Amsterdam

Burgemeester Van der Laan is het met de SP eens dat het Rijk in gesprek moet met de Molukse gemeenschap over hun toekomst in Nederland, en dat in dat gesprek ook duidelijk moet worden of excuses aan de Molukkers op hun plaats zijn voor de manier waarop ze in Nederland zijn behandeld. De honderden Molukse militairen van het KNIL die in 1951 in de havens van Rotterdam en Amsterdam arriveerden met hun gezinnen, hebben daarna jarenlang in kampen, verspreid over Nederland geleefd. SP-fractievoorzitter Laurens Ivens: "Ze zijn door Nederland min of meer aan hun lot overgelaten. En dat terwijl ze vele jaren samen met het Nederlandse leger hadden gevochten om de onafhankelijkheid van Indonesi tegen te houden. Tot nu toe heeft Nederland zich voor deze handelwijze van toen nooit verontschuldigd. Dat is dringend nodig."

In het voorjaar van 1951 arriveerden vele honderden Molukse militairen van het KNIL met hun gezinnen in de havens van Rotterdam en Amsterdam. Eenmaal in Nederland werden de militairen ontslagen uit het Nederlandse leger. Het idee was dat de Molukkers, als de rust in Indonesi was weergekeerd, zouden terugkeren. Maar dat gebeurde niet. De Molukse gemeenschap zat jarenlang in kampen verspreid over Nederland en men mocht niet werken. Begin dit jaar heeft de burgemeester van Leerdam op een herdenkingsbijeenkomst zijn excuses aangeboden aan de Molukse gemeenschap in Leerdam voor de wijze waarop zij in Nederland zijn ontvangen.

In Amsterdam telt de Molukse gemeenschap om en nabij de 3000 mensen. De SP deed het voorstel dat Amsterdam het Leerdamse voorbeeld zou volgen. Van der Laan vindt het initiatief sympathiek, maar acht het aanbieden van excuses een zaak van het Rijk en niet een zaak van een plaatselijke overheid. Ivens: "Van der Laan heeft ons wel toegezegd naar het gezamenlijk overleg te gaan over de Molukse kwestie dat de burgemeester van Leerdam organiseert. Wij zijn blij dat hij deze zaak serieus neemt."