Het echte woonprobleem: te dure huur (opinie)
Het echte woonprobleem: te dure huur (opinie)
Er zijn weinig zekerheden in het leven, maar één van die zekerheden is dat het tijdens discussies over de Amsterdamse woningmarkt vaak over 'scheefwonen' gaat. Dit is dan vaak een eufemisme, bedoeld als een stok om huurders mee te slaan. Huren worden verhoogd, zeker voor mensen die 43.000 euro per jaar of meer verdienen.
We worden doodgegooid met clichés van advocaten die voor 200 euro per maand aan de Herengracht wonen. Natuurlijk zijn dit soort voorbeelden te zot voor woorden. Maar in wijken die minder rijk zijn kan zo een 'scheefwoner' juist een belangrijke functie hebben. De wijk wordt zo wat meer gemengd en mensen ontvluchten niet meteen de buurt zodra ze wat meer verdienen. Bovendien is het beeld van de steenrijke advocaat een karikatuur: 88% van de Amsterdammers die twee keer modaal of meer verdienen, woont gewoon in een duurdere woning.Maar in de afgelopen jaren is een andere groep 'scheefwoners' wel sterk gegroeid. Door de crisis zijn veel Amsterdammers er in inkomen op achteruit gegaan, terwijl de huren door het beleid van zowel Den Haag als het stadsbestuur fors zijn gestegen. Bijna 50.000 Amsterdamse huishoudens zijn ondertussen zoveel geld kwijt aan hun huis dat andere uitgaven in de problemen komen. In plaats van het jagen op de 'oude scheefwoners' zou de politiek de strijd moeten aangaan met het nieuwe scheefwonen, mensen die teveel geld aan hun woning kwijt zijn.
Of een woning te duur of te goedkoop is, is lastig objectief te bepalen. Toch zijn er mogelijke normen te bedenken. Zo betaalt de burgemeester 18% van zijn salaris aan zijn ambtswoning. Ook het budgetbureau NIBUD heeft een percentage vastgesteld: woonlasten voor lage inkomens zouden rond 20% van het salaris moeten liggen, die van middeninkomens rond de 30%. Wanneer we die percentages loslaten op de sociale huursector (tot 700 euro per maand, plus gemiddeld 50 euro aan servicekosten) zou de inkomensgrens voor zo'n woning rond de 2300 euro netto per maand liggen. 62% van de Amsterdammers bevindt zich op of onder die grens, terwijl maar 58% van de woningvoorraad in Amsterdam sociale huur is.
Daar komt bij dat steeds meer Amsterdammers een flexibel inkomen hebben. Door de groei van het aantal ZZP'ers en mensen met flexibele contracten is een jaarinkomen steeds vaker een momentopname. Iemand die nu 45.000 euro per jaar verdient kan volgend jaar zomaar ineens de helft verdienen of een andere baan moeten zoeken. Dan maak je niet snel de keuze om een duurdere woning te gaan huren. En van een koopwoning kun je als ZZP'er of flexwerker vaak alleen maar dromen.
De conclusie kan dus alleen maar zijn dat scheefwonen in Amsterdam inderdaad een groot probleem is. Maar niet vanwege de karikaturen die D66 en de VVD vaak hiervan maken. Op dit moment wonen 50.000 Amsterdamse huishoudens in een te duur huis. Door de achterhaalde strijd te voeren tegen het oude scheefwonen, wordt dit probleem alleen maar vergroot. Juist betaalbare woningen zijn hard nodig. Stop nu dus met de nog steeds doorgaande sloop en verkoop van sociale huur en investeer in de bouw van betaalbare woningen.
(Dit artikel verscheen 15 maart in de NRC)
- Zie ook:
- Nieuws