Amsterdam

In 2019 zijn zo’n 500 slechte huizen met problematisch achterstallig onderhoud opgeknapt door ingrijpen van het stadsbestuur. De huizen maakten deel uit van het gemeentelijke programma Woningkwaliteit dat drie jaar geleden door SP-wethouder Laurens Ivens werd opgezet. Ivens: “Iedereen verdient het om in een goede woning te wonen. Het is mooi dat we door ingrijpen van de gemeente dit voor honderden mensen hebben kunnen bereiken. Het is de bedoeling om in de toekomst nog meer huizen op te knappen en om te voorkomen dat huurders met achterstallig onderhoud te maken krijgen.”

Naar schatting zo’n 70.000 Amsterdammers leven in een slecht onderhouden woning, met bijvoorbeeld vocht- en schimmelklachten. Eigenlijk is woningonderhoud een taak van de verhuurder. Maar omdat veel verhuurders er in Amsterdam met de pet naar gooien, heeft de gemeente sinds een aantal jaar op initiatief van SP-wethouder Ivens een zogenoemd Programma Woningkwaliteit. Binnen dat programma organiseert de gemeente allerlei acties, van voorlichtingscampagnes tot handhavingsacties, om verhuurders te laten doen wat ze moeten doen.

Ivens: “Door de woningnood is er voor een verhuurder geen prikkel om te zorgen voor een goed en gezond huis. De huizen worden toch wel verhuurd. En de huurder kan moeilijk zeggen: ik ga wel naar een andere huisbaas. Daarom was en blijft het nodig dat de gemeente de kant van de huurders kiest.  Daar gaan we ook komend jaar mee door. Het is duidelijk dat er nog een hoop moet gebeuren voordat het maatschappelijke probleem van achterstallig woningonderhoud is opgelost.”