Amsterdam

Actualiteitsdebat over de koffieverkoop door daklozen, 31 mei 2006
Maiden speech van Jasper van Dijk
Voorzitter,
De mensen zijn er niet voor de regels, de regels zijn er voor de mensen. Dat is wat ik dacht toen ik hoorde dat het GVB de verkoop van koffie door daklozen niet wil toestaan. Hier werd een creatief en zinvol initiatief om zeep geholpen, zonder eerst naar een uitweg te zoeken. Als wij het eens zijn dat mensen boven regels gaan, dan moeten wij een oplossing kunnen vinden voor het probleem dat ik hier namens de SP aan de orde stel, samen met de voltallige oppositie.

Het initiatief van de daklozen om koffie te verkopen bij ponten en metrostations verdient wat ons betreft alle steun. De voordelen wegen wat mij betreft veel zwaarder dan de nadelen.

Ik noem ze voor u op:
-dat de daklozen aan de slag willen met een creatief idee
-dat zij met de inkomsten een woonruimte kunnen betalen
-dat de leefbaarheid wordt verhoogd en de sociale veiligheid toeneemt
-en dat er een nieuwe service bijkomt: koffieverkoop bij de veren en metrostations

De initiatiefnemers hadden per 1 mei willen beginnen, maar het GVB stond dat niet toe. Volgens het GVB gaat de koffieverkoop in tegen het beleid van "veiligheid en reinheid." Met de veiligheid wordt de hete koffie bedoeld die gevaarlijk zou kunnen zijn. Maar koffiebekers kunnen deksels krijgen. Met de reinheid wordt de rommel bedoelt, die de achtergelaten bekers veroorzaken. Maar de daklozen hebben zelf aangeboden om de rommel op te ruimen.

Dan is er het College. De verantwoordelijke wethouder noemt het inititiatief een sympathiek plan. Waarom wil zij het dan niet steunen? In de antwoorden op schriftelijke vragen van de VVD staat dat het College de opvatting van het GVB deelt en dat de koffieverkoop "hinder" kan veroorzaken. Daarnaast is de verkoop van koffie op grond van de verordening op de straathandel verboden.

Mijn conclusie is vooralsnog dat het college zich te snel verschuilt achter regels, waardoor een slim en nuttig idee onmogelijk wordt gemaakt. Maar nu is de SP een optimistische partij die wil bouwen in plaats van breken, en ik ben ervan overtuigd dat dit ook voor het College geldt. Ik stel de volgende vragen.

1-Is het College met mij van mening dat het project van de stichting Mijn Koffie niet alleen sympathiek is, maar ook zinvol en uitvoerbaar?

2-Deelt het College mijn mening, dat de regels van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf door de Gemeente kunnen worden aangepast indien wij dat willen?

3-Is het College bereid om in gesprek te gaan met de initiatiefnemers van Mijn Koffie en het GVB, met als inzet dat het project Mijn Koffie alsnog doorgang vindt? Dit is tevens de tekst van het Besluit, zoals dat door de hele raad wordt gesteund.

-Is het College bereid om de koffieverkoop voor een proefperiode van drie maanden toe te staan, om daarna een definitief besluit te nemen? En is zij ook bereid om dit voor te stellen aan het GVB en de initiatiefnemers?

-Is de wethouder bereid om uiterlijk binnen tien dagen verslag uit te brengen van dit gesprek?

-En tot slot, heeft de wethouder ook zo genoten van de koffie die zij net bij de ingang kreeg aangeboden?

Dank u wel.