Amsterdam

De voorstellen van PvdA en GroenLinks om anders om te gaan met de stadsdelen komen de democratie niet ten goede. De overleggen van portefeuillehouders en stadsdeelvoorzitters krijgen meer macht. Deze overlegorganen zijn echter niet goed te controleren door raadsleden en overige Amsterdammers.

De notitie "Van ongeduld naar actie" is een uitwerking van het PvdA-GroenLinks-collegeprogramma. De politiek leiders Asscher en Van Poelgeest stellen hierin voor om de mogelijkheid van stadsdelen om op bepaalde terreinen een veto uit te spreken af te schaffen. Zodoende kan er efficinter gewerkt worden en de slagkracht toenemen.

SP-raadslid Laurens Ivens is blij dat er maatregelen genomen gaan worden tegen de trage en stroperige besluitvorming in de stad. "Het lijkt er alleen wel op dat dit een kunstgreep is om het huidige stadsdeelstelsel in leven te kunnen houden. Liever zie ik het hele stelsel grondig op de schop gaan. Zo blijft er onduidelijkheid bestaan tussen de bevoegdheden van de gemeente enerzijds en het stadsdeel anderzijds. Mensen blijven van het kastje naar de muur gestuurd worden."

Door de mogelijkheden van een veto te verminderen neemt de slagkracht toe. De SP juicht dit toe, alleen maakt ze zich zorgen over de ondemocratische besluitvorming die in het portefeuillehoudersoverleg plaatsvindt. Ivens: "Raadsleden sturen een portefeuillehouder met een boodschap naar het overleg. Ze kunnen alleen niet zien in hoeverre de portefeuillehouder zijn uiterste best heeft gedaan om deze zienswijze te verdedigen, aangezien er geen notulen of stenogrammen van dit overleg zijn. Deze vergaderingen moeten zeker openbaar worden." Verder wil de SP ook dat in het portefeuillehoudersoverleg alleen onderwerpen besproken kunnen worden die eerst in alle deelraden besproken zijn en waarbij de portefeuillehouder op de hoogte is van de zienswijze van de deelraad.