geven.
• Breng in kaart wat er gebeurt met de zogenaamde 'afhakers' en jonge 'niet-melders' om te bevorderen dat mensen met lage inkomens gebruikmaken van de ondersteuning en kwijtschelding waar ze recht op hebben. Door ze op te sporen, actief te benaderen en te zorgen voor snelle en heldere procedures, kan het niet-gebruik van voorzieningen worden teruggedrongen. Gemeenten kunnen daartoe ook bestanden (laten) koppelen en voorzieningen automatisch toekennen. Dit is juist nu extra belangrijk, om te voorkomen dat burgers tussen wal en schip vallen.
• Misbruik van uitkeringen moet worden aangepakt, maar handhaving en controle moeten wel op een correcte en respectvolle manier worden uitgevoerd, waarbij rechten en plichten helder zijn vastgelegd en gecommuniceerd.

4. Op het gebied van Zorg doet de FNV aanbevelingen. Wat vindt u van deze hieronder genoemde aanbevelingen. Kunt u per aanbeveling aangeven hoe u deze gaat oppakken?
• Ontzie mensen met een laag inkomen bij het heffen van de eigen bijdrage voor WMO-voorzieningen.
• Besteed aandacht aan de kwaliteit van de huishoudelijke hulp door kostendekkende tarieven af te spreken en kwaliteitseisen in het bestek of contract op te nemen. Stimuleer ook goed werkgeverschap van zorgaanbieders, voor het behoud van het personeel in de zorg.
• De decentralisatie van begeleiding moet goed verlopen. Gemeenten kunnen in een vroeg stadium overleg voeren met zorgaanbieders en (clint)vertegenwoordigingen, maar ook met vakbonden, over de gevolgen voor het personeel.
• Gemeenten zouden mantelzorgers moeten laten kiezen op welke manier zij ondersteund willen worden. Daarnaast dienen gemeenten mantelzorgers standaard te betrekken bij de WMO-aanvraag van degene die zij verzorgen, waarbij ook aan hen de behoefte aan ondersteuning wordt gevraagd.

5. Heeft u de ambitie op bij het volgende rapport beter te scoren? Zo ja, welke ambitie heeft u? Kunt u dit onderbouwen?

Maureen van der Pligt

U bent hier