h

Schriftelijke vragen

19 februari 2009

Schriftelijke vragen

Reclame voor "vermarkte" thuiszorg

1. Vraag

Is het dagelijks bestuur er van op de hoogte dat er voor de voorgevel van het gebouw Zwanenburgwal 206, in ieder geval tot 16 februari 2009, heeft gehangen een dundoek met een breedte van ongeveer 12 meter, waarop Cordaan reclame maakte voor zijn thuiszorgactiviteiten ?

Antwoord Ja, het dagelijks bestuur is hiervan op de hoogte.

2. Vraag
Is het dagelijks bestuur het met ons eens dat het hier weliswaar reclame voor een zorgvoorziening betreft, maar dat na de invoering van de zogenaamde marktwerking in de thuiszorg de thuiszorginstellingen zich concurrerend opstellen en dat het mogelijk is dat ook andere zorg-'ondernemingen' in het stadsdeel uit oogpunt van concurrentie geveldoeken willen ophangen ?

Antwoord Ja, het dagelijks bestuur is het met u eens dat geen onderscheid gemaakt moet worden tussen commerciële en niet-commerciële ondernemingen én wil precedent-werking voorkomen.

3. Vraag
Zo ja, acht het dagelijks bestuur het wenselijk dat op deze wijze vorm wordt gegeven aan de zogenaamde marktwerking in de zorg ?

Antwoord Wij hebben reclamebeleid, waarin staat omschreven wat wel en wat niet is toegestaan.

4. Vraag Is er aan het dagelijks bestuur overeenkomstig artkel 8.4 van de APV 1994 melding gemaakt van het voornemen om genoemd dundoek op te hangen ?

Antwoord Er is van te voren geen melding gedaan voor het ophangen van het doek. Op 2 februari 2009 is een zienswijzebrief uitgegaan, waarin staat dat voor 2 maart 2009 het dundoek moet zijn verwijderd, zo niet, dan wordt een dwangsom van 5.000,= opgelegd. Cordaan Thuiszorg heeft vervolgens aangegeven voor 2 maart 2009 het doek te verwijderen. Op 2 maart 2009 is geconstateerd dat dit niet het geval is. Er is contact opgenomen met de instelling, waarbij men gezegd heeft de opdracht tot verwijdering te hebben gegeven. Deze zal in de loop van week 11 worden uitgevoerd. Zo nodig zal alsnog de dwangsombrief met een korte termijn worden verstuurd.

5. Vraag
Zo ja, waarom heeft het dagelijks bestuur dan niet binnen vijf weken na de dag waarop het deze melding heeft ontvangen aan de melder bekend gemaakt dat de reclame in strijd is met het bepaalde in 3.1 sub p en 4.2, eerste lid sub a en b van de Richtlijnen Gevelreclame 2004 van Stadsdeel Centrum dan wel 3.1 sub en 5.2, eerste lid sub b van de Beleidsregels Gevelreclame 2009 ?

Antwoord N.v.t., zie vraag 4.

U bent hier