Amsterdam

Door het vertrek van veel arme gezinnen uit Amsterdam daalde het aantal minimahuishoudens in Amsterdam vorig jaar met 6 procent, blijkt uit de Armoedemonitor 2008. SP-fractievoorzitter Remine Alberts: "De armoede wordt dus niet opgelost, maar verplaatst. Dit college maakt van Amsterdam een stad voor de rijkeren. Het armoedebeleid is gewoon mislukt."

De cijfers van de Armoedemonitor wijzen weliswaar uit dat het aantal minimahuishoudens in totaal is afgenomen, maar ook dat het aantal dat langer dan drie jaar op het minimum leeft is toegenomen van 56.000 naar ruim 59.000 gezinnen. En wat de SP vooral zorgen baart is dat – zelfs in een jaar zonder crisis – juist de kwetsbaarste groepen onder de minimahuishoudens groter zijn geworden. Zo zagen meer eenoudergezinnen in Amsterdam hun inkomen dalen en hebben zij ook het vaakst te kampen met schulden. Bovendien woont een merendeel van de arme kinderen in een eenoudergezin.

Alberts: “Het is asociaal dat we als stad die kinderen laten wegzakken in de ellende. Zij maken zo een slechte start en lopen het risico de problemen van hun ouders te erven.” Volgens de SP zijn er manieren genoeg om de armoede in Amsterdam structureel aan te pakken. Mensen moeten veel eerder terecht kunnen bij de schuldhulpverlening en de gemeente moet per direct stoppen met het verstrekken van bijzondere bijstand in de vorm van een lening in plaats van als gift.