Opinie: "De woningmarkt maakt Amsterdam onveiliger – volkshuisvesting is het echte veiligheidsbeleid"
Opinie: "De woningmarkt maakt Amsterdam onveiliger – volkshuisvesting is het echte veiligheidsbeleid"

Door Angelo Alessandro Delsen, politie-inspecteur, planoloog en lijsttrekker SP Amsterdam
Je kunt als gemeente een wijk vol camera’s hangen, het aantal handhavers verdubbelen, en elke straathoek blauw kleuren. Maar als mensen niet fatsoenlijk kunnen wonen, blijf je dweilen met de kraan open.
Als politieagent zie ik het dagelijks: waar mensen te dicht op elkaar leven, zonder rust of ruimte, ontstaan spanningen. In krappe huizen barsten conflicten los die met meer ruimte nooit waren ontstaan. In flats waar bewoners elkaar niet kennen of vertrouwen, groeit overlast en wantrouwen. En waar jongeren op straat hangen omdat hun thuis te klein is, ontstaan de eerste aanvaringen met de politie.
Woningnood is geen geïsoleerd probleem, maar ook een voedingsbodem voor onveiligheid.
In het Amsterdam van een eeuw geleden begrepen we dat. Daarom bouwden we, georganiseerd door vakbonden, socialisten en vooruitstrevende architecten, aan een stad van volkshuisvesting: huizenblokken waar arbeiders met hun gezinnen betaalbaar konden wonen in rust, schoonheid en stabiliteit. Dat zorgde voor verbondenheid, sociale controle, en kansen.
Die traditie is de afgelopen decennia doelbewust afgebroken door rechtse politici, ingefluisterd door pandjesbazen, beleggers en projectontwikkelaars en met de naïeve medewerking van 'zwak links'. En dus werden tienduizenden sociale woningen verkocht aan beleggers, liberaliseerden ze de huren, en bouwden ze minder betaalbare woningen. Als gevolg van dat afbraakbeleid zitten gezinnen met drie kinderen op twee kamers, wonen studenten en arbeidsmigranten in brandgevaarlijke situaties, en worden buurten opgekocht door beleggers die niets bijdragen behalve stijgende huren.
Er zijn steden waar verzet tegen afbraak succes heeft. In de Oostenrijkse hoofdstad Wenen woont meer dan 60 procent van de bevolking in sociale of gesubsidieerde woningen. En niet in krappe hokjes of afgebladderde flats, maar in ruime, menswaardige woningen waar schoonmakers en chirurgen naast elkaar wonen voor 400 euro per maand. Het frame 'scheefwonen' bestaat dan ook niet in Wenen. Daar laten ze zien dat het anders kan: publieke woningbouw, sociale menging, gemeenschappelijke voorzieningen.
Maar ook Amsterdam heeft eerder al laten zien dat het kan. Het door SP-wethouders opgezette beleid, waardoor bij nieuwbouw in Amsterdam 40% sociale huur, 40% middenhuur en 20% dure huur en koop gerealiseerd wordt, is misschien wel de laatste muur van de volkshuisvesting die nog overeind staat. Maar ook die wordt nu aangevallen, doordat de huidige D66-wethouder en corporatiebazen in de media twijfel zaaien over de houdbaarheid hiervan.
Als planoloog weet ik: wie de stad bouwt voor de markt, bouwt ongelijkheid in. Als politieagent zie ik waar dat toe leidt. En als socialist zeg ik: we gaan dat veranderen.
De mythe van de Amsterdamse volkshuisvesting is geen nostalgie. Het is een blauwdruk voor de toekomst. Waar rechtse politici liever bouwen voor winst dan voor mensen, zullen wij bouwen voor veiligheid, stabiliteit en gemeenschap.
Veiligheid begint namelijk met volkshuisvesting. Niet als verdienmodel, maar als basisrecht.
- Zie ook:
- Nieuws