h

Daklozenopvang

8 januari 2009

Daklozenopvang

Daklozenopvang

Schriftelijke vragen van Carlien Boelhouwer van 19 november 2008 over daklozenopvang.

Inleiding.

Afgelopen jaar bleek dat daklozen die verantwoordelijk zijn voor een geweldsincident met personeel van de daklozenopvang, voortaan geen aanspraak meer kunnen maken op de opvang van de instelling waar het incident plaats had. Volgens Vangnet was het zeker geen regel en werd opvang hoogstens tijdelijk geweigerd. De berichten die ik heb ontvangen zijn echter anders.

Vragen.

1. Volgens mij moet een daklozenopvang daklozen in principe altijd toelaten. Opvang mag hoogstens tijdelijk geweigerd worden, maar niet systematisch. Is het college dit met mij eens?

Antwoord van het college op 5 januari 2009:
De daklozenopvang dient laagdrempelig en veilig te zijn. Aangezien het veelal gaat om mensen in een kwetsbare positie hechten gemeente en de instellingen voor Maatschappelijke Opvang aan een zo veilig mogelijke omgeving. Het is daarom formeel beleid dat clinten de toegang tot het pand ontzegd kan worden indien sprake is van een ernstig geweldincident (verbaal of non-verbaal). Het college vindt dat clienten in geval van ernstig geweldsmisbruik, de toegang tot de voorziening waar het incident plaats had, systematisch mag worden ontzegd. Dit betekent echter niet dat de clint niet in andere voorzieningen terecht zou kunnen. In Amsterdam zijn verschillende aanbieders van laagdrempelige opvang en is er sprake van een gevarieerd aanbod van voorzieningen. Wanneer clienten de toegang tot een voorziening wordt ontzegd kunnen clienten daarom verwezen worden naar een andere voorziening in de stad.

2. Zo nee, kan het college dat uitleggen?

Antwoord:
N.v.t.

3. Zo ja, kan het college zeggen wat de regels zijn in dezen: kunnen in de Amsterdamse daklozenopvang een- en dezelfde mensen inderdaad systematisch geweigerd worden en wat is daar dan de reden van en hoe vaak komt het voor?

Antwoord:
Weigering van clienten komt niet vaak voor. Exacte gegevens zijn hierover niet beschikbaar, maar volgens zowel de GGD als de instellingen, gaat het om slechts enkele gevallen per jaar. Aangezien er voldoende alternatieve voorzieningen in de regio zijn ervaart het college dit niet als een probleem.

4. Als de instellingen die in opdracht van Amsterdam opvang regelen vrij zijn wat wel of niet toelaten betreft, hun eigen regels te stellen, met alle gevolgen van dien. Wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat daklozen niet systematisch geweigerd kunnen worden?

Antwoord:
Het college stelt zich op het standpunt dat voorzieningen in overleg met elkaar huis- en omgangsregels opstellen. Het college heeft geen berichten gehoord dat instellingen hier niet zorgvuldig mee omgaan. Aangezien het aanbod van voorzieningen in Amsterdam ruim en divers is, is het college van mening dat de keuzevrijheid voor clienten voldoende geborgd is en dat er niet structureel mensen worden geweigerd bij verschillende voorzieningen. Het college hecht eraan dat de veiligheid voor clienten optimaal is. Dit betekent dat in voorkomende gevallen clienten de deur gewezen wordt. Dat gebeurt volgens onze informatie op zorgvuldige wijze

5. Als het college niet van plan bent iets te gaan doen, kan het college dat toelichten?

Antwoord:
Het college is van mening dat er geen sprake is van het structureel weigeren van daklozen door de instellingen. Indien dit volgens u wel het geval is dan ontvangen we van u graag betrouwbare gegevens over aantallen en locaties. Op basis van deze informatie kunnen we inschatten of er inderdaad, in tegenstelling tot de berichtgeving, sprake is van het structureel weigeren van daklozen tot de opvanginstellingen, anders dan in incidentele gevallen.

Carlien Boelhouwer (SP).

U bent hier