Amsterdam

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zeeburg betreurt dat de school in de vorm die zij voor ogen had niet door gaat. Wethouder Fatima Elatik heeft het zelfs over een onacceptabele vertraging. Maar deze onacceptabele vertraging heeft zij mede zelf gecreëerd. Als vanaf het begin open kaart was gespeeld, dan was de school misschien wel op tijd klaar geweest.

Al in 2005 is er voor het eerst in de deelraad gesproken over een brede school op de kop van het Javaeiland. Die plek is grootstedelijk gebied, daar heeft de centrale stad zeggenschap over. Het stadsdeel is toen voortvarend aan de slag gegaan met het maken van afspraken. En op 7 maart 2006 heeft het College van B&W van Amsterdam het besluit genomen tot het beschikbaar stellen van een tijdelijke lokatie op de kop van het Javaeiland.

Het stadsdeel bouwt scholen met geld van het Rijk. Tenminste als deze scholen niet tijdelijk zijn. Tijdelijke scholen, zoals noodlokalen, worden gefinancieerd door het stadsdeel. Het stadsdeel wilde dus een permanente school, met geld van het Rijk, op tijdelijke grond. Dit werd duidelijk toen er in mei 2006 weer over de school in de deelraad werd gesproken. De SP heeft daar toen al vragen over gesteld.

Van deze afspraken tussen de wethouders onderling wist de gemeenteraad van Amsterdam niets af. Maar tijdens een voorlichtingsavond over het te bouwen hotel op de kop van het Javaeiland zijn er door SP duodeelraadslid Yvon den Biezen vragen gesteld over de plannen voor de brede school. Er zat een gemeenteraadslid in de zaal op het puntje van zijn stoel. Hier wist de gemeenteraad helemaal niets van. De gemeenteraad heeft dan ook een stokje voor het plan van Zeeburg gestoken.

SP-raadslid Hans Bakker: "Er is besloten niets te bouwen totdat er een heel bijzonder plan voor deze plek zou komen. Ons is nooit iets verteld over deze school, dat kan natuurlijk zomaar niet."

De SP betreurt dat er door de manier waarop dit geregeld is onnodige vertaging opgetreden. Dat is onacceptabel. Alleen verbind de wethouder hier geen consequenties aan. En voor de kinderen, de ouders en de school is het zuur. Zij kunnen vervolgens jaren langer wachten op een goed schoolgebouw.