Amsterdam

De afgelopen jaren ben ik onwijs veel mensen tegengekomen die het slachtoffer zijn geworden van mensen die zoveel mogelijk willen verdienen aan de woning die ze bezitten.

• Huurders die belachelijke huren betalen
• Kamerhuurders die op straat gezet dreigen te worden als een verhuurder meer geld kan verdienen aan een ander
• Buren die met lede ogen merken dat hun wooncomplex langzaam een jongerencampus wordt
• Hele buurten die overspoeld worden door toeristen die in woningen overnachten

Telkens als zo’n slachtoffer zijn/haar verhaal doet, huilt Amsterdam mee. Media en politici duiken er op en roepen op dat er iets gedaan moet worden.

Lang niet altijd kan je als wethouder optreden. Zo mogen wij niet bepalen wat acceptabele huurprijzen zijn. Maar als het gaat om hoe een woning gebruikt mag worden, kunnen we wel wat. Met de mouwen opgestroopt heb ik de gemeentelijke regels aangepast aan de wensen van de Amsterdammers:

• Meer rechten voor jongeren
• Voorkomen dat hele panden en buurten verkamerd kunnen worden
• Minder vakantieverhuur
• Minder Bed & Breakfast

In plaats van gejuich leidde het aankondigen van deze maatregelen tot gemor. In eerste instantie van de mensen die graag wat meer aan hun woning willen verdienen. Maar ook zorgen bij degenen die zichzelf afhankelijk zien van hun huisbaas. Zo kwamen studenten in opstand tegen regels die hun positie verbeterd, maar de angst dat de huisbaas niet mee wil werken overheerste.

Opeens sta je een hele strijd te voeren voor de toekomst van de stad, waarbij het zoeken is om je medestanders te vinden. Telkens hield ik me tijdens de eenzame strijd vast aan de beelden van de problemen die de afgelopen jaren mij hadden geraakt. Voor die mensen lever ik de strijd.

De nieuwe regels zijn aangenomen. Lang niet alle problemen zijn opgelost, maar in ieder geval hebben we de oren niet laten hangen naar de mensen die maximaal aan de woning willen verdienen.

Niet alleen ageren bij problemen, maar ook optreden ertegen. Of zoals een SP-er zegt: “Blijf niet mokkend aan de kant staan, stel een daad en toon je moed.”