Uitspraak rechter werken voor uitkering
Uitspraak rechter werken voor uitkering
Recent heeft de rechtbank in Zeeland de uitspraak gedaan dat de werkdwang die uitkeringsgerechtigden tegenwoordig krijgen opgelegd, om als tegenprestatie met behoud van uitkering (vrijwilligers-)werk te doen, niet opgelegd zou mogen worden voor 32 uur per week en het moet gaan om additioneel werk wat geen reguliere arbeid mag verdringen en alleen voor korte tijd.
1. Kent u deze uitspraak van 25 februari jl? Hoeveel mensen werken er in Amsterdam 32 uur per week met behoud van uitkering als tegenprestatie voor een WWB uitkering?
2. Is de periode dat zij dit werk moeten verrichten van korte duur en wat zijn hun toekomstmogelijkheden: ofwel krijgen ze een regulier contract na bepaalde tijd? Zo nee, waarom niet?
3. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden van een uitkeringsgerechtigde. Het enkel stellen dat eiser niet beperkt is zodat hij alle soorten werkzaamheden kan verrichten, is dan ook onvoldoende. De gemeente (DWI) dient bij het aanbod van nuttige werkzaamheden daarom ook rekening te houden met de individuele omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. Hieronder kan in ieder geval verstaan worden de leeftijd, opleiding, werkervaring en andere relevante persoonlijke omstandigheden. Deze individuele omstandigheden zullen door de consulent met de uitkeringsgerechtigde besproken moeten zijn volgens het arrest en de MvT. Is dit in Amsterdam in alle gevallen met deze genoemde zorgvuldigheid gebeurd?
4. De rechtbank maakt onderscheid tussen werken als tegenprestatie en werkzaamheden in het kader van een re-integratietraject. Maakt Amsterdam dat onderscheid ook ofwel zijn de werkzaamheden die mensen als tegenprestatie moeten leveren wezenlijk anders dan de andere genoemde werkzaamheden? Kunt u dit specificeren naar de aard, duur en vorm van de werkzaamheden?
5. In hoeveel gevallen zijn mensen in Amsterdam gekort (en voor welk percentage) op hun uitkering na weigering van een aangeboden traject danwel genoemde tegenprestatie?
6. Is de genoemde en bijgevoegde uitspraak van de rechtbank voor u reden om het aantal uren tegenprestatie voor de uitkering terug te brengen? Zo nee, waarom niet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Maureen van der Pligt