h

Mensen boven markt

7 juni 2017

Mensen boven markt

Foto: SP

De gemeente moet hard ingrijpen in de doorgedraaide markt. Want als we niet uitkijken wringt het kapitalisme de stad uit. Dat was de boodschap van SP-fractievoorzitter Daniël Peters tijdens de algemene beschouwingen, het jaarlijkse ‘prinsjesdagdebat’ in de gemeenteraad over de staat van de stad.

Daniël Peters: “We hebben een fantastische stad. Maar door de markt staat Amsterdam onder druk. Dat zie je in de binnenstad, die uitgewrongen wordt door bedrijven die komen om dikke winst te maken over de rug van de bewoners. Maar dat zie je ook op de woningmarkt waar het voor vele Amsterdammers onmogelijk is een betaalbaar huis te vinden. Dit stadsbestuur neemt belangrijke maatregelen daartegen, maar er is meer nodig. Ik ben daar optimistisch over omdat steeds meer mensen, binnen en buiten de politiek, onze SP-ideeën over ingrijpen op de markt steunen.”

De SP diende voorstellen in om schadelijke gevolgen van het marktfalen te beperken. Zo wil de SP dat er een woonlastenfonds komt om mensen met een hoge huur en een laag inkomen in een particuliere huurwoning te ondersteunen. Tot nu toe kunnen alleen huurders van een corporatiewoning een beroep doen op gemeentelijke steun bij de huur.

Ook stelde de SP voor om extra geld uit te trekken voor de werkbrigade, om de gevolgen van de drukte in de stad in goede banen te leiden. De werkbrigade bestaat uit mensen die al lang werkloos zijn geweest en aanvullend werk gaan doen voor een fatsoenlijk salaris. Peters: “Hiermee bestrijden we zowel de werkloosheid als de overlast als gevolg van de drukte.”

De voorstellen komen over zes weken in de gemeenteraad in stemming.

Lees hieronder de gehele inbreng van de SP bij de algemene beschouwingen in de gemeenteraad.

Algemene beschouwingen SP

Mijn oudste dochter heet Nadjezjda, afgekort Nadja, dat betekent ‘hoop’ in het Russisch. Wij kozen die naam niet alleen omdat het de mooiste meisjesnaam is in een van de mooiste talen die ik heb mogen leren, maar ook omdat we de hoop hadden dat haar komst de wereld iets goeds zou brengen en de hoop dat er op die best wel volle wereld ook een goede plek voor haar zou zijn.

Iedere dag prijzen wij ons gelukkig dat die plek op de wereld Amsterdam is. Wat een stad is dat! Wat een vrijheid, wat een kracht, wat een diversiteit, een fantastisch thuis voor zovelen. En wat een voorzieningen ook: goede scholen, gratis bibliotheken voor ieder kind in iedere wijk, mooie parken, goede infrastructuur. Als je het financieel niet redt, springt de gemeente bij, als je rotzooi hebt, komt de gemeente het ophalen.

Mijn dochter geniet met volle teugen van haar stad als ze met haar vriendinnen met ouders uit alle hoeken van de wereld op straat speelt in onze fijne intens Amsterdamse wijk De Banne.

Maar die hoop dat het wél kan, dat het altijd goed komt, dat die stad vóór en ván iedereen is, staat wel onder druk, onder groeiende druk.

Die staat onder druk van mensen met een grote bek, de mensen die alleen uit zijn op verdeeldheid. Amsterdam is een stad van debat, een stad waar vele meningen leven en worden uitgewisseld. En daarom is Amsterdam een stad waar een demonstratie van het extreem-rechtse Pegida mag, maar waar we op dezelfde dag een keihard tegengeluid kunnen laten horen. Amsterdam is een stad waar een performance tegen Shell in het Van Goghmuseum moet mogen, zonder dat mensen daar drie dagen voor in vreemdelingendetentie verdwijnen. Amsterdam is een stad waar een eenmansdemo van een pro-Palestina-activist moet mogen, zonder dat buitenlandse toeristen hem dwingen de Dam te verlaten. Amsterdam is een stad waar iedereen hand in hand moet kunnen lopen, zonder bespuugd, getreiterd of zelfs invalide geschopt te worden. En Amsterdam is een stad waar - als een politieagente een statement maakt door één dag een hoofddoek te dragen - niet direct op twitter een racistisch en haatdragend gezwel zou moeten openbarsten, inclusief bedreigingen aan haar adres. In Amsterdam mag je je mening geven, maar nooit en te nimmer mag je de vrijheid of de veiligheid in deze stad bedreigen.

Maar er is nog een andere factor die onze stad en het welzijn van Amsterdammers bedreigt: de markt. Geld vergroot zijn greep op de stad, het kapitalisme wringt het centrum uit tot de laatste cent eruit gedruppeld is. Dit met weinig oog voor de bewoners, die juist het meest unieke element zijn van die binnenstad. Want waar vind je nog bewoners in het centrum van een wereldstad?

Hetzelfde geldt voor de woningmarkt. Zelfs aan de randen van de stad worden Amsterdamse koophuizen in hoog tempo onbetaalbaar voor middeninkomens, laat staan voor starters en aan sociale huurwoningen is een gigantisch tekort. Twintigers komen het huis van hun ouders niet uit, tenzij ze hun mooie, vaak geboorte-, stad verlaten.

Het college doet veel tegen de excessen. Het pakt illegale hotels keihard aan (het sloot er vorig jaar gemiddeld vijf per week) en geeft gigantische boetes aan mensen die zich niet houden aan de regels voor vakantieverhuur (voor 1,9 miljoen euro vorig jaar). En na jarenlang aandringen van de SP wordt de toeristenbelasting nu toch eindelijk per 1 januari verhoogd.

Het college grijpt ook in op de woningmarkt: sociale huurwoningen worden nauwelijks meer verkocht, na jarenlange krimp van de voorraad. De kans bestaat zelfs dat het aantal sociale huurwoningen vanaf volgend jaar weer groeit. Dat is dan voor het eerst in zeker meer dan een decennium en dat onder een SP-wethouder. Daar zijn wij best trots op.

Maar is het genoeg? Met het oog op de toekomst zeg ik nee. Er moet veel meer gebeuren. Maar hier gloort dan toch weer de hoop. Alles in Amsterdam op deze terreinen schreeuwt om overheidsingrijpen. De markt faalt grotesk. De SP weet dat al heel lang en zegt het sinds de jaren ’90: we moeten ingrijpen. Dit is ónze stad, daar zijn de mensen de baas en de gekozen volksvertegenwoordiging, niet het geld. Wat schetst onze verbazing: dat idee lijkt inmiddels gedeeld te worden door alle partijen. Mijn collega Bakker zei het vorige maand bij de discussie over het behoud van winkeldiversiteit: alle partijen propageerden eindelijk ingrijpen in de markt. We zijn de rijen aan het sluiten.

En ik put hoop uit het feit dat de buurt de strijd om het Bungehuis wint, geen hotel: we pakken die stad terug. Het feit dat een Amsterdamse wethouder door Madrid gevraagd wordt hoe hij Airbnb aanpakt, als pionier in Europa.

We zijn er natuurlijk nog lang niet: er moeten veel meer betaalbare woningen komen, er moeten veel meer maatregelen genomen worden tegen de drukte in de stad, het ongebreidelde toeristenkapitalisme in het centrum moet de kop ingedrukt worden. En bij beide kwesties zullen we een kabinet in Den Haag nodig hebben dat niet steunt op een rechts motorblok.

Wij willen bij de beschouwingen vast twee voorstellen doen om deze Voorjaarsnota nog mooier te maken. Ten eerste willen we extra geld uittrekken voor de Werkbrigade om Amsterdammers werk te kunnen geven als gastheer of –vrouw in de drukke binnenstad. Ten tweede willen we geld uittrekken om huurders in particuliere sociale huurwoningen die hun huur nauwelijks kunnen betalen extra te ondersteunen, vergelijkbaar met de afspraken voor huurverlaging in het woonlastenakkoord met de corporaties.

Na dit pleidooi voor meer overheidsingrijpen in onze stad wil ik afsluiten met een oproep aan alle Amsterdammers. Onze stad is mooi, misschien wel de mooiste in de wereld. Het leven hier kan ontzettend goed zijn. Realiseer je dat iedere dag, neem het niet voor lief, maar pak je verantwoordelijkheid: help je buren, ruim je rommel op, praat mee, neem deel aan die samenleving, groet eens een vreemde op straat en denk dan: wow, dit is mijn stad, dit is ónze stad, Amsterdam.

Daniël Peters, fractievoorzitter SP

U bent hier