Straatcoaches
Straatcoaches
Straatcoaches
Schriftelijke vragen van Laurens Ivens over de straatcoaches.
Inleiding
Afgelopen zaterdag stond er in de Telegraaf een bericht over straatcoaches. Onlangs heeft u een korte notitie geschreven over het toezicht op straat. Dit zullen we binnenkort in de commissie AZF bespreken. Vooruitlopend hierop zou de SP graag nog wat extra informatie over de straatcoaches willen ontvangen.
Vragen
1. Kunt u aangeven waar straatcoaches ingezet worden en wat de aanleiding hiertoe per gebied is?
2. Wat zijn de succeselementen voor de inzet van een straatcoach? Wanneer wordt voor particuliere beveiligers gekozen? Wanneer voor agenten? Wanneer voor straatcoaches?
3. Kunt u aangeven hoe de communicatie tussen de straatcoaches en de politie verloopt?
4. Kunt u aangeven hoeveel straatcoaches er ingezet worden en hoeveel dit kost per gebied? Hoe verhoudt zich dit tot de kosten van de inzet van agenten?
5. Wie betaalt de kosten van de straatcoaches?
6. Klopt het bericht uit de Telegraaf dat straatcoaches met quota moeten werken? Zo ja, wat vindt u hiervan en kunt u uitsluiten dat er meldingen verzonnen worden?
7. Kunt u aangeven hoeveel klachten er zijn over de straatcoaches?
8. Kunt u aangeven hoe lang gemiddeld een straatcoach in die functie werkt voordat hij/zij een andere baan/functie krijgt? Wat is uw mening over deze doorstroomtijd?
9. Waarom is er gekozen voor een aanbesteding bij het werk van de straatcoach? Vindt u dit nog een verstandige keuze?
10. Wat voor maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat straatcoaches verveeld rond moeten hangen tijdens hun werk?
11. Bent u bereid om maatregelen te nemen zodat straatcoaches een betere invulling van hun baan krijgen en deze baan ook langer wensen te vervullen? Zo ja, op welke manier gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
12. Bent u bereid de werking van het (particuliere) toezicht in de openbare ruimte eens grondig te evalueren om daaruit lessen te trekken over wanneer welke vorm van toezicht het meest effectief is en om zo te komen tot een goede buurtgerichte aanpak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn denkt u hiermee te komen?
Laurens Ivens.
De antwoorden van burgemeester en wethouders.
Antwoord vraag 1:
Straatcoaches worden ingezet in zes stadsdelen in Amsterdam. Alleen in Zuidoost worden straatcoaches niet ingezet. De stadsdelen hebben de bestuurlijke regie op SAOA. Zij bepalen binnen het stadsdeel waar, wanneer en hoeveel straatcoaches worden ingezet. Dit is met name op die plaatsen waar de jeugdoverlast het grootst is. Op die plaatsen is veelal sprake van structurele inzet. Daarnaast worden straatcoaches ingezet op incidentele overlast. Tevens bepalen de stadsdelen of bij jongeren gezinsbezoeken plaatsvinden door SAOA. De aanpak van SAOA richt zich zowel op groepsoverlast als op individuele overlast.
Tweemaal per jaar vindt de inzetbepaling plaats. Op basis van actuele gegevens van het stadsdeel en politie (overlastlocaties, overlastmeldingen, registratiesysteem politie jeugdgroepen etc) wordt er gekeken waar de meeste jeugdoverlast is en waar de inzet van de SAOA het hardst nodig is. De inzetbepaling vindt plaats in de stedelijke werkgroep SAOA. In de stedelijke werkgroep participeren vertegenwoordigers van de stadsdelen en vertegenwoordigers van de Directie OOV.
Alle stadsdelen die straatcoaches hebben geven aan dat bij de aanpak van jeugdoverlast de noodzakelijke schakel ontbrak tussen enerzijds de welzijnspartners, die voornamelijk werken op basis van vertrouwensrelaties met jongeren, en anderzijds de politie die vooral op het repressieve vlak optreedt. Daaruit is de vraag ontstaan naar straatcoaches, die in het grijze gebied tussen jongerenwerk en politie kunnen opereren. Hieronder wordt per stadsdeel de aanleiding om een beroep te doen op de SAOA per gebied weergegeven.
Stadsdeel Noord
Vrijwel alle buurten in Noord hebben te maken met jeugdoverlast. De afgelopen jaren zijn de straatcoaches dan ook op veel verschillende plaatsen ingezet. Tuindorp Oostzaan, Tuindorp Nieuwendam en de Molenwijk waren beruchte plekken, maar momenteel is het er rustiger. Floradorp was het afgelopen jaar geprioriteerd en daar gaat het nu redelijk goed. De Van der Pekbuurt, Vogelbuurt en Nieuwendam-Noord hebben op dit moment de aandacht van het stadsdeel; hier worden onder andere straatcoaches ingezet. SAOA loopt zeven dagen per week, acht uur per dag met vier koppels in Noord.
Stadsdeel Zuid
In Zuid lopen twee koppels straatcoaches. Ze worden ingezet in een deel van De Pijp: Herkules Sehgerskwartier, Cornelis Troostbuurt, Lizzy Ansinghbuurt, Van der Helstpleinbuurt, Burgemeester Tellegenbuurt, Diamantbuurt en Willibrordusbuurt. Ze lopen ook in een deel van De Rivierenbuurt: de Ijselbuurt, de Remisebuurt, de Mirandabuurt, Scheldebuurt en de Wolkenkrabberbuurt. In de kern van dit hele gebied liggen de meeste structurele overlastlocaties van Zuid.
Stadsdeel Centrum
Het Centrum kenmerkt zich door veel overlast van jongeren die niet wonen in het stadsdeel, maar elders in de stad of daarbuiten. De groepsaanpak beslaat drie verschillende domeinen: groep, locatie en individu. De individuele aanpak moet plaats vinden in het stadsdeel waar de jongere woont. In 2008 is gewerkt aan stedelijke afspraken hierover en begin 2009 is gestart met een proef met inzet van straatcoaches in het gebied rond het Spinozahof en het J.W. Siebbeleshof. Eind 2009 is vervolgens ook gestart met inzet van straatcoaches op de indrinklocaties rond het Leidseplein.
Inmiddels is de inzet van straatcoaches gereguleerd en worden de straatcoaches ingezet in de gebieden waar veel overlast wordt ervaren door bewoners. De gebieden vallen binnen de wijkteams: IJtunnel, Raampoort en Lijnbaansgracht. Het Centrum beschikt over 1,5 koppel straatcoaches.
Stadsdeel West
SAOA is in 2006 in de Baarsjes van start gegaan en heeft op dit moment vier koppels straatcoaches. Aanleiding hiervoor was een toenemende mate van straatoverlast veroorzaakt door jongeren. Het aanwezige ambulante veld en jongerenwerk bereikte deze groep jongeren niet met het reguliere aanbod van hulp en dienstverlening, omdat deze jongeren daar geen gebruik van wilden maken. Daarnaast werd (en wordt) de hulp en dienstverlening vanuit een vaste locatie met vaste openingstijden aangeboden. De jongeren pleegden op straat buiten deze tijden om overlast. Naast een pedagogische aanpak was (en is) er behoefte aan meer toezicht op deze jongeren om hun gedrag direct bespreekbaar te maken en de link (via de gezinsbezoekers) naar ouders te maken.
De huidige inzet van straatcoaches in West is flexibel: zij worden daar ingezet waar toezicht op en aanspreken van jongeren nodig is. De specifieke locaties waar straatcoaches actief zijn verschilt daarom van week tot week. Naast de repressieve aanpak levert SAOA ook een preventieve bijdrage door zichtbaar te zijn in winkelstraten en contacten te onderhouden met sleutelfiguren in de buurt.
Stadsdeel Nieuw-West
November 2006 is het stadsdeel begonnen met de inzet van straatcoaches en gezinsbezoekers van SAOA, omdat er op dat moment geen instrument was dat in het grijze gebied tussen het strafrechtelijke optreden van politie en justitie enerzijds en de preventieve aanpak (door bijvoorbeeld jongerenwerk en activiteitenaanbod) anderzijds kon worden ingezet. Tegelijkertijd was veel sprake van overlast van jeugd (groepen) die niet altijd (erg) crimineel waren. De SAOA diende dit gat op te vangen en kreeg als taakstelling mee het terugdringen van overlast van jongeren op straat. Inmiddels is het aantal jeugdgroepen flink afgenomen en wordt gekeken hoe de SAOA meer preventief kan worden ingezet. Denk daarbij aan het in kaart brengen van de broertjes van de door het stadsdeel geprioriteerde personen en inzet op overlastgevende 12-minners.
In stadsdeel Nieuw West lopen vijf koppel straatcoaches die worden ingezet op de volgende locaties:Tussen Meer - Ecuplein - Pieter Clandaan - Joop Worthmanplein Dijkgraafplein - Belgiplein - Sierplein - Laan van Vlaanderen - Abraham Staalmanplein - station Lelylaan- Delflandplein.
Stadsdeel Oost
Oost is de inzet van straatcoaches per oktober 2007 gestart in de Indische Buurt. Later is de inzet uitgebreid naar IJburg, het Oostelijk Havengebied en recentelijk
(per 01 maart 2011) naar de Dapperbuurt. De inzet in voorgaande gebieden wordt verzorgd door drie koppels straatcoaches van SAOA; n koppel voor IJburg en twee koppels voor de overige gebieden. De aanleiding voor de inzet van de straatcoaches van SAOA werd gevormd door hinder en overlast van jeugdgroepen. In de Indische Buurt ging het om de Indische Buurtgroep, op IJburg om de Sempresserhofgroep, in het Oostelijk Havengebied was het de Borneogroep en in de Dapperbuurt de Dapperschoolpleingroep. Met uitzondering van de Dapperschoolpleingroep, zijn deze jeugdgroepen momenteel niet meer actief. Wel blijven er overlastmeldingen binnenkomen bij het stadsdeel. Maar de inzet van straatcoaches zorgt ervoor dat de ontwikkeling van overlast van individuen, of kleine groepjes jongeren, tijdig wordt gekeerd.
Antwoord vraag 2:
De straatcoaches zijn belast met de aanpak van jeugdoverlast. De straatcoaches zitten qua positionering tussen de jongerenwerker en de politie. Ze zijn streetwise; kennen de doelgroep, hebben daar affiniteit mee, zijn in staat laagdrempelig contact te leggen met de jongeren, niet op basis van autoriteit. De straatcoaches hoeven, in tegenstelling tot een jongerenwerker, geen relatie aan te gaan met de jongeren. Van straatcoaches wordt een actieve houding verwacht, contact leggen met de doelgroep, grenzen stellen indien nodig, het zijn de ogen en oren op straat en ze rapporteren hun bevindingen. Het zijn geen particuliere beveiligers. Particuliere beveiligers verrichten op een geheel andere wijze (meer statisch en veelal binnen een afgebakend gebied, gebouw of terrein) hun werkzaamheden.
Er wordt terughoudend omgegaan met de inhuur van particulier toezicht in de openbare ruimte door diensten of stadsdelen. Alleen indien de gemeente het toezicht zelf niet kan leveren, kan er onder bepaalde voorwaarden (die in 2008 in de gemeenteraad zijn vastgesteld), tijdelijk onbevoegd particulier toezicht worden ingehuurd door diensten of stadsdelen.
De politie komt pas in beeld op het moment dat de situatie escaleert, de politie dient als back up voor de straatcoaches.
In de stadsdelen waar de totaalaanpak van SAOA (straatcoaches en gezinsbezoekers) wordt ingezet, is sprake van afname van jeugdoverlast, afname van het aantal jeugdgroepen en een sterke verbetering van de informatiepositie. SAOA levert aan deze resultaten een bijdrage in samenhang met de politie, het stadsdeel en andere binnen een stadsdeel actieve organisaties. De inzet van SAOA leidt binnen de stadsdelen tot een betere focus op en aanpak van de jeugdoverlast.
Antwoord vraag 3:
De werkzaamheden van SAOA worden onder de regie van het stadsdeel verricht. Daarbij wordt operationeel intensief samengewerkt met de politie. Dit geldt voor de samenwerking op straat maar ook voor de uitwisseling van informatie tussen stadsdelen en politie. Op basis van de gezamenlijke informatie vindt de inzetbepaling plaats. In nagenoeg alle stadsdelen vindt tevens wekelijks of tweewekelijks een briefing van de politie aan de straatcoaches plaats. Daarnaast wordt tussen SAOA en de politie vrijwel dagelijks operationele informatie uitgewisseld.
Antwoord vraag 4:
In Amsterdam worden 21 koppels straatcoaches ingezet, dit zijn dagelijks 42 straatcoaches. SAOA beschikt in totaal over een poule van ongeveer 90 straatcoaches, om de dienstverlening 7 dagen per week, het hele jaar door uit te kunnen voeren.
Inzet 1e half jaar 2011: Nieuw-West 5 koppels, West 4 koppels, Noord 4 koppels, Oost 3 koppels, Centrum 1,5 koppel, Zuid 2 koppels. Van het resterende 1,5 koppel is een flexteam geformeerd dat stadsbreed kan worden ingezet in geval van ernstige jeugdoverlast, ter aanvulling op de bestaande aanpak.
Kosten Straataanpak
Nieuw-West: 5 koppels 1.819.129
West: 4 koppels 1.455.303
Noord: 4 koppels 1.455.303
Oost: 3 koppels 1.091.477
Centrum: 1,572 koppels 571.934
Zuid: 2 koppels 727.651
Stedelijk flexteam: 1,428 koppels 519.544
Let op: bovenstaande bedragen zijn inclusief gezinsaanpak, huisvesting, meldkamer, materile kosten etc.
Gemiddeld kost een fte bij de politie ongeveer 90.000 op jaarbasis, dit is inclusief een doorrekening van alle materile kosten. De personeelslasten per fte bedragen circa 63.000. De wijze waarop de straatcoaches worden ingezet verschilt sterk van de wijze waarop agenten worden ingezet. Een specifieke kostenvergelijking is daarom moeilijk te maken.
Antwoord vraag 5:
86% van de kosten wordt door de centrale stad gefinancierd en 14% door de stadsdelen. Het deel dat de centrale stad financiert bestaat gedeeltelijk uit rijksmiddelen uit de Decentralisatieuitkering Veiligheid en Leefbaarheid en de Decentralisatieuitkering Marokkaans-Nederlandse Probleemjongeren.
Antwoord vraag 6:
De straatcoaches werken niet met quota. Er is geen sprake van normering van de hoeveelheid overlastmeldingen. Wel worden er eisen gesteld aan de wijze waarop het werk door straatcoaches gedaan moet worden en de kwaliteit van de rapportages. De rapportages dienen een weerslag te zijn van de stand van zaken in een buurt/stadsdeel op het gebied van jeugdoverlast. De straatcoaches zijn de ogen en oren op straat en dienen hun bevindingen dagelijks te rapporteren. Daarbij wordt gelet op wat er wordt gerapporteerd, de ondernomen activiteiten en de behaalde resultaten.
Antwoord vraag 7:
Zo af en toe komen er klachten binnen over straatcoaches; het afgelopen jaar waren dat er vijf. SAOA beschikt over een klachtenregeling en handelt in voorkomende gevallen volgens die regeling. Daarnaast is SAOA aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens en voldoet SAOA op dit gebied aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Verder bewaakt SAOA structureel de kwaliteit van de straatcoaches.
De functie van een straatcoach vereist dat de straatcoaches streetwise zijn. Daardoor kan niet worden uitgesloten dat er wel eens een straatcoach in de fout gaat.
Antwoord vraag 8:
De huidige dienstverlener (het bedrijf Trigion) levert straatcoaches aan de SAOA sinds 1 oktober 2009. Het verloop onder de straatcoaches is vooral in de beginperiode, gedurende het eertste jaar, hoog geweest. Veel straatcoaches bleken niet over de vereiste kwaliteiten te beschikken. Daarnaast bleken veel straatcoaches uiteindelijk niet in staat het beveiligingsdiploma binnen een jaar te behalen. Dit diploma is een vereiste vanuit Trigion (wettelijke verplichting) en niet vanuit SAOA. Daarnaast wordt door SAOA voortdurend het werving en selectiebeleid tegen het licht gehouden en verbeterd. Straatcoaches dienen vooral streetwise te zijn en om te kunnen gaan met de doelgroep. Dit vraagt om specifieke medewerkers en kwaliteiten die afwijkend zijn van een gemiddelde beveiliger. SAOA stuurt sterk op een bepaald kwaliteitsniveau van de straat-coaches en schroomt niet om afscheid te nemen van niet goed functionerende straatcoaches. Inmiddels is het verloop onder de straatcoaches de laatste maanden aanzienlijk minder dan gedurende het eerste jaar. Het afgelopen 1,5 jaar is nog tekort om de verdere carrire van de huidige straatcoaches te kunnen duiden. Zowel binnen het straatcoachwerk als binnen andere afdelingen van de feitelijke werkgever van de straatcoaches, Trigion, wordt perspectief geboden, zoals onder andere het kunnen worden van teamcaptain en teamleider van de straatcoaches.
Antwoord vraag 9:
De SAOA is in 2006 begonnen als een pilot. Het product was nieuw: een combinatie van het op straat aanspreken van jongeren die overlast veroorzaken (door straatcoaches) en het bezoeken van hun ouders (door gezinsbezoekers). Er was indertijd maar n aanbieder op de markt die dit product kon verzorgen.
Na drie jaar pilotperiode heeft de gemeente in 2009 de SAOA er actief op gewezen dat aanbesteding hoogst dringend werd. De gemeente wilde deze aanbesteding in de eerste plaats in het kader van transparantie en openbaarheid van bestuur. De gemeente financiert de SAOA voor 100 procent en er is een aanzienlijk bedrag mee gemoeid. Een tweede reden vormden de mogelijke risico's op claims van andere bedrijven. Inmiddels waren er namelijk meer aanbieders van straatcoaches op de markt. Daarnaast bevordert aanbesteding de concurrentie tussen marktpartijen, waardoor het een prijsverlagend en resultaatverhogend effect heeft. Aanbesteden stelt opdrachtgevers in staat informatie uit de markt te verkrijgen over prestaties, producten en prijzen. Het College staat nog steeds achter het besluit uit 2009 om te kiezen voor aanbesteding.
Het bedrijf Trigion heeft, op basis van de aanbestedingsprocedure, als economisch meest voordelige aanbieder (prijs/kwaliteitsverhouding) de dienstverlening straatcoach gekregen. De gezinsbezoekers zijn in dienst van SAOA zelf.
Antwoord vraag 10:
Het is van groot belang dat de straatcoaches op de juiste plaatsen en tijden worden ingezet. Dat maakt het werk ook uitdagend; onvoldoende uitdaging leidt tot vermindering van de kwaliteit en motivatie van de straatcoaches. SAOA is dagelijks bezig met het bewaken van de kwaliteit van de straatcoaches, waarbij gelet wordt op het BMER principe. B = basics (zoals op tijd komen, representatief voorkomen, materieel in orde), M = mindset (de juiste instelling, weten wat wordt verlangd van een straatcoach, weten wat de opdracht is), E = engagement (actief benaderen van de doelgroep, in staat zijn goed te communiceren, zowel met doelgroep als met bewoners en ondernemers), R = rapportage (dagelijks een kwalitatieve, inhoudelijke, goede rapportage opmaken, waarin de bijzonderheden van de straat staan vermeld). Op verschillende niveaus bewaakt en controleert SAOA dagelijks de kwaliteit; dit doen onder andere de gebiedscordinatoren en de kwaliteitscordinator van SAOA.
Sinds begin 2010 worden straatcoaches flexibeler ingezet op die momenten waarop ze het meest nodig zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met seizoensinvloeden en dagen en tijdstippen waarop de overlast het grootst is. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in de winterperiode op bepaalde dagen en tijden minder inzet van straatcoaches plaatsvindt (uren worden bespaard) terwijl in het voorjaar en de zomer, wanneer het warmer is en de overlast op straat toeneemt, meer straatcoaches worden ingezet (uren worden uitgebreid). Ten aanzien van de inzettijden (begin en einde van de dienst) wordt eveneens flexibel ingezet. In de rustigere perioden (najaar/winter) beindigen de straatcoaches hun diensten in de stadsdelen gemiddeld rond 00.30 uur. In het voorjaar en de zomer eindigen veel diensten rond 03.00 uur, omdat de overlast dan doorgaat tot dieper in de nacht.
Verder is per 1 januari 2011 gestart met de opbouw van een stedelijk flexibel team van straatcoaches. Dit stedelijke "flexteam" kan vanuit de centrale stad worden ingezet bovenop de standaard SAOA-bezetting (straatcoaches) per stadsdeel. Het gaat om een doorzettingsmacht die in korte tijd beschikbaar is en snel kan acteren op hotspots of bij brandhaarden.
Antwoord vraag 11:
Ja. Vanuit de gemeente wordt -in het structurele overleg met de SAOA- bewaakt dat SAOA hieraan voldoende aandacht besteedt. SAOA werkt voortdurend aan verbetering van de invulling van de functie straatcoach en de kwaliteit van de straatcoaches. Dit doet zij in nauwe afstemming met de feitelijke werkgever van de straatcoaches, Trigion. Daarbij wordt tevens gekeken naar carrireperspectief, zoals de mogelijkheid om teamcaptain in de beveiliging te kunnen worden, of teamleider van een team straatcoaches. Daarnaast wordt met opleiding en training genvesteerd in de straatcoaches. Daarnaast is belangrijk dat straatcoaches dagelijks bezig zijn met de juiste invulling van hun werkzaamheden. Dit betekent daar inzetten waar hun professionaliteit en kwaliteit optimaal gebruikt kunnen worden, op die plaatsen waar hun inzet en aanpak op het gebied van jeugdoverlast het verschil kan maken (zie ook vraag 10).
Antwoord vraag 12:
In het traject Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT) werken stad en stadsdelen gezamenlijk aan de aanpak van dit probleem. In de openbare ruimte komen verschillende problemen en vormen van overlast voor. Afhankelijk van de problematiek moet aan de hand van een probleemanalyse worden bepaald welk vorm van toezicht ingezet moet worden en welke andere partijen (hulpverlening, jongerenwerkers, etcetera) hierbij betrokken moeten worden. In stadsdeel Nieuw-West zijn afspraken gemaakt met de politie en het stadsdeel om de verschillende vormen van toezicht nog beter op elkaar af te stemmen en efficinter in te zetten. Dit model wordt in samenwerking met de politie verder vorm gegeven voor de rest van de stad. Ik zal u hierover over een jaar rapporteren. In het jaar 2008 is resultatenonderzoek naar de straatcoaches uitgevoerd. Een herhaling van dit onderzoek is gepland voor dit jaar; dit onderzoek moet eind 2011 zijn afgerond.