h

'Kinderen zijn altijd de dupe'

9 oktober 2013

'Kinderen zijn altijd de dupe'

Wij gingen op bezoek bij 2 basisscholen in Amsterdam West, de Joop Westerweelschool en de Narcis Quirido School en spraken met de bevlogen en betrokken directeuren.

Voor Dick Haanraadts en Maureen Boubaker is armoede onder kinderen alom aanwezig, het is eerder regel dan uitzondering; ze geven aan dat minstens driekwart van de gezinnen op of onder het minimum leven. Wat inspirerend aan de gesprekken was dat, ondanks de soms hemeltergende voorbeelden, ze beiden zo strijdbaar en oplossingsgericht waren; als school kn je het verschil maken voor de kinderen in de buurt als je de politiek maar achter je hebt. Helaas gaat het dr nu juist mis.

Waar hebben we het dan over als driekwart in armoede leeft? Dick beaamt alle voorbeelden die we kennen: te kleine of te grote kleding, kinderen die zonder ontbijt op school komen, geen gezond ritme kennen qua bedtijden bijvoorbeeld, noem maar op.

Het lijkt bij Maureen haar school, zo het kan, nog ernstiger te zijn. Als je de voorbeelden van haar hoort krijg je het koud om je hart. Zo kwam ze een keer bij ouders langs voor een gesprek. Niet alleen was de stroom afgesloten; tot haar stomme verbazing zag ze dat er echt helemaal niks was. Het gezin leefde op de houten vloer, geen bank, geen stoel, geen bed, een paar matrassen tegen de muur aan. "Hoe moet een kind hier leven?". Maar je begint het ook echt weer te zien aan bijvoorbeeld de gebitten van de kinderen: slechte gebitten van kinderen waarmee ze dan soms naar een soort noodvoorziening gaat, want er is gewoon geen geld. Er was kookles en een kind vraagt aan de juf of ze misschien haar broertje mag halen want "die heeft ook zo'n trek."

Je merkt in het gesprek hoezeer de rekening van armoede bij kinderen komt te liggen. Ouders kun je nog enig verwijt maken, bijvoorbeeld als ze zich moedwillig in de schulden steken of alcoholist zijn, maar kinderen zijn altijd de dupe. Maar dan weer, Dick noemt dit niet voor niets het belang van vroegtijdige hulp bij schuld en voorlichting over budgetbeheersing.

Wat overblijft is de gedachte: laten we in hemelsnaam al politiek, als stad, alle mogelijkheden benutten om het verschil te maken daar waar mogelijk. Ga naar de mensen toe in het veld en praat met ze. Vorige periode was het contact veel beter met de politiek zegt Dick. And last but not least zou ik dan zeggen: Put your money where your mouth is!

Harm-Jan Kamstra

U bent hier