Amsterdam

Houd bussen CS bij elkaar

Schriftelijke vragen van Hans Bakker over de stads- en streekbussen bij het centraal station.

Inleiding

Per uur doet een zeer groot aantal bussen het station Amsterdam CS aan. De bushaltes liggen nu verspreid over verschillende locaties. Dit schept een onduidelijk beeld voor de reiziger. In de nieuwe situatie komt er daarom n busstation: het busplatform achter het centraal station.

Tot het zover is, halteren de streekbussen naar Waterland en de stadsbussen van het GVB vlak bij elkaar en op korte afstand van de ingang van de metro en de haltes van de tram. De streekbussen naar Amstelland halteren bij het Prins Hendrikplantsoen tegenover het Victoriahotel. Deze situatie is niet ideaal, maar in de gegeven omstandigheden waarschijnlijk wel de best mogelijke situatie.

Kort geleden ontving de fractie van de SP een brief van de Reizigersadviesraad (RAR) van de Stadsregio Amsterdam. De fractie van de SP is ongerust geworden door de inhoud van deze brief. Als het voornemen van de gemeente doorgaat, ontstaat er binnenkort een zeer onwenselijke situatie, waarbij de (alln) de streekbussen naar Waterland verplaatst worden naar het nieuwe busplatform, dat dan ook nog eens niet gereed is.

Dit leidt onder andere tot:
- een toenemende reistijd, door een langere looptijd naar de overige bussen, metro en trams, voor veel van de ongeveer 28.000 dagelijkse reizigers van en naar Waterland;
- verwarring over de plaats waar bepaalde bussen op bepaalde tijdstippen halteren;
- verwarring over de plaats waar bussen van bepaalde vervoerders halteren;
- sociale onveiligheid door looproutes in nachtelijke uren onder desolate en schemerige viaducten naast het station en het moeten staan wachten op een busplatform dat deels nog in aanbouw is.

Vragen

1. Wat is de reden van de dreigende onwenselijke situaties in de periode tussen 13 december 2009 en de volledige ingebruikname van het busplatform?

2. Wat zijn de mogelijkheden om onwenselijke situaties te voorkomen en waarom heeft het college daar niet voor gekozen?

3. Waarom wacht het college niet met het verplaatsen van de haltes van bepaalde buslijnen totdat het busplatform gereed is en alle bussen op het busplatform kunnen halteren?

4. Waarom zijn er geen afspraken gemaakt over het tot en met het vertrek van de laatste bus naar Waterland kunnen gebruiken van de voetgangerstunnel(s) onder het station die de toegang vormen tot het busplatform?

5. In hoeverre strookt de gekozen oplossing met het streven naar verbetering van het openbaar vervoer? Waar zit hier de verbetering voor de reiziger?

6. Als het busplatform in de toekomst alleen toegankelijk is via door ov-chipkaart-poortjes afgesloten voetgangerstunnels onder het station, kan het college dan garanderen dat hieraan voor busreizigers geen kosten verbonden zijn? Met andere woorden: kunnen de poortjes zonder kosten geopend worden als er een saldo van tenminste 0,00 of een geldig reisproduct voor het stads- en streekvervoer op de ov-chipkaart geladen is?

Hans Bakker.