h

Opinie: Hilhorstnorm voor Amsterdamse basisscholen

7 januari 2013

Opinie: Hilhorstnorm voor Amsterdamse basisscholen

In de Volkskrant benadrukte Pieter Hilhorst vaak dat integratie bevorderd moet worden. Nu hij wethouder is geworden in een stad waarin een kwart van de kinderen in armoede opgroeit, kan hij hen daadwerkelijk gaan helpen. Dan moet hij wel de Asschernorm voor het basisonderwijs los laten en deze in ruilen voor zijn eigen Hilhorstnorm, bepleit SP-gemeenteraadslid Maureen van der Pligt. "Dit betekent dat niet langer de Cito-scores aan het eind van een schoolloopbaan van belang zijn maar de toegevoegde waarde van de jaren op de basisschool."

Onderstaand opinieartikel werd gepubliceerd in Het Parool

Voormalig Volkskrant-columnist Pieter Hilhorst heeft vice-premier Lodewijk Asscher opgevolgd als de Amsterdamse wethouder Onderwijs. Amsterdam zal de durf van wethouder Asscher missen, maar voor veel achterstandsleerlingen biedt juist de nieuwe wethouder veel meer perspectief. In de Volkskrant benadrukte Hilhorst vaak dat integratie bevorderd dient te worden. Nu hij wethouder is in een stad waarin een kwart van de kinderen in armoede opgroeit, kan hij hen daadwerkelijk gaan helpen. Dan moet hij wel durven om de Asschernorm voor het basisonderwijs los te laten en deze in te ruilen voor zijn eigen Hilhorstnorm.

Als wethouder legde Asscher alle Amsterdamse basisscholen een kwaliteitsstandaard op van een gemiddelde Cito-score van 534, de zogenaamde Asschernorm. Daarbij werden deze scholen verplicht om nagenoeg alle leerlingen mee te laten doen aan de Cito-toets. Ook moeten minstens 25% van de Amsterdamse leerlingen een havo/vwo-advies krijgen en mag niet meer dan 20% van de leerlingen naar het praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) worden verwezen. Prachtige ambities voor de bhne, maar juist voor de 'achterstandsscholen' werden de problemen hierdoor alleen maar vergroot.

Met de Asschernorm is de kwaliteit van het Amsterdamse basisonderwijs juist onder druk komen te staan. De norm werkt namelijk selectie aan de poort in de hand. Als schooldirecteur houd je kinderen van laagopgeleide of sociaal economisch zwakke ouders liever buiten de deur omdat ze een grotere kans hebben op leerachterstanden. Met de Asschernorm worden scholen die het al moeilijk genoeg hebben met een grote concentratie achterstands- en/of zorgleerlingen afgerekend op iets waar ze zelf niets aan kunnen doen.

Door de onevenwichtige spreiding van leerlingen over de scholen zullen sommige de norm nooit kunnen halen. Je zult maar op een 'achterstandsschool' werken als leerkracht. Al doe je nog zo je best, je wordt op het eind afgerekend op iets waar je maar gedeeltelijk zelf invloed op hebt. De uitstroom beoordelen zonder de instroom te reguleren, leidt tot een scheve vergelijking. Alleen als de zorgleerlingen over de scholen gespreid worden, kan de gemiddelde Cito-score iets vertellen over de kwaliteit van het onderwijs. Asscher liet een aangenomen voorstel van de SP om hier werk van te maken echter in zijn bureaula liggen.

Maar er is hoop. De nieuwe wethouder onderwijs ziet het probleem van de segregatie gelukkig wel. Pieter Hilhorst schrijft in zijn column in de Volkskrant van 15 februari 2011 als reactie op het loslaten van een segregatieaanpak voor het onderwijs door minister van Bijsterveldt: "Maar wat Van Bijsterveldt vergeet, is dat in de praktijk de kwaliteit van de school samenhangt met de samenstelling van de klas. (…) Scholen met een hoog percentage kansarme leerlingen hebben een veel zwaardere taak dan scholen met vooral kinderen van hoogopgeleide ouders. Scholen met veel kansarme kinderen hebben ook veel meer kinderen met gedragsproblemen. Ga er maar eens aan staan."

In zijn allereerste vergadering als wethouder onderwijs heeft Hilhorst toegezegd de Asschernorm nog eens kritisch tegen het licht te gaan houden. Ik heb een advies voor hem: vervang de Asschernorm door een nieuwe norm. Door te meten wat leerlingen hebben geleerd tijdens hun jaren op de basisschool en dus het zogenaamde leerrendement in beeld te krijgen wordt de kwaliteit van het onderwijs veel beter inzichtelijk. Niet de scores aan het eind van een schoolloopbaan zijn van belang maar de toegevoegde waarde van de jaren op de basisschool zijn van belang. Dit in combinatie met een centraal aanname beleid voor Amsterdam is een mooie manier om te strijden voor een sociaal Amsterdam waarbij elke leerling een eerlijke kans krijgt los van zijn/haar afkomst. Bovendien doen we dan ook recht aan al die onderwijzers die keihard werken om onze kinderen goed onderwijs te geven.

U bent hier