Amsterdam

Landelijk kinddossier

Nr. 32.
Schriftelijke vragen van het raadslid Alberts inzake het landelijk kinddossier en de positie van de GGD Amsterdam.

Amsterdam, 30 maart 2007.

Aan het college van burgemeester en wethouders.

Inleiding.

In Binnenlands Bestuur van 23 maart 2007 staat een artikel over het landelijk kinddossier en de positie van de GGD Amsterdam in deze. Wat blijkt? De GGD in Amsterdam werkt al jaren (sinds 2004) met een systeem dat ook door diverse andere grote gemeentes/instellingen wordt gebruikt. Het systeem wordt continu verbeterd, en men is er zeer tevreden over. Voor de ontwikkeling van het systeem is veel overheidsgeld uitgegeven. In 2004 waren er namelijk nog geen plannen voor n uniform landelijk systeem, dat idee is er pas later bij gekomen. De enige voorwaarde was: uitwisseling met andere systemen moet mogelijk zijn. Aan die voorwaarde wordt voldaan. Nu is onlangs besloten dat er wel nzelfde landelijk systeem moet komen Op dit moment zijn naast het Amsterdamse systeem (Kidos) verschillende andere systemen (totaal vijf) in de race om uitverkoren te worden tot dat ene landelijke systeem. Wordt Kidos het niet, staat in dit stuk, dan weet de GGD nog niet of ze aan het andere systeem wel mee wil werken. Hun harde voorwaarde is: het moet minstens even goed zijn.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 42 van het reglement van orde voor de gemeenteraad, de volgende vragen te stellen:

1. Het Amsterdamse systeem werkt en is uitwisselbaar met andere systemen. Het systeem is er gekomen dankzij grote investeringen van de overheid. Het nieuwe besluit: er moet n systeem komen, voegt niets toe aan wat nu/straks al kan. Klopt het vorenstaande?
2. Zo nee, kunt u uitleggen hoe het dan in elkaar steekt?
3. Zo ja, bent u met mij eens dat voorkomen moet worden dat we het wiel nog eens gaan uitvinden, zonder dat het wiel er een spat beter van wordt?
4. Als het antwoord op vraag 3 ja is: welke tijd geeft u zichzelf om dit naar tevredenheid te regelen?
5. Als het antwoord op vraag 3 nee is: kunt u dat uitleggen?

Het lid van de gemeenteraad,
Remine Alberts.