Amsterdam

De rechtszaak over de huisbezoeken heeft nog geen duidelijkheid opgeleverd over de rechtmatigheid van deze opsporingsmethode. De civiele rechter wilde niet oordelen over de rechtmatigheid van huisbezoeken aangezien dit werk voor de bestuursrechter is. Hierdoor kunnen de huisbezoeken in Amsterdam gewoon doorgang blijven vinden terwijl de bestuursrechterlijke basis hiervan nog onbekend is.

Een paar weken terug hebben een aantal mensen die een huisbezoek hadden ondergaan een kort geding aangespannen bij de civiele rechter. De rechter heeft zich afgelopen woensdag uitgesproken over deze individuele gevallen. Teleurstellend in de uitspraak is dat de rechter geen nieuwe uitspraak heeft gedaan over de rechtmatigheid van huisbezoeken maar verwijst naar de bestuursrechter. De rechter wil feitelijk niet in het vaarwater van de bestuursrechter treden en stuurt hiermee de mensen die het kort geding aanspanden terug naar de bestuursrechter.

Momenteel lopen een aantal procedures bij de bestuursrechter, de resultaten moeten afgewacht worden. En rechtszaak dient op korte termijn. Het gaat hier om iemand die bij aanvraag van een uitkering het huisbezoek weigerde waarop zijn aanvraag werd afgewezen door de Dienst Werk en Inkomen. De uitspraak van de bestuursrechter is belangrijk, hij kan de wijze waarop de huisbezoeken lange tijd zijn uitgevoerd veroordelen maar kan de aanvrager ook verwijzen naar de politiek, zoals de rechter deed in de No Claim-rechtszaak die Agnes Kant en de SP ondersteunden.

Los van rechterlijke uitspraken zou de wethouder Sociale Zaken zelf moeten inzien dat een zeer vergaand instrument als huisbezoeken - waarmee een diepe inbreuk wordt gemaakt in de persoonlijke levenssfeer - niet klakkeloos op iedereen toegepast mag worden maar alleen onder zeer strikte voorwaarden en als sluitstuk van de handhaving. De SP zal doorgaan met de zaak kritisch te volgen en de praktijk van huisbezoeken nauwlettend in de gaten blijven houden.