Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen onderzoek Bureau Integriteit naar belangenverstrengeling in Noord
Op 9 maart verscheen in het blad Binnenlands Bestuur het artikel "De schijn tegen: Hoe onafhankelijk is Bureau Integriteit". In dit artikel worden vraagtekens gesteld bij de betrouwbaarheid van een aantal onderzoeken van Bureau Integriteit (BI). Een van die onderzoeken was gericht op een mogelijk geval van belangenverstrengeling in de stadsdeelorganisatie van Amsterdam-Noord. Het gaat om een kwestie rond de opzegging van contracten met de Stichting Pre-Professionele Hulpverlening (SPPH).
Volgens BI is geen sprake van belangenverstrengeling. Hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries van de Radboud Universiteit in Nijmegen concludeert echter iets anders. Volgens De Vries bevat het onderzoek van BI ernstige omissies, waardoor de conclusies van het onderzoek mogelijk niet gerechtvaardigd zijn.
Naar aanleiding van het artikel in Binnenlands Bestuur en de conclusies van professor De Vries heeft de SP-fractie de volgende vragen:
1. Deelt het Dagelijks Bestuur met de SP-fractie de mening dat bestuurlijke integriteit de basis voor ons politiek en ambtelijk opereren is?
2. Kan het DB, nu ook uit het onderzoek van een onafhankelijke hoogleraar blijkt dat de rapportage van BI ernstige twijfels oproept, volstaan met het handhaven van de rapportage en de daarop genomen acties?
3. Professor de Vries concludeert in zijn contrarapportage dat een ambtenaar van het stadsdeel beschuldigd kan worden van een mogelijk strafbaar feit (valsheid in geschrifte) of meer dan de schijn van belangenverstrengeling tegen zich heeft. BI laat dit geheel buiten beschouwing in zijn onderzoek. Is het DB bereid BI hierover om een nadere toelichting te vragen en zo nodig om aanvullend onderzoek? Zo niet, waarom niet?
4. Is het DB daarnaast bereid BI een onderbouwde opgave te laten doen van de wijze waarop het de verzamelde gegevens heeft gewogen en tot zijn conclusies is gekomen? Zo niet, waarom niet?