Zuidas
Zuidas
Zuidas
Er is afgesproken dat de Gemeente het gerealiseerde positieve financiëe grondexploitatiesaldo van de Stedebouwkundige Flanken zou reserveren als inbreng in de NV Zuidas ter realisering van het zogenaamde Dokmodel. De NV is niet opgericht en het is uiterst onzeker of het Dok er komt.
1. Klopt het dat deze voorziening binnen het vereveningsfonds nu de NV niet opgericht is, ter beschikking staat van de Dienst Zuidas en het College beslist over de besteding ervan (zie beantwoording vragen 27 maart j.l.)? Indien ja, waarom is dit mogelijke gevolg - en besluit om de voorziening buiten het vereveningsfonds te plaatsen - indertijd niet expliciet aan de Raad meegedeeld bij oprichting van de Dienst Zuidas en wat zijn nu de bestedingsregels voor deze gelden?
2. Heeft ondergetekende goed verstaan dat het gerealiseerde positieve grondexploitatiesaldo 120 miljoen euro is en is dit inclusief rentes? Welke opbrengsten verwacht men nog te realiseren in de komende 5 jaar?
3. Klopt het dat, indien de opbrengsten van de Flanken niet nodig zijn als investering in het Dok, deze gelden elders ingezet kunnen worden buiten de systematiek van het vereveningsfonds? Indien dit klopt, is het College het met de vragensteller eens dat zo ontwikkelingen elders in de stad geremd worden. Immers met de winst van positieve plannen (bv. op de Zuidas) is het mogelijk om verliesgevende plannen (bv. sociale woningbouw) uit te voeren?
4. Is bij benadering aan te geven hoeveel onderzoeks-, ontwikkelings- en planvormingskosten de gemeente heeft gemaakt met betrekking tot het Dokmodel op de Zuidas?
5. Hoeveel vierkante meters kunnen er op de Zuidas uitgegeven worden zonder het Dokmodel te realiseren?
6. Denkt het College dat het realiseren van 6 sporen bij station Zuid de meest toekomstbestendige vervoersoplossing is met betrekking tot de railinfrastructuur?
7. Nu de oprichting van de NV Zuidas is mislukt, wat is nog nut en noodzaak van een afzonderlijke Dienst Zuidas?
Hans Bakker.
Het antwoord van burgemeester en wethouders:
1. De grondopbrengsten van de zgn. flanken in het Zuidasgebied worden door de gemeente Amsterdam ingezet als bijdrage aan de financiering van de ontwikkeling van het Dokmodel. De gemeenteraad heeft dit in 2006 herbevestigd (raadsbesluit 700). Dit besluit heeft geen inhoudelijke relatie met het niet oprichten van de NV dan wel de oprichting van de Dienst Zuidas. Met de instelling van het Bedrijf Zuidas Amsterdam vindt administratief gezien voor de grondexploitaties een afsplitsing van de balans van de ene gemeentelijke dienst (het OGA) naar een andere gemeentelijke dienst (Zuidas) plaats.
De bijzondere positie van de Zuidas binnen het Vereveningsfonds is in voorgaande begrotingen altijd vermeld. De afsplitsing van de Zuidas van het vereveningsfonds zal in de actualisatie 2009/begroting 2010 worden verwerkt en als zodanig aan de Raad ter besluitvorming worden voorgelegd.
2. Het tot nu toe gerealiseerde positieve grond exploitatiesaldo is inderdaad 120 mln. Dit is inclusief rente. Dit is overigens slechts een tussenstand omdat er geen sprake is van afgeronde deelplannen en dus ook niet van "gerealiseerde" winsten in de zin van afgesloten projecten.
In het Financieel Perspectief 2009 Zuidas Amsterdam wordt de verwachte ontwikkeling van de flanken voor de gehele looptijd in beeld gebracht, waarbij voor de flankprojecten overigens wordt uitgegaan van de dokontwikkeling. De verwachte ontwikkeling van de flanken voor de komende jaren is sterk afhankelijk van de verwachtingen ten aanzien van de gronduitgiften, die zoals bekend met de nodige onzekerheid zijn omgeven. Gezien de huidige recessie en de invloed op de gronduitgiften wordt voor de eerste jaren een teruggang van het saldo verwacht (de kosten van bouw- en woonrijpmaken overtreffen de in de eerste jaren verwachte opbrengsten uit gronduitgiften). In het Financieel Perspectief wordt op basis van verschillende scenario's uiteindelijk voor de gehele looptijd (tot 2028) een opbrengst in de flanken geraamd tussen de 300 mln (negatief scenario) en 750 mln (positief scenario).
3. Zoals aangegeven worden de grondopbrengsten in de flanken conform de besluitvorming door uw Raad gereserveerd voor de ontwikkeling van het dok.
Op het moment dat dit niet langer opportuun zou zijn, ligt het voor de hand dat de opbrengsten weer terug naar Vereveningsfonds zullen vloeien. Het College zal in voorkomend geval concrete voorstellen aan de Raad voorleggen.
4.
- In de jaren 2001 tot en met 2007 zijn de kosten voor de dokontwikkeling van de Zuidas opgenomen in de begroting van het projectbureau Zuidas. Deze kosten zijn vervolgens verrekend met het geheel van de grondexploitaties van de Zuidas. Dit betreft een bedrag van 13.571.769
- In de periode 2005 - begin 2007 is de heer Doets namens het Rijk en de gemeente als kwartiermaker opgetreden en heeft als opdrachtgever gefunctioneerd voor het Rekenen en Tekenen traject. Voor de kosten hiervan zijn afzonderlijke, aanvullende afspraken gemaakt. De gemeente Amsterdam heeft een bedrag van 6.162.377 voorgefinancierd. Dit bedrag is ten laste van de grondexploitatie gebracht.
- Met ingang van het begrotingsjaar 2008 is door Rijk en gemeente besloten ook in financiëe zin te werken als een NV i.o. De kosten voor de Dokzone in 2008 bedroegen 8,5 mln (exclusief BTW). Deze kosten zijn vooralsnog ten laste van de grondexploitatie Zuidas gebracht, met de aantekening dat, indien uiteindelijk niet tot de dokontwikkeling wordt overgegaan, een bedrag van 4,25 mln (exclusief BTW) voor rekening van het Rijk komt. In 2008 zijn ook afzonderlijke (toets)opdrachten uitgevoerd door o.a. de Rebelgroep en Credit Suisse. Het betreft een bedrag 141.220.
- Bij de begroting 2009 is dezelfde gedragslijn gehanteerd als bij de begroting 2008. De kosten zijn begroot op 6.800.000.
Samenvattend: De kosten gemaakt in periode 2001- 2007 zijn verrekend met het geheel van de grondexploitaties van de Zuidas. De bedragen 2008 en 2009 worden 50/50 verdeeld tussen gemeente en rijk. Tot en met 2009 is in totaal een bedrag van 27.525.366 voor rekening van de gemeente. Deze kosten zijn exclusief de bestedingen van de inzet van overige gemeentelijke diensten.
5. In de flanken wordt op dit moment gerekend met een totaal (bruto, dus inclusief
vervanging) programma in de bestuurlijk vastgestelde deelgebieden van ruim 2 mln m2 bvo. Bij dit programma is uitgegaan van dokontwikkeling van de Zuidas. Indien de dokontwikkeling niet door zou gaan heeft dit aanzienlijke invloed op de programmatische ontwikkeling in de flanken. In welke mate dit zal optreden is op dit moment niet goed aan te geven.
6. Het College en het Rijk hebben nog geen standpunt ingenomen over OV-SAAL. Op dit moment vindt in het kader van OV-SAAL onderzoek plaats naar de benodigde capaciteit op station Zuid. In het traject vd Berg wordt als uitgangspunt de 6 perronsporen uit het prospectus aangehouden. De mogelijkheden voor een ruimtereservering voor een verdere uitbreiding zijn afhankelijk van het te kiezen dokmodel. Deze keuze is onderdeel van een brede afweging. De rijksvertegenwoordiger onderzoek momenteel de diverse varianten voor het Zuidas project.
7. Van de oorspronkelijke NV Zuidas, zoals was voorzien in het prospectus Zuidas, is inderdaad geen sprake meer. Desalniettemin is er een belangrijke reden geweest om de Dienst Bedrijf Zuidas Amsterdam op te richten. De positie van de organisatie tot op heden niet was geformaliseerd. De financiëe verantwoording van het projectbureau verliep via de begrotingen van de diensten DRO en OGA. In de praktijk was het wenselijk om mede naar aanleiding van de aanbevelingen uit het integriteitsonderzoek- de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur van de Zuidasorganisatie en de daarbij behorende bevoegdheden duidelijker vorm te gegeven. Daarmee wordt de transparantie van handelen gediend en de weerbaarheid van de organisatie vergroot. De rijksvertegenwoordiger Zuidas onderzoekt momenteel welke samenwerkingvorm tussen de betrokken partijen geschikt is voor de ontwikkeling van de Zuidas.