h
Verkiezingsprogramma 2014-2018

6. Goed onderwijs voor iedereen

Ieder Amsterdams kind verdient goed onderwijs. Elke ouder moet erop kunnen rekenen dat zijn of haar kind in de buurt naar school kan en daar goed onderwijs krijgt in klassen van een acceptabel formaat. Niet alleen de ouders die zich het eerste melden, maar alle ouders verdienen de kans om hun kind bij hun favoriete school geplaatst te krijgen. Dat is eerlijk en zo voorkomen we ongelijkheid vanaf de start van de schoolloopbaan van kinderen.

Momenteel worden de Amsterdamse scholen gedwongen alles te meten wat ze doen. Dat slaat door. Meten is de norm geworden. Dit cijferfetisjisme leidt niet tot een verbetering van de onderwijskwaliteit. De SP is van mening dat het belang van goede vakkennis, intuïtie en ervaring van de leraren zwaarder moet wegen dan dure en/of onbetrouwbare meetinstrumenten.

Belangrijke pijlers voor goed onderwijs voor iedereen zijn:

Samen naar school: in de buurt
  • We zetten de stappen die nodig zijn om iedere Amsterdamse basisschool een afspiegeling van de buurt te laten zijn. Er moet een centraal inschrijfpunt met dubbele inschrijflijsten komen voor de toelating op school van leerlingen mèt en zonder een achterstand.
  • Om gemengde scholen verder te stimuleren krijgen scholen die geen afspiegeling van de buurt zijn, geen toestemming om uit te breiden. Scholen met veel kansarme leerlingen en gemengde scholen krijgen voorrang bij aanvragen voor verbouwingen en extra voorzieningen. Op die manier worden zij interessanter voor kansrijke leerlingen.
  • De gemeente moet ervoor zorgen dat de ouderbijdrage aan scholen wordt gemaximeerd op 25 euro en dat die bijdrage echt vrijwillig wordt. De eigen bijdrage voor de voor- en vroegschoolse educatie (programma's voor kinderen met een achterstand) wordt afgeschaft.
  • Kinderen gaan naar school in een fatsoenlijk onderhouden schoolgebouw. De gemeente ziet erop toe dat ook de luchtkwaliteit in de klassen in orde is.
Voor iedereen: onderwijs op maat
  • De kinderopvang, peuterspeelzalen en voorscholen worden zoveel mogelijk samengevoegd en gaan in ieder geval allemaal werken met een voorschoolprogramma. Op die manier komen kinderen met verschillende achtergronden, mèt en zonder achterstand al vroeg met elkaar in contact. Het streven is dat geen kind met achterstand aan de basisschool begint.  We schaffen de eigen bijdrage voor de voor- en vroegschoolse educatie af voor kinderen met een achterstand.
  • Voor leerlingen met (gedrags)problemen moeten voldoende plekken in het speciaal onderwijs behouden blijven. Op bussen met risicoleerlingen worden begeleiders geplaatst zodat de chauffeur zijn ogen op de weg kan houden.
  • Er komen niet meer schaalvergrotingen en bestuurlijke fusies van scholen in Amsterdam. De fusies leiden op korte termijn misschien tot kostenreductie, maar op lange termijn stijgen de kosten juist vanwege de optuiging van een groot en log bestuurlijk orgaan. Bovendien leidt schaalvergroting tot langere lijnen binnen de onderwijsorganisatie en het tot nummers verworden van studenten. Een fusie van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit vinden we ongewenst.
  • Er komt een zinvol alternatief voor het wegvallen van de vrijwillige inburgering. Het moet mogelijk blijven voor mensen die zich willen ontwikkelen mee te doen via een laagdrempelig aanbod van bijvoorbeeld taalcursussen. We stimuleren mensen Nederlands te leren zodat zij makkelijker kunnen deelnemen aan de Amsterdamse samenleving.
Leren centraal: praktijk en theorie
  • De gemeente coördineert de contacten tussen scholen en de lokale middenstand, bedrijvencentra en stedelijke diensten om te zorgen dat er voldoende stageplekken zijn voor leerlingen uit het beroepsonderwijs. De gemeente neemt hierin ook zelf haar verantwoordelijkheid. De gemeente moet onderzoeken hoe ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf die stageplekken aanbieden, lastenverlichting kunnen krijgen. De gemeente zoekt de samenwerking met onderwijsinstellingen voor projecten en onderzoeken.
  • Via leer-/werktrajecten kunnen jongeren die in het regulier onderwijs geen kwalificatie kunnen halen of daar zijn uitgevallen toch aan de slag als leerling bij een bedrijf. Daar werken ze aan hun vaardigheden, zodat ze daarna meer kans maken als starter op de arbeidsmarkt.
  • Kinderen moeten tijdig leren zwemmen. Schoolzwemmen moet daarom mogelijk blijven voor kinderen die nog geen zwemdiploma hebben. Op die manier voorkomen we gevaarlijke situaties in een waterrijk e stad als Amsterdam. In het lesaanbod op school blijft ook ruimte voor kunsteducatie en het bezoeken van schooltuinen.

U bent hier