h

Opinie: Amsterdam heeft een socialer beleid nodig

17 december 2013

Opinie: Amsterdam heeft een socialer beleid nodig

Onlangs bleek uit het Armoedesignalement van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de armoede in Nederland fors is toegenomen. Amsterdam blijkt dé armoedehoofdstad te zijn met 15,4 procent van de huishoudens die in armoede leven. Dat zijn 87.200 Amsterdammers. En dat terwijl Amsterdam toch bekend staat als 'linkse' stad. Voor een sociaal Amsterdam is echter een socialer beleid nodig.

In Amsterdam groeit één op de vier kinderen op in armoede. Per schoolklas zijn er gemiddeld zes arme kinderen, en dat is twee keer zo veel als gemiddeld in Nederland. Voor die kinderen betekent dat heel wat. Zo worden kinderen op hun verjaardag ziek gemeld op school, zodat ze niet hoeven te trakteren of gaan ze niet naar feestjes, omdat de ouders geen cadeautje kunnen betalen. En voor sport en voedsel zijn ze vaak aangewezen op hulpvaardigheid van anderen. Deze kinderen groeien op met een achterstand door sociale uitsluiting.

Maar armoede raakt niet alleen kinderen. Zo was ik onlangs bij een oudere vrouw in de Indische Buurt en vroeg ik haar wat voor problemen zij had. Haar antwoord was even simpel als schrijnend: "Ik kan gewoon niet rondkomen." Onder meer omdat haar verhuurder de hoogst mogelijke huur vraagt en ze steeds meer zorgkosten zelf moet betalen zijn haar vaste lasten 1145 euro per maand. Met een inkomen van 1200 euro per maand, dat ze door haar leeftijd echt niet omhoog kan krikken, houdt ze dus 55 euro over voor eten. Aan sociale bezoekjes en kleren hoeft ze helemaal niet meer te denken, waardoor ze nauwelijks meer de deur uitkomt.

De grootste veroorzaker van armoede is natuurlijk het gebrek aan werkgelegenheid. In onze stad kunnen twee op de vijf allochtone jongeren geen baan vinden. Jongeren die vaak al met een economische achterstand geboren worden, krijgen er hierdoor ook nog eens een fors cv-gat bij waardoor hun toekomst er steeds minder rooskleurig uitziet. Daarnaast brokkelt het sociale vangnet voor de werkende armen, de werklozen en ouderen steeds verder af. Onder de gesel van Rutte en Asscher dalen de uitkeringen terwijl de zorgkosten en huren fors stijgen.

Amsterdam doet nog eens een schepje bovenop de landelijke maatregelen. Het stadsbestuur beloofde vijfduizend extra banen, maar heeft tot nu toe ruim tweeduizend banen geschrapt. In plaats van banenmotor is dit stadsbestuur een banensloper. Voorstellen om, met name, jongeren tenminste aan een tijdelijke baan te helpen, worden telkens door de bestuurspartijen PvdA, VVD, GroenLinks en in hun kielzog D66 en CDA weggestemd. Verwachten zij dan dat de banen komen aanwaaien?

De stadsbestuurders vinden het belangrijker om de eigen schulden af te lossen dan de armoede te bestrijden. Het budget voor armoedebestrijding had door de forse toename van de armoede moeten groeien, maar dat is niet gebeurd. De scholierenvergoeding voor arme schoolgaande jongeren is juist verlaagd. De gemeente bezuinigt op de mensen die dankzij Rutte-Asscher al de zwaarste klappen krijgen.

De oplossing voor het armoedeprobleem vanuit het stadsbestuur lijkt er vooral uit te bestaan arme gezinnen de stad uit te jagen. Zo verlieten vorig jaar per saldo ongeveer 2500 arme huishoudens onze stad. De armoede wordt geëxporteerd over de gemeentegrenzen. En desondanks blijkt Amsterdam nog steeds de armoedehoofdstad van Nederland te zijn.

Amsterdammers verdienen dat er echt iets gedaan wordt tegen armoede. Door banen te creëren in plaats van ze te schrappen en door te investeren in arme mensen in plaats van te bankieren. We moeten niet langer accepteren dat één op de zeven huishoudens aan de kant staat. We moeten nu samen strijden voor een sociaal Amsterdam.

Deze opinie verscheen op 17 december 2013 in Het Parool

U bent hier