Raadsactualiteit aanbesteden Openbaar Vervoer
Raadsactualiteit aanbesteden Openbaar Vervoer
Raadsactualiteit aanbesteden Openbaar Vervoer
Anticiperen op aanbesteden
De druk op overheden om stads- en streekvervoer aan te besteden is de afgelopen jaren steeds groter geworden. In de verwachting dat de Europese Unie aanbesteden in alle gevallen verplicht zou stellen, heeft de rijksoverheid hierop geanticipeerd door de aanbestedingsverplichting in de Wet Personenvervoer 2000 (WP2000) op te nemen. Provincies en gemeenten hebben een groot aantal concessies al aanbesteed.
Gemeenten hebben hun gemeentelijke vervoerbedrijven op afstand gezet, omgevormd tot een NV. In sommige gemeenten (waaronder Amsterdam) zijn de aandelen van de NV nog volledig in handen van de gemeente. In andere gemeenten (waaronder Utrecht) zijn de aandelen van de NV verkocht.
In Amsterdam vond in 2002 een referendum plaats over de plannen voor verzelfstandiging van het GVB. Een meerderheid van 66% van de kiezers stemde tegen de verzelfstandiging van "ons GVB". Het gemeentebestuur besloot de uitslag van het referendum over te nemen. Echter, in 2006 is - onder druk van de verwachte Europese regelgeving - alsnog besloten het GVB om te vormen tot een NV. Op deze manier zou de concessie van het GVB namelijk ongesplitst aanbesteed kunnen worden. De intentie van de uitspraak van de Amsterdammers in 2002 was helder: het openbaar vervoer in Amsterdam hoort gemeentelijk te blijven.
Voordelen en nadelen
Het aanbesteden van openbaar vervoer heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Gezien vanuit de positie van de subsidirende overheid (en indirect dus de belastingbetaler) is het positief dat meer dienstregelinguren worden aangeboden voor hetzelfde geld, of hetzelfde aantal dienstregelinguren voor minder geld. Op het eerste gezicht is dit ook positief voor de reiziger. Echter, het er blijkt een groot verschil te zijn tussen de papieren werkelijkheid en de praktijk. Uit praktijkbevindingen blijken veel reizigers helemaal niet enthousiast te zijn over de aanbestedingen. Dit blijkt ook uit de jaarlijkse afname van het aantal reizigers met 1 2% in de gebieden waar het OV onder marktregime is geplaatst. Tegenover verhoogde frequenties op bepaalde lijnen, staan opgeheven verbindingen en geknipte lijnen.
Recente ontwikkelingen
Op 10 mei 2007 heeft het Europees Parlement besloten dat aanbesteding - onder voorwaarden - niet verplicht is. Europa houdt voor Amsterdam de mogelijkheid open om het GVB de concessie te gunnen, indien het GVB in handen van de gemeente blijft en zich niet inschrijft op andere concessies. Zolang de Wet Personenvervoer niet aangepast wordt, zal dit geen gevolgen hebben voor Amsterdam. Aangezien deze Wet opgesteld is naar aanleiding van Europese ontwikkelingen, is aanpassing van deze Wet aan deze recente ontwikkeling zeker mogelijk.
De staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat heeft gezegd dat het kabinet de wens van de meerderheid van de Tweede Kamer zal volgen. Zij heeft echter een voorkeur voor doorgaan met aanbesteden. In een brief d.d. 1 juni 2007 aan de Tweede Kamer zet zij de voor- en nadelen uiteen van het uit de WP2000 schrappen van de aanbestedingsverplichting. In een Kamerdebat op 10 mei gaf een Kamermeerderheid (PvdA, SP, PVV, GroenLinks en SGP) al aan dat zij de mogelijkheid open willen laten om de verplichting tot aanbesteding uit de Wet te halen. Eerder heeft het CDA zich ook al tegen een dergelijke verplicht uitgesproken.
Het is niet ondenkbeeldig dat bij de stemming in juli 2007 een meerderheid van de Tweede Kamer zich uit zal spreken voor het schrappen van de verplichte aanbesteding in de WP2000. Met een breed ondersteunde motie heeft de gemeenteraad Den Haag inmiddels de Tweede Kamer en de regering opgeroepen de aanbesteding voor de grote steden niet langer verplicht te stellen. Het College van Rotterdam heeft ditzelfde standpunt al ingenomen. In plaats van een verplichting, kunnen de Stadsregio's en steden dan zelf bekijken of openbare aanbesteding of onderhandse aanbesteding de beste maatregel is.
Amsterdam
De gemeenteraad van Amsterdam heeft zich nog niet officieel uitgesproken. Weliswaar lezen wij dat wethouder Gehrels in Het Financieele Dagblad van 5 juni 2007 zegt "groot voorstander van onderhandse aanbesteding van het stadsvervoer aan het Amsterdamse GVB" te zijn. Ook zou volgens haar bij "marktconforme" prestaties van het GVB "de gemeente absoluut geen behoefte (hebben) aan openbare aanbesteding". Maar de raad heeft hierover nog geen uitspraak gedaan.
Een oproep van de gemeenteraad aan de Tweede Kamer en de regering om af te zien van de verplichting tot aanbesteding is niet alleen in overeenstemming met de mogelijkheid die Europese regelgeving nu blijkt te bieden. Eveneens doet de gemeente Amsterdam met zo?n oproep recht aan de meerderheid van de stemmers bij het referendum in 2002. Zij gaven toen immers aan dat het GVB van de gemeente moet blijven.
Het toch aanbesteden van het Amsterdamse stadsvervoer, terwijl dat niet verplicht is, is ook volgens de SP niet een wenselijke strategie. De SP roept de Amsterdamse gemeenteraad dan ook op zich met een duidelijke uitspraak te richten tot de Tweede Kamer en de regering.
Amsterdam, 8 juni 2007
Meta Meijer (SP)
Laurens Ivens (SP)