Actualiteit
Actualiteit
Zwakke scholen en financiëe positie schoolbesturen
In het najaar van 2007 hebben we in de commissie WIJ een aantal keren gesproken over de kwaliteit van de basisscholen in Amsterdam. Terecht maakte het college zich zorgen over de zeer zwakke basisscholen, waardoor een groot aantal Amsterdamse kinderen niet het onderwijs krijgt wat zij verdienen.
Iedereen was het er over eens dat er met gezwinde spoed iets moest worden gedaan om de kwaliteit van het onderwijs op te krikken. Wethouder Buyne kwam met het voorstel om als stad anderhalf miljoen euro te investeren in 15 zwakke basisscholen die geselecteerd waren. Inmiddels hebben wij de opzet van het plan van aanpak ontvangen van Wethouder Asscher en wij zullen dit op 22 mei gaan bespreken in de commissie. De 15 scholen zijn 20 scholen geworden en ook het bedrag dat de gemeente nu heeft gereserveerd is gestegen van anderhalf naar twee miljoen voor 2008.
Voordat wij de uitwerking van dit plan willen gaan bespreken willen wij echter iets anders voorleggen. De SP heeft bij de behandeling in het najaar al aangedrongen om ook de financiëe situatie van de schoolbesturen mee te nemen in de overwegingen om scholen geld ter beschikking te stellen.
Onlangs heeft de Aob (algemene onderwijsbond) een onderzoek naar de financiëe reserves van schoolbesturen gepubliceerd waaruit blijkt dat een flink aantal schoolbesturen veel geld op de bank heeft staan. Geld dat opgepot wordt en niet ten goede komt aan het onderwijs op de scholen. Dit is niet te accepteren en wij vinden dan ook dat het geld daar moet komen waar het hoort, bij het onderwijs op de werkvloer.
Wij hebben nu het lijstje scholen bekeken en uitgezocht welke schoolbesturen daar bij horen. Daaruit blijkt dat een aantal schoolbesturen te veel geld heeft opgepot.
Onderstaande schoolbesturen zitten ver boven de aangeraden solvabiliteit.
- AMOS 1 en AMOS 2.
- Stadsdeel Amsterdam Noord PO.
- Stadsdeel Zeeburg PO.
- OPOC.
- Stg. OBO Westelijke tuinsteden.
- Stadsdeel Bos en Lommer SO.
Vragen aan de wethouder:
1. Was u bekend met de financiëe situaties van bovengenoemde schoolbesturen?
2. Vindt u het terecht dat wij nu de bovengenoemde schoolbesturen als gemeente financieel gaan ondersteunen?
3. Bent u bereid deze beslissing te herzien en eventueel de scholen die wel onze financiëe ondersteuning nodig hebben een extra bedrag te geven, aangezien zij veel moeilijker de co-financiering op kunnen brengen?
Bijlage 1 (Bron: website Aob)
Verklarende woordenlijst
Totaal baten: De totale inkomsten van het schoolbestuur.
Rentabiliteit: De verhouding tussen de inkomsten en de winst of verlies in het begrotingsjaar. Een gezonde verhouding ligt tussen -3 en +3. Bij een rentabiliteit boven de 0 maakt een school "winst" en houdt geld over. Dat wordt toegevoegd aan de reserves.
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering: De winst of het verlies in euro's die overblijft door het aftrekken van de uitgaven van de inkomsten.
Eigen vermogen: De totale waarde van bezittingen, beleggingen, bank en spaartegoeden in euro's
Liquiditeit: het totaalbedrag aan banktegoeden in euro's.
Current ratio: De verhouding tussen de eigen middelen en de kortlopende schulden. Een instelling heeft een goede liquiditeit om aan de verplichtingen te voldoen als de ratio boven de 1 ligt
Financile vaste activa: de waarde van de beleggingen
Solvabiliteit: de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen (dus inclusief eventueel geleend geld) van een instelling, die aangeeft of een instelling financieel gezond is. Voor primair en voortgezet onderwijs geldt: Indien de solvabiliteit ligt tussen de 10 procent en 45 procent geldt dit als gezond, onder de 10 procent als onvoldoende en boven de 45 procent als rijk.